• Voor de vermogensbelasting in box 3 geldt tot en met 2025 een overgangsregeling, waarbij spaargeld en beleggingen belast blijven op basis van een fictief, verondersteld rendement.
  • Voor beleggingen is het plan om met een jaarlijks rendement van bijna 6 procent te gaan rekenen.
  • Financiële adviseurs vinden dit onverstandig, zeker voor beleggers die niet al te veel risico willen nemen.
  • Lees ook: 11 fiscale maatregelen van Rutte die je portemonnee in 2023 raken

De vermogensbelasting in box 3 blijft een hoofdpijndossier voor het kabinet Rutte. Eerst was er forse kritiek op de behandeling van spaarders, die te maken kregen met een relatief hoog verondersteld rendement bij de belastingheffing in box 3. In werkelijkheid hadden spaarders jarenlang te maken met zeer lage rentes.

Na slepende juridische procedures en aanpassing van de wetgeving heeft het kabinet Rutte nu een plan gemaakt om vanaf 2026 te gaan werken met daadwerkelijk behaalde rendementen bij de belasting op spaargeld en beleggingen.

Maar in de tussenliggende jaren tot en met 2025 is sprake van overgangswetgeving. Hierbij kijkt de fiscus wel naar de daadwerkelijke hoeveelheid spaargeld en beleggingen die belastingplichtigen hebben. Maar daar wordt vervolgens nog wel een fictief rendement aan toegekend voor respectievelijk sparen en beleggen.

Hoe dat precies werkt, heeft Business Insider in een eerder artikel uitgelegd. In 2022 geldt voor spaargeld gemiddeld genomen een fictief rendement van minus 0,01 procent. Voor beleggingen hanteert de fiscus een verondersteld rendement van 5,53 procent.

Naar verwachting hanteert de Belastingdienst voor beleggingen de komende jaren een verondersteld rendement van bijna 6 procent. De vraag is hoe realistisch dit is. Zo rekenen beursstrategen van vermogensbeheerder Robeco op relatief gematigde rendementen voor de komende vijf jaar. Voor aandelenbeleggingen in ontwikkelde markten gaat het om een verwacht gemiddeld rendement van 4 procent per jaar, terwijl staatsobligaties in ontwikkelde landen naar verwachting 1 procent per jaar zullen opleveren.

De vraag is of beleggers aan een gemiddeld rendement van bijna 6 procent per jaar kunnen komen, zonder bijvoorbeeld excessieve risico's te nemen, met een grotere kans op verliezen.

Voor 2022 geldt vooralsnog dat het een bijzonder slecht beursjaar is, waarbij aandelen gemiddeld ruim 20 procent in de min staan.

Kritiek op fictief rendement op beleggen in box 3

Financiële experts zijn kritisch over het wetsvoorstel dat tot en met 2025 de rendementsheffing op vermogen moet regelen. Het rendement waarmee gerekend wordt om beleggingen in box 3 te belasten is te hoog, zegt het Verbond van Financiële BeroepsOrganisaties (VFBO) namens ruim 10.000 financieel adviseurs. Dit gaat volgens de organisatie leiden tot veel bezwaar- en beroepsprocedures en daarmee tot overbelasting van de Belastingdienst.

In het wetsvoorstel voor de vermogensbelasting in box 3 staat dat alle beleggingen de komende jaren worden belast alsof het rendement bijna 6 procent is. "Voor veel (voorzichtige) beleggers is dat een onhaalbaar rendement", aldus VFBO. Het verbond verwacht net als enkele afzonderlijke financiële brancheverenigingen dat die heffing veel gaat worden aangevochten omdat de verwachte opbrengst niet realistisch is, terwijl dit volgens rechterlijke uitspraken wel moet.

"Een hausse aan bezwaar- en beroepsprocedures kan tot procesverstoringen bij de Belastingdienst leiden. Terwijl staatssecretaris Marnix van Rij van Fiscaliteit juist aangeeft dat de capaciteit aldaar hard nodig is voor de implementatie van de wetgeving van box 3 na 2026", klinkt het vanuit de financiële sector.

Ook zorgt de hoge drempel er volgens VFBO voor dat beleggers meer risico gaan nemen om aan een hoger rendement te komen, om zo de hogere heffing waar te maken. "Het VFBO ziet de risico’s van dit soort onwenselijke gedragsveranderingen bij (kleine) beleggers met een defensief tot neutraal beleggingsprofiel met zorg tegemoet."

LEES OOK: Belasting op vermogen in box 3: verhouding tussen sparen en beleggen maakt in 2023 veel uit als je tot €100.000 vermogen hebt – dit scheelt het