Er worden de laatste jaren bijzonder veel bv’s en nv’s aan het buitenland verkocht. Grote voorbeelden zijn Douwe Egberts, Ziggo, Robeco, TNT Express, Wehkamp (RFS Holding), Ballast Nedam, Grontmij, Exact en Corio.

Deze week werd bekend dat het Eindhovense chipbedrijf NXP ook wel eens in buitenlandse handen kan komen te vallen.

Uit recent data-onderzoek van Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat in 2015 voor het eerst in vijftien jaar tijd meer dan de helft (54 procent) van de verkochte Nederlandse bedrijven naar een buitenlandse aandeelhouder ging. Eerder dit jaar kwam Deloitte met eenzelfde conclusie.

Waar buitenlandse partijen in 2013 iets minder dan 200 Nederlandse bedrijven kochten, waren dat er vorig jaar meer dan 300, zo becijferden de Groningse onderzoekers. Ondertussen nemen Nederlandse partijen in hun eigen land juist minder over.

Ook toen de staat ASR (2015) en Propertize (2016) privatiseerde, kwamen deze respectievelijk in handen van het Chinese Anbang en het Amerikaanse JPMorgan.

img_simple

In de meeste West-Europese landen komt het niet voor dat meer dan de helft van de verkochte bedrijven naar een buitenlandse aandeelhouder gaat. De percentages liggen doorgaans tussen de 30 à 4o procent. In buurland Duitsland ging vorig jaar bijvoorbeeld minder dan 40 procent de grens over.

Gebrek aan ambitie

Waarom geven Nederlandse spelers zoveel bezittingen uit handen? Deels komt dat door de lage euro. Sinds de Europese Centrale Bank staatsobligaties opkoopt, zijn bezittingen in euro's zo’n 10 tot 30 procent goedkoper geworden voor niet-euro-kopers.

Toch verklaart dat niet het hele verhaal. Andere eurolanden, zoals Duitsland, hebben immers ook te maken met een valutakorting.

Kennelijk mist Nederland ambitie in zijn overnamebeleid. Waar Nederland enthousiast aan het verkopen is, zo schuw is het aan het kopen. Nederlandse partijen nemen niet alleen in eigen land steeds minder bedrijven over, maar ook in het buitenland. Dat laatste berekende de Rijksuniversiteit in een eerder onderzoek.