Het verduurzamen van de eigen woning door je huis energiezuiniger te maken, kan financieel voordeel opleveren in de vorm van een lagere energierekening én een stijging van de waarde van je huis. Maar dat vereist wel investeringen die een huiseigenaar moet kunnen bekostigen met spaargeld en mogelijk een extra lening. De vraag is wat dat oplevert.

In diens nieuwsbrief van deze week haalt financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep cijfers aan van onderzoeksbureau Brainbay over het effect van een hoger energielabel op de gemiddelde woningwaarde.

Brainbay keek naar wat het effect van een labelsprong van maximaal vier stappen is op de waarde van een doorsnee woning. Daarbij kan het dus gaan om bijvoorbeeld een verbetering van label G naar C, wat een waardestijging van de woning met 11,3 procent oplevert.

Een sprong van F naar B levert een waardestijging van 10,5 procent op en een sprong van D naar A+ of hoger een waardestijging van 10,8 procent. Zie het overzicht in de tabel hieronder, met op de verticale as het oude energielabel en horizontaal het nieuwe label. Je kunt dan per labelsprong zien wat de verwachte waardestijging is.

bron: Brainbay
bron: Brainbay

In de tabel hierboven is onder meer te zien dat een sprong van energielabel E naar B als gevolg van verduurzamingsmaatregelen een waardestijging van 7,7 procent kan opleveren. Van Bruggen rekent voor dat dit bij een woning met een marktwaarde van 400.000 euro voorafgaand aan de investering een waardestijging van 30.800 euro oplevert.

Een investering van 30.800 euro heb je dan met de waardestijging al terugverdiend en vervolgens komt daar nog de lagere energierekening bij.

Lees ook: Op huizenjacht? 9 dingen om op te letten, zoals je maximale hypotheek en het energielabel

Investeren in duurzamere woning met hoger energielabel: sparen of lenen

Je kunt investeringen voor verduurzaming van de eigen woning met behulp van spaargeld financieren. Toezichthouder De Nederlandsche Bank concludeerde onlangs in een onderzoek dat van de 20 procent huiseigenaren met de hoogste inkomens ruim 80 procent voldoende spaargeld heeft om duurzaamheidsinvesteringen te financieren.

Voor de middeninkomens onder de huiseigenaren geldt volgens DNB dat ruim 60 procent voldoende spaargeld heeft om investeringen in het energiezuiniger maken van de woning te bekostigen. Een kleine 40 procent van deze groep zou deels moeten bijlenen.

Wie relatief weinig spaargeld heeft voor duurzaamheidsinvesteringen in de eigen woning, is dus deels aangewezen op leningen. Daarvoor bestaat onder meer de zogenoemde energiebespaarlening van het Warmtefonds. Hierbij geldt wel een maximaal leenbedrag van 27.000 euro. De looptijden van energiebespaarleningen variëren tussen de 7 jaar en 20 jaar.

Voor een lening van 20 jaar is de rente dan bijvoorbeeld 4,2 procent per jaar. Voor partners met een gezamenlijk inkomen van minder dan 60.000 euro geldt overigens dat de rente nul procent is.

Van Bruggen merkt op dat een verhoging van de reguliere hypotheek soms een alternatief kan zijn voor een energiebespaarlening. Bijvoorbeeld als je een looptijd wilt die langer is dan 20 jaar.

Als je bijvoorbeeld een stukje extra hypotheek afsluit voor 30 jaar, zijn de maandlasten iets lager dan bij een energiebespaarlening. In totaal ben je wel meer geld kwijt, omdat je tien jaar langer rente betaalt over de lening, aangezien de energiebespaarlening immers na maximaal 20 jaar wordt afgelost.

LEES OOK: DNB oppert invoering verduurzamingsplicht voor huiseigenaren – gros zou genoeg spaargeld hebben voor energiezuiniger huis