Sla het menu over en ga direct naar de content van deze pagina Sla het menu over en ga direct naar zoeken op Business Insider
Terug naar de homepage
  • Ondernemen
    • Strategie
    • Sustainable Business
  • Tech
    • Personal Tech
    • Zakelijke IT
  • Finance
    • Bedrijfsfinanciering
    • Geld & Vermogen
    • Beurs
    • Crypto
  • Carrière
    • Carrière & Ontwikkeling
    • HR
    • Vacatures
  • Auto
    • Auto
    • Reizen
  • Premium
    • Nederlands
    • Engels
    • Tools
  • Business Insider Live
  • Laatste nieuws
  • Contact
  • Adverteren
  • Alles
    • Secties

    • Ondernemen
    • Finance
    • Carriere-HR
    • Lifestyle
    • Auto-Reizen
    • Tech
    • Politiek
    • Sustainable-Business
    • Smalltalk
    • Edities

    • Verenigde Staten
    • Duitsland
    • Polen
    • Spanje
    • India
    • Japan
    • Mexico
    • Zuid Afrika
    • Specials

    • Laatste nieuws
    • Video
    • Business Insider Live
    • Internationaal
    • Over Business Insider

    • Cookies
    • Contact
    • Adverteren
    • Persbericht op Business Insider
    • Nieuwsbrieven
    • Algemene voorwaarden
    • Privacy- en cookiereglement
    • Werken bij Business Insider
  • Volg Business Insider Nederland op Facebook
  • Volg Business Insider Nederland op Twitter
  • Volg Business Insider Nederland op LinkedIn
  • Volg Business Insider Nederland op Instagram

Copyright © 2023 Business Insider Nederland. Alle rechten voorbehouden. Registratie of gebruik van deze site vindt plaats onder Algemene Voorwaarden en Privacybeleid.
Algemene voorwaarden | Privacybeleid | Cookie-overzicht | Adverteren | Vacatures

    • Mijn Account
    • Insider (US)
  • Abonneren Abo

Jaap Meijers

Neem contact op met Jaap Meijers via email
Bekijk de Twitter pagina van Jaap Meijers

Jaap Meijers

Jaap Meijers is freelance journalist. Hij schrijft onder meer over wetenschap en techniek, media en samenleving, ontwikkelingssamenwerking en datajournalistiek.

Bier is booming: 3 keer zoveel kleine brouwerijen in 11 jaar tijd

  • Jaap Meijers
07 jul 2014
Je dacht dat Europa een unie is? Probeer dan maar eens een internationale treinreis te boeken. De eenwording heeft helaas niet geleid tot een reisplanner die heel Europa beslaat. Een paar slimme bedrijven proberen dat toch voor elkaar te krijgen – en ze zijn al een heel eind op weg. Veel mensen vinden reizen per trein fijner dan vliegen of in de auto zitten. Ze vinden het meer ontspannen en op een bepaalde manier avontuurlijker. Maar hoe prachtig de treinreis van Nederland naar de Peloponnesos ook is, en hoe chique een internationale nachttrein ook kan voelen – het plannen van zo'n reis is helemaal niet ontspannen. Ondanks het Europese project en de moderne infrastructuur in de lidstaten blijkt zoiets nog flink ingewikkeld. NS highspeed stuk Probeer het maar eens via NS Hispeed. Die site is 'stuk': de reisplanner werkt wel, maar prijzen vergelijken gaat niet, laat staan de reis boeken. Groningen-Zürich lukt nog wel, maar Eindhoven-Barcelona gaat niet. Niet dat er geen treinen rijden tussen Brabant en Catalonië, maar dat traject zit domweg niet in het systeem. Het enige dat de NS biedt aan mensen die er met de site niet uitkomen, is een 0900-nummer. De internationale reisplanner van de Deutsche Bahn is een stuk beter, maar ook daar staat bij veel reizen 'geen prijsinformatie mogelijk'. Een eerste stap richting Europese integratie op het spoor is de website The Man in Seat 61. Mark Smith startte de onder treinliefhebbers populaire site al in 2001 om frustraties bij het boeken van internationale treinreizen te verlichten. Inmiddels biedt hij allerhande informatie over kortingen en goede routes tussen de belangrijkste Europese steden, het verkrijgen van visums en de accommodaties in treinen. In Nederland is Treinreiswinkel populair. Het reisbureau met vestigingen in Leiden en Amsterdam neemt de treinreiziger veel zoekwerk uit handen. De medewerkers kunnen simpele treinreizen boeken, maar ook complete treinvakanties uitdokteren. Zelf treinreis samenstellen en boeken Maar zélf een reis plannen en boeken wordt ook steeds makkelijker. Er zijn verschillende startups bijgekomen de laatste jaren die menen dat het plannen van treinreizen beter kan in Europa. Bedrijven als Wanderio en Waymate werken hard om een Europese treinreis boeken net zo gemakkelijk te maken als het boeken van een vliegticket. De Duitse startup GoEuro voegde begin april de BeNeLux toe aan zijn online internationale reisplanner, zodat gebruikers internationale reizen vanaf Nederlandse stations kunnen vinden en boeken. Zo ver is het Britse Loco2 bijna. Het bedrijf is in 2006 ontstaan 'vanuit een frustratie met de status quo', aldus de website. Het is inmiddels mogelijk om treinkaartjes te kopen in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en, sinds februari, Spanje. Mede-oprichter Jimmy Andrews verwacht België en Nederland binnen een paar maanden toe te voegen aan het pakket: “We zijn op dit moment de contractbesprekingen en aan het afronden. Het is lastig om precies te zeggen wanneer we echt van start kunnen gaan in Nederland, maar we hopen op augustus.” Als de contracten eenmaal getekend zijn, moet Loco2 eerst nog aan de slag met de technische koppeling. Dat is namelijk wat de Europese integratie zo moeilijk maakt: toegang tot de data. Een treinen-startup moet bij de boekingsystemen kunnen van de spoormaatschappijen én bij de gegevens over de actuele dienstregeling. Die systemen zijn redelijk gescheiden. Hoe heeft Loco2 de grote nationale spoorbedrijven zo ver gekregen dat ze Loco2 toegang gaven? “Een paar jaar geleden aarzelden ze wel. We haalden eerst het Verenigd Koninkrijk binnen, toen de Franse SNCF en daarna DBahn. Toen ze zagen dat we zorgden voor redelijk wat sales, kwam er meer bereidheid om mee te doen.” Andrews denk dat de Belgische en Nederlandse spoorbedrijven graag mee willen doen, omdat ze zich niet op hun kop willen laten zitten door hun grote buitenlandse concurrenten. Probleemloos reizen boeken Wanneer zullen we echt zonder problemen reizen kunnen boeken door heel Europa? “De komende maanden zul je zien dat de zoekmogelijkheid veel beter wordt. Je zult kunnen boeken van overal naar overal. Er zullen altijd gaten blijven hoor, met name in Oost-Europa, en Portugal. Er is maar weinig vraag naar bestemmingen in Roemenië of Bulgarije, maar hun systemen zijn er ook nog niet klaar voor. Die kunnen we niet makkelijk in ons systeem integreren. Echt pan-Europees blijft daardoor moeilijk.” Lees ook 'Prijzen vliegtickets verschillen wel tot 35 procent per boekingssite'

Waarom een Europese treinreis boeken zo moeilijk is

  • Jaap Meijers
23 mei 2014
Personal shoppers bestaan al jaren. Iemand die wél smaak heeft kiest kleren voor je uit zonder dat je daar zelf veel tijd aan kwijt bent. Maar House of Einstein is anders. Bedrijf: House of Einstein Product: complete outfits die je thuis ontvangt na een online gesprek met een personal shopper. Wie? House of Einstein bestaat sinds september 2012 en is het bedrijf van Jantien Herfst (30) en Mei Ling Tan (28). Waar? Leiden, in het huis van de grootmoeder van Jantien Herfst. Einstein logeerde er ooit, vandaar de bedrijfsnaam. Nieuwe cliënten van House of Einstein hebben via Skype een gesprek met een van de 'outfitters' van het kledingbedrijf. Nadat de maten zijn genoteerd en de wensen zijn besproken, stelt de outfitter een of meer outfits samen. Na ontvangst van de koffer kan de klant besluiten of hij de uitgekozen kleren afrekent of terugstuurt. Op die manier zorgt House of Einstein ervoor dat “de man gegarandeerd succesvol gekleed gaat, zonder tijd kwijt te zijn aan winkelen.” Outfitter en oprichter Mei Ling Tan: “Mensen die met jou gaan winkelen, betaal je voor hun uren. Maar bij ons betaal je alleen voor de kleren. De service is helemaal gratis, en dat is nieuw.” Hoe duur ben je dan uit bij House of Einstein? “De kleding kost bij ons hetzelfde als in de winkel. Ja, wel duurder dan de WE. We zijn ongeveer de Bijenkorf.” In de mooie Leidse stadsvilla, rode baksteen, oude houten vloeren, is een van de kamers ingericht als 'warehouse'. Een stagiaire staat tussen kledingrekken en dozen outfits bij elkaar te zoeken. Tan: “We zijn nu met vier full-time outfitters, plus drie jongens die een dag per week IT en financiën doen, en dan nog drie stagiaires. Ja, ons kantoor is mooi, maar we groeien er wel uit binnenkort.” House of Einstein zei een paar jaar geleden, waarschijnlijk vanuit bravoure die nodig was om een startup-wedstrijd te winnen, dat het in 2014 10.000 klanten wilde hebben in Nederland en Duitsland. De doelen zijn inmiddels wat realistischer, zegt Tan: “Dit jaar willen we groeien naar de duizend klanten, en volgend jaar vijfduizend.” Maar als ze dan toch doelen moet noemen, blijkt de ambitie nog springlevend: “Binnen vijf jaar jaar bij 5 miljoen omzet. Binnen vijf jaar moeten we serieus concurreren met de Bijenkorf.” Hoe hebben jullie je startup gefinancierd? “Tot nu toe hebben we alles zelf gefinancierd, dankzij ons eigen netwerk. Wel zo fijn na alle horrorverhalen over investeerders en banken. Maar we realiseren ons wel dat echt doorgroeien lastig is met alleen eigen middelen. We zijn tégen geld ophalen voordat je begonnen bent. De basis van je bedrijf moet zijn dat je geld krijgt van je klant, niet van een investeerder. Dat moet het kloppende hart zijn van je bedrijf.” Hoe staat het er nu voor? “Het gaat supergoed. We hebben net een nieuwe website gelanceerd. Die geeft een beter beeld van wie we zijn en wat we doen. Dat leidt ook meteen tot nieuwe klanten – mensen die ons al langer kennen maar die nu beslissen er wat mee te doen.” Hoe wil je die nieuwe klanten bereiken? “Mond-tot-mond-reclame is heel belangrijk. Daar is onze corporate outfitting ook zo goed voor. House of Einstein zit af toe een of twee dagen bij grote bedrijven als Google, McKinsey en Bol.com. Daar komen we precies onze doelgroep tegen – de werkende man. Wij komen naar je werk, zorgen voor nieuwe kleren, zodat je in het weekend tijd overhoudt.” “Er zit een concurrent in Amsterdam die de intake doet met een online quiz en dan een telefoontje achteraf. Wij kiezen voor een intensiever model. Met die intake van half uur hebben we meteen persoonlijk contact, en dat proberen we vast te houden.” Hoeveel klanten worden vaste klant? “De helft van de klanten blijft. Dat is voor e-commerce best veel. Dit is het derde seizoen dat we ze kleden. Sommigen willen elk seizoen een nieuwe box. Ze bellen: waar blijft mijn nieuwe box? We hebben nu zevenhonderd klanten en dat aantal groeit. We hebben nu bewezen dat het werkt, dat de markt er is. We kunnen dit, anders zouden de klanten niet terugkomen. Het werkt niet voor iedereen, maar negentig procent van onze klanten is blij.” Maken jullie ook al winst? “Komende drie jaar investeren we alles wat we verdienen in IT, dus in die zin zal er van winst geen sprake zijn. Maar je creëert zo wel veel waarde in je bedrijf.” Herfst en Tan studeerden beiden technische bestuurskunde in Delft en hadden allebei altijd al een passie voor mode. Tan studeerde af op de energiemarkt en werkte een tijdje als styliste. Om hun eigen bedrijf verder uit te bouwen, werken ze aan een eigen ERP- en CRM-systeem: software die moet gaan zorgen voor intelligente matchmaking tussen klantprofiel en onze voorraad. “Daar willen we flink in investeren. We hebben het helemaal in ons hoofd en het is deels al ontwikkeld. Wij geloven in een persoonlijke, privé webshop, alleen voor jou. Webwinkels zijn nu enorme databases, waarbij je precies moet weten van welk merk en welke kleur je wilt. Bij Zalando kun je als man uit 700 jeans kiezen. Onze klant krijgt een eigen webshop waarin alleen producten staan die voor hem van toepassing zijn.” Eenvoudig is dat niet, want mode is nou eenmaal geen eenvormig product. De maten alleen al kunnen bij verschillende merken verschillende dingen betekenen. Tan: “Mode is niet door ingenieurs bedacht.” House of Einstein heeft nu alleen nog outfits voor mannen. Waarom eigenlijk? “Omdat mannen het niet leuk vinden om kleren te kijken. Het sourcen vinden ze niet leuk. Vrouwen willen wel winkelen, maar mannen willen gewoon meteen klaar zijn met veel outfits. Met dat idee zijn we begonnen. Maar ik krijg ook veel vragen van vrouwen, vooral over zakelijke outfits. Goede zakelijke kleding voor vrouwen is lastig. Dus werken we ook aan een lijn voor vrouwen.” Lees ook 't Gat in de Markt: een pak laten aanmeten op kantoor

’t Gat in de Markt: personal shopper via Skype

  • Jaap Meijers
02 mei 2014

De consultants van Deloitte krijgen les in innovatie

  • Jaap Meijers
25 apr 2014
Er zijn een paar grote brouwerijen die de markt domineren met pilsen die allemaal op elkaar lijken. Maar daar komt in hoog tempo verandering in. Het Nederlandse speciaalbier bruist weer. In een oude fabriek van Honig is sinds januari Oersoep gevestigd, een kleine brouwerij. In de grote witbetegelde ruimte in Nijmegen waar eerst ketels met bouillon stonden, staan nu de ketels van Oersoep. Door de pallets met fusten en zakken hop ziet het eruit als een flinke onderneming, maar de flesjes vullen en etiketten plakken gebeurt nog met de hand. “Dat is nog een bottleneck,” zegt brouwer Sander Kobes. “We kunnen nu maximaal 1.750 flessen per dag etiketteren. Daar zijn wel machines voor, maar ja, dan moeten we ook meer investeren.” Microbrouwers zoals Oersoep zijn maar heel klein vergeleken bij de grote brouwerijen met hun productie van miljoenen hectoliters. Heineken, Bavaria, Grolsch en Inbev, en daaronder een paar kleinere brouwers zoals Alfa en Gulpener, domineren de biermarkt al heel lang. Vroeger had elk dorp zijn eigen brouwer, maar die werden allemaal opgekocht, totdat er in 1980 minder dan twintig brouwers over waren. Bier brouwen veranderde van een ambachtelijk in een industrieel proces. Het diverse aanbod verschraalde tot één industrieel product. Explosie van brouwers Maar dat is de laatste tijd enorm aan het veranderen. Bierwebsite Cambrinus.nl telt nu maar liefst 208 Nederlandse brouwers – veertien daarvan zijn dit jaar gestart. Hoeveel nieuwe bieren dat oplevert, merkt ondernemer Luc Vandewall. Zijn Bierapp is een gratis app die je helpt bij het ontdekken van je biersmaak. Als je een biertje met vier of vijf sterren beoordeelt, komt de app met suggesties voor bier dat je waarschijnlijk ook lekker vindt. Vandewall: “We hebben nu bijna dertig cafés in de Bierapp staan. Zij hebben bij elkaar al 1.100 verschillende bieren in huis. De grote influx van nieuwe bieren is amper bij te houden. Behalve Oersoep zijn er alleen al in Nijmegen in drie jaar tijd drie brouwerijen bijgekomen.” Zurig bier voor de liefhebber Brouwerijen als Rooie Dop (sinds 2012) in Utrecht, De Molen (sinds 2004) in Bodegraven en Van Moll in Eindhoven (sinds vorig jaar) bloeien op. Zulke Nederlandse microbrouwerijen maken bier voor de liefhebber. Sander Kobes: “We maken geen middle-of-the-road-bier. Onze bieren zijn bijvoorbeeld wat zurig. Je moet het leren drinken, net als koffie of whisky. Maar het genot is ook een stuk groter. Als je het leert waarderen, dan beleef je meer plezier aan een speciaalbier dan aan pils.” Export is erg belangrijk voor de kleine brouwers. “Er zijn heel veel liefhebbers van speciaalbier. Helaas niet allemaal op één plekje,” zegt Kobes glimlachend. “In Amerika is 'craft beer' heel groot. Het speciaalbier neemt daar tien tot vijftien procent van de markt in; dat is hier nog niet eens één procent.” Oersoep-bier gaat dus naar Italië, Scandinavië en de Verenigde Staten. De verhouding binnenland-buitenland is nu 60/40, wat naar verwachting zal omdraaien. Cafébaas niet langer in wurggreep grote brouwers Hoe komt het eigenlijk dat microbrouwerijen nu zo in opkomst zijn? Ambachtelijke, regionale producten zijn hip, en dus is er ook meer vraag naar ambachtelijk gebrouwen bier. Wat ook helpt, is dat het de grote brouwers niet langer is toegestaan cafés strenge contracten op te leggen. Cafébazen hebben meer vrijheid zelf te bepalen wat ze op tap hebben en welke prijzen ze rekenen. De prijs van pils is dichterbij die van speciaalbier komen te liggen. Allemaal goed nieuws voor de kleine brouwer. Dankzij crowdfunding kunnen startende brouwers gemakkelijk aan de gang. Brouwerij Oedipus in Amsterdam kon beginnen nadat ze het dubbele ophaalden van hun streefbedrag, en ook Oersoep is helemaal gefinancierd met crowdfunding. Sander Kobes en zijn compagnon Kick van Hout haalden zo twee ton aan leningen binnen. Drie tanks bijbesteld Oersoep is pas twee jaar bezig, maar is nu al uitgegroeid tot iets dat je bijna niet meer micro kunt noemen. Er staan vier imposante tanks voor vergisting, met elk vierduizend liter bier. Maar de handel gaat te goed, zegt Kobes. “Dus we hebben alweer drie tanks bijbesteld.” Naast de fabriekshal zit een bier-winkeltje, geopend van twee tot vijf. Deze zomer komt er een heuse brewpub, met een terras waar bezoekers kunnen genieten van bier en het uitzicht op de Waal. De toekomst ziet er rooskleurig uit voor de microbrouwer. “In januari zijn we gestart met brouwen op deze schaal. Er zit net achtduizend liter in de tanks. Ik verwacht dat we snel winst gaan maken, dit jaar nog.” Kobes' doel is zeker niet om uit te groeien tot een Heineken of Gulpener: “Ik wil zelf bij de ketels blijven staan, lekker experimenteren met nieuwe smaken, nieuwe bieren uitproberen. Zolang mensen een lekker biertje van ons kunnen drinken, ben ik blij.” Lees ook Eeneiige tweeling vecht broederstrijd uit met speciaalbier Economen snappen niks van bier

Ze zijn er steeds meer: kleine brouwerijen met Nederlands speciaalbier

  • Jaap Meijers
07 apr 2014
Boven op de kosten voor bouw en onderhoud van een website komen de kosten om hem online te zetten – de webhosting. Dat hoeft niet duur te zijn, maar ondernemers worden vaker afgezet dan je denkt. Drie vragen die je moet stellen om te hoge kosten te voorkomen. De kosten voor sites willen nog weleens enorm uit de klauwen lopen. Na de 74 miljoen dollar die de Amerikaanse overheid uitgaf aan de bouw van Sam.gov, kostte de hosting nog eens 9 miljoen dollar per jaar. België gaf de laatste jaren bij elkaar maar liefst 83 miljoen euro uit aan Belgium.be. Wie denkt dat alleen overheden het zo aanpakken en dat bedrijven immuun zijn voor online afzetterij, heeft het mis. Bedrijven zijn alleen minder transparant in wat ze uitgeven. Vooral voor ondernemers zonder IT'ers onder hun personeel of in hun vriendenkring vinden het lastig om in te schatten wat een redelijke prijs is voor de 'online presence'. 1. Wat heb ik eigenlijk nodig? Als je geen idee hebt wat je nodig hebt, dan laat je je al snel iets aanpraten door een handige ICT-dienstverlener. Vraag daarom eens aan de huidige hosting-leverancier wat je eigenlijk afneemt. Dus hoeveel dataverkeer je verbruikt met je site(s), wat voor server (of hoeveel servers) er nodig is om je website draaiende te houden en wat voor software op die server draait. IT'er Stef Boerhout richt netwerken in voor mkb-bedrijven. Er kan heel veel, zegt hij, maar heb je dat ook nodig? "Het is belangrijk is om goed de benodigde functionaliteit inzichtelijk te maken. Wil je een server met je site, alle mail, een telefooncentrale of een combinatie daarvan? Vaak stelt de provider dingen beschikbaar die de klant niet benut, maar waar hij wel voor betaalt." Twintigduizend euro betalen om de bedrijfswebsite in de lucht te houden (heus, dat komt voor) is voor veruit de meeste bedrijven in het midden- en kleinbedrijf 19.000 euro te veel. Voor gewoon een website, wat mailadressen en een domeinnaam zou je niet meer dan vijftig euro per jaar moeten betalen. Wat de prijs van webhosting flink kan opdrijven zijn de eisen die je stelt aan de service. Dus hoe bereikbaar moet de helpdesk zijn en hoe vaak mag de server offline zijn voor onderhoud? Hetzelfde geldt voor beveiliging. Niet iedereen heeft data die zo gevoelig is dat hij perfect NSA-proof opgeslagen moet worden in Zwitserland of in een nucleaire bunker in Stockholm. 2. Kan dat niet goedkoper? Als je eenmaal weet wat je wilt inkopen, bel dan vijf andere partijen om te vragen wat zoiets moet kosten. Dat kan ook heel informatief zijn als een bestaand ICT-contract toe is aan verlenging. Maak duidelijke afspraken met de ICT-afdeling en de leveranciers, dat scheelt een boel vage kosten. Een budget zonder duidelijke doelen geeft een leverancier de vrijheid om flinke kosten te rekenen, zonder dat duidelijk is waarvoor. Een mailbox aanmaken voor een nieuwe werknemer kost jouw ICT-leverancier maximaal 15 minuten. "Het kan zelfs sneller", vertelt Stef Boerhout. "Voor grote bedrijven is er vaak een script dat meerdere gebruikers kan aanmaken in korte tijd." Sipke Overbeeke heeft een navigatie-app voor de iPhone, Topo GPS, die al meer dan een jaar in de top 100 van betaalde apps staat. De kaarten voor die applicatie staan op een eigen server, waar ook nog enkele andere sites draaien. Het gaat om veel data en vrij veel dataverkeer. Ook bij kleinere bedrijven betaal je snel teveel, meent Overbeeke. Zijn server stond eerst bij Denit. "Zij waren ooit de goedkoopste betrouwbare hoster, maar later werden ze steeds duurder. Ze verhoogden zelfs de prijs omdat opslag duurder was geworden." Inmiddels heeft hij zijn klandizie verhuisd naar Amazon. "Daar een server neerzetten vereist veel technische kennis, maar de kosten zijn vier keer lager." 3. Kan ik het niet beter zelf doen? Een optie die helemaal een stuk goedkoper kan uitvallen: gewoon zelf een webserver neerzetten. Je moet er wel de kennis voor in huis hebben, maar superingewikkeld is het ook weer niet. Michiel Mijdam werkt in de IT als projectleider en is zelf technisch erg handig. Het aantal websites van zijn eigen bedrijf en dat van zijn vrouw begon toe te nemen. "De mail bij onze provider was erg onbetrouwbaar. Die was soms een hele dag onbereikbaar en dat kost business." Mijdam zette thuis een server neer die meerdere websites en ook de mail afhandelt, helemaal opgezet met open-source software. Dankzij een glasvezelverbinding van XS4ALL is de snelheid waarmee de sites te bekijken zijn geen probleem. Het voordeel van een eigen server is dat je gemakkelijk nieuwe sites en mailboxen kunt toevoegen en dat je zelf software kan installeren. Geen telefoontjes meer naar een verre, soms dure helpdesk dus. Michiel Mijdam noemt ook als voordeel dat je zelf controle hebt over je eigen bestanden: "Ik ben de baas over mijn servers. Ik bepaal wie toegang heeft tot de bestanden en de mails, niet de NSA." Bij de berekening van de kosten moet wel het stroomverbruik meegerekend worden. Een server staat het hele jaar door aan en dus is iedere watt verbruik meteen merkbaar in de kosten. Maar hoe meer sites er op de server draaien, hoe voordeliger het wordt. Waar je wel aan moet denken, is goede beveiliging en vaak backuppen – maar dat moet een verantwoordelijke ondernemer toch al. Lees ook Zo maak je een succes van je IT-project

Zo voorkom je dat je te veel betaalt voor webhosting

  • Jaap Meijers
21 mrt 2014
Duke Faunabeheer bestrijdt overlast van dieren. Konijnen, vossen – die komen steeds meer voor – en mollen die sport- en golfterreinen overhoop halen. Maar de echte specialisatie van Duke Faunabeheer is vogels: duiven, meeuwen en ganzen. Als die overlast veroorzaken, in gemeentes, voor boeren of op luchthaven Schiphol, dan wordt Duke Faunabeheer gebeld. Bedrijf? Duke Faunabeheer Product? Overlast van vogels tegengaan door ze te weren, verjagen – of vangen en dan doden. Wie? Arie den Hertog en zijn vader Dick den Hertog Waar? Lelystad Arie den Hertog heeft klussen in heel Nederland: “Gisteren was ik op de Maasvlakte om meeuwen te vangen, morgen ben ik in Noord-Holland. We rijden hier met drie auto's elk 80.000 kilometer per jaar. En soms rijden we voor maar tien minuten werk. Kooien op het dak van een winkelcentrum leggen bijvoorbeeld.” Er zijn veel meer ongediertebestrijders in Nederland. Die vangen ook wel eens wat duiven, maar de familie Den Hertog is de enige die grotere klussen met vogels doet. Werk is er genoeg, vertelt Arie den Hertog: “In Nederland krijg je steeds meer conflictsituaties. We hebben een vaste oppervlakte, maar het aantal dieren en het aantal mensen neemt steeds meer toe. Nederland is nog lang niet vol met ganzen bijvoorbeeld. Gras zat. Maar gras is eigenlijk voor de koeien, vinden de boeren, dus zij willen de ganzen weg hebben.”

Als Schiphol last heeft van ganzen, bellen dit familiebedrijf uit Lelystad

  • Jaap Meijers
18 mrt 2014
Sander Smit, oprichter van MakerPoint, een winkel waar je 3D-printers in actie kunt zien en aanschaffen.

’t Gat in de markt: Winkel waar je 3D-printers kan voelen, ruiken en kopen

  • Jaap Meijers
31 jan 2014
Als er een voetballer van het tafelvoetbal sneuvelt, printen ze bij Shapeways gewoon een nieuwe.

Shapeways: hoe een Eindhovens bedrijf 3D-objecten print voor de hele wereld‏

  • Jaap Meijers
27 jan 2014
Overal kun je een coach voor krijgen: leren presenteren, leiderschapskwaliteiten bijspijkeren, studiebegeleiding, en natuurlijk voor je persoonlijke groei. En er komen alsmaar coaches bij. Zijn die wel nodig, of is de markt al overvol? Beginnen de nieuwe starters aan een florerende eigen zaak, of wordt het aanmodderen met een uit de hand gelopen hobby? Op zoek naar organisatie-adviseurs, naar loopbaanadvies, of een beetje persoonlijke groei? Het is allemaal mogelijk, tijdens lange wandelingen of in een teambuilding-sessie met honden, vanuit 'de metafoor van de roedel'. Volgens de organisatoren van de workshop 'Wijze lessen van Hond en Paard' kan de hond fungeren als 'spiegel en aangever'. In 2013 startten maar liefst dertien procent méér mensen met een nieuw bedrijf dan in het jaar daarvoor, liet de Kamer van Koophandel deze week weten. Maar liefst 94 procent daarvan zijn ZZP'ers. Coach is bij uitstek een beroepsgroep van kleine zelfstandigen, maar hoeveel coaches erbij kwamen is moeilijk precies vast te stellen; de KvK registreert ze niet als één categorie. Wel duidelijk is dat er maar liefst 11.474 bedrijven bij kwamen in de sector 'advisering op het gebied van management en bedrijfsvoering'. 1.940 nieuwe bedrijven gaan zich toeleggen op 'bedrijfsopleiding en -training' en 2.155 op studiebegeleiding. Die drie sectoren zijn samen op dit moment ruim 150.000 bedrijven groot. De beroepsverenigingen voor coaches en trainers zien er veel coaches bij komen, maar velen houden het ook weer voor gezien. NOLOC, een orde van loopbaanadviseurs en carrière-coaches, had afgelopen jaar bijna driehonderd opzeggingen, maar kreeg er ook ruim 400 nieuwe leden bij. De Landelijke Vereniging voor Supervisie en Coaching (LVSC) zag het ledenaantal met 2.250 coaches en supervisoren per saldo gelijk blijven. Wouter Craandijk coacht al sinds 2004. Hij wil mensen bewuster maken van zichzelf, zodat ze 'meer in overeenstemming met hun essentie kunnen leven en werken'. Sinds anderhalf jaar runt hij met een compagnon het coachingscentrum De Pelgrimage, waar mensen zich laten begeleiden bij hun loopbaan en persoonlijke ontwikkeling. Waarom hebben mensen begeleiding nodig? “Functies en takenpakketten worden door ontwikkelingen in de markt steeds complexer. Er moet veel meer gedaan worden met minder. Dat legt op iedereen meer druk. Dan is het fijn dat je met iemand kunt sparren, om te voorkomen dat je vastloopt.” Craandijk ziet de markt flink volstromen de laatste jaren: “Mensen noemen zich ook wel snel coach, dat geeft een hoop inflatie. Iedereen kan die titel wel op zijn deur spijkeren, maar dat zegt mij niks. Echt een goede coach zijn, dat houdt nogal wat in. Je moet scherp naar jezelf durven kijken. Een coach zijn voor een ander betekent ook een grote verantwoordelijkheid.” Maar hij vindt al die nieuwe collega's niet erg; de vraag neemt immers ook toe. “Mijn klanten zijn vooral werkgevers. Maar werknemers nemen steeds meer het initiatief voor hun eigen loopbaanontwikkeling. Mensen denken 'Vandaag heb ik een baan, morgen niet meer. Weet je wat, ik ga vast zelf wat regelen'. Dat neemt de komende drie, vier jaar alleen maar toe.” Beroepsverenigingen NOBCO en NOLOC schatten in 2011 dat er zo'n 40.000 coaches zijn in Nederland waren. Het Tijdschrift voor Coaching concludeerde in 2012 na een enquête onder 2.200 lezers dat 45 procent van hen niet kan rondkomen van hun inkomsten als coach. Wouter Craandijk: “Mensen kiezen nu liever voor het aflossen van hun hypotheek dan voor carrièreontwikkeling. Heel veel loopbaancoaches halen nu geen begelegde boterham binnen. Zij zullen iets anders moeten. Wij draaien met zijn tweeën rond de ton omzet. Dat is behoorlijk aanpoten hoor, maar ik zie wel een flinke stijging afgelopen twee jaar.” Laura Babeliowsky coacht coaches. Ze wil ze helpen meer klanten te vinden en goed te verdienen. Op haar site bouweenbloeiendbedrijf.nl noemt de business coach haar missie: coaches, trainers en adviseurs helpen om minimaal 100.000 euro per jaar te verdienen. Ziet zij de coaching-business als een florerende bedrijfstak of is het meer een verzameling mensen die aanmodderen? “Eigenlijk het laatste. Ze hebben vaak hun focus niet. Ze willen graag mensen helpen en het is een hele eye-opener dat ze moeten verkopen en marketen. Dat moeten ze leren. Maar in potentie is het een heel lucratief beroep. Je kunt er hele goede zaken in doen.” Hoeveel verdient Babeliowsky zelf dan? “Ik verdien tonnen. Vorig jaar heb ik een miljoen verdiend. Er zijn veel mensen die niet zoveel verdienen, maar er zijn ongelofelijk veel niches mogelijk die nu nog niet benut worden. Als je het slim aanpakt, kun je met een kleine groep klanten ook veel verdienen. De behoefte breidt ook steeds uit. Ik heb zelf wel drie coaches! Ik heb een business coach, iemand voor mijn persoonlijke ontwikkeling en afgelopen jaar iemand om me te helpen af te vallen. Het is ook helemaal geen taboe. Ik zoek overal hulp voor. Daarom ben ik ook zo succesvol!”

De coach: is het een hobby of een echt beroep?

  • Jaap Meijers
13 jan 2014
Vorige 1 … 4 5 6
Terug naar de homepage
  • Volg Business Insider Nederland op Facebook
  • Volg Business Insider Nederland op Twitter
  • Volg Business Insider Nederland op LinkedIn
  • Volg Business Insider Nederland op Instagram
Terug naar de homepage

Copyright © 2023 Business Insider Nederland. Alle rechten voorbehouden. Registratie of gebruik van deze site vindt plaats onder Algemene Voorwaarden en Privacybeleid.
Algemene voorwaarden | Privacybeleid | Cookie-overzicht | Adverteren | Vacatures