Sla het menu over en ga direct naar de content van deze pagina Sla het menu over en ga direct naar zoeken op Business Insider
Terug naar de homepage
  • Ondernemen
    • Strategie
    • Sustainable Business
    • CMO Insider
  • Tech
    • Personal Tech
    • Zakelijke IT
  • Finance
    • Bedrijfsfinanciering
    • Geld & Vermogen
    • Beurs
    • Crypto
  • Carrière
    • Carrière & Ontwikkeling
    • HR
    • Vacatures
  • Auto
    • Auto
    • Reizen
  • Business Insider Live
  • Laatste nieuws
  • Contact
  • Adverteren
  • Alles
    • Secties

    • Ondernemen
    • Finance
    • Carriere-HR
    • Lifestyle
    • Auto-Reizen
    • Tech
    • Politiek
    • Sustainable-Business
    • Smalltalk
    • Edities

    • Verenigde Staten
    • Duitsland
    • Polen
    • Spanje
    • India
    • Japan
    • Mexico
    • Specials

    • Laatste nieuws
    • Video
    • Business Insider Live
    • Internationaal
    • Over Business Insider

    • Cookies
    • Contact
    • Adverteren
    • Nieuwsbrieven
    • Algemene voorwaarden
    • Privacy- en cookiereglement
    • Werken bij Business Insider
  • Volg Business Insider Nederland op Facebook
  • Volg Business Insider Nederland op Twitter
  • Volg Business Insider Nederland op LinkedIn
  • Volg Business Insider Nederland op Instagram

Copyright © 2024 Business Insider Nederland. Alle rechten voorbehouden. Registratie of gebruik van deze site vindt plaats onder Algemene Voorwaarden en Privacybeleid.
Algemene voorwaarden | Privacybeleid | Cookie-overzicht | Adverteren | Vacatures

Advertentie

Jaap Meijers

Neem contact op met Jaap Meijers via email
Bekijk de Twitter pagina van Jaap Meijers

Jaap Meijers

Jaap Meijers is freelance journalist. Hij schrijft onder meer over wetenschap en techniek, media en samenleving, ontwikkelingssamenwerking en datajournalistiek.

Na Max Havelaar-koffie en Oké-bananen, nu ook eerlijk goud

  • Jaap Meijers
23 mrt 2015
Soms lijkt het alsof onze economie al helemaal bestaat uit onlinediensten gemaakt door snelle startups met een ‘fail fast’-strategie. Maar schijn bedriegt. Z24 zocht én vond een paar ondernemers met ouderwetse producten. Deze week: microfilm. Soms is analoog beter dan digitaal, nog steeds. Data-opslag was vroeger een zaak van foto, film en papier. Archieven worden massaal gedigitaliseerd, maar er is nog een heel klein marktsegmentje dat niet wil opgeven. Microfilm is voor sommige gevallen nog altijd de beste oplossing. Op het transparante fotografisch materiaal kan in sterk verkleinde vorm tekst of andere informatie worden afgedrukt. Het bedrijf Karmac Microfilm & Scanning was één van de laatste grotere bedrijven die nog microfilm maakten. “Tot vorig jaar hadden we nog wat ziekenhuizen, de politie en wat overheidsinstellingen,” vertelt Rob van Santen van Karmac. "Maar de overheid heeft langzamerhand gezegd dat het niet altijd meer op microfilm hoeft." Net als de meeste bedrijven die voorheen in de productie van microfilm zaten, is ook Karmac zich gaan toeleggen op het digitaliseren. “Ik heb nog twee klanten die zelf een camera hebben om microfilm mee te schieten, maar dat is het. Wij zijn er zelf ook mee gestopt.” De laatste restjes microfilmwerk brengt Karmac naar een ander bedrijf. Volgens Van Santen is dat het enige bedrijf in Nederland dat nog informatie op microfilm opslaat: ECM in Lelystad. De eigenaar van ECM, Johan de Lange, is sinds 1984 bezig met microfilm. "Ik heb duizenden kilometers film geproduceerd voor allerlei industrieën. Voor bedrijven als DAF en Fokker bijvoorbeeld. In dat soort branches is microfilm lange tijd in gebruik geweest." Digitaal niet altijd beste optie Het grootste deel van de activiteiten van ECM is het adviseren over en leveren van 'digitaliseringsoplossingen'; systemen die informatie in groot volume veilig en digitaal kunnen opslaan. Maar De Lange (61) spreekt nog altijd met veel vuur over microfilm. "Voor ik het weet ben ik weer aan het prediken voor microfilm, terwijl ik dat eigenlijk heb opgegeven. Als het nou een jong iemand was die net van universiteit af kwam, dan werd er anders naar gekeken dan als die ouwe knakker wat zegt. Ik wil niet vechten tegen de bierkaai." Hij zou graag meer mensen ervan overtuigen dat digitaal niet altijd de beste optie is voor archieven. "Vooral bij jongere managers is automatisering heilig. Die zijn blij met hoeveel je ermee kunt doen, maar dan heb je het over actieve data. Als het om historische informatie gaat, dan speelt houdbaarheid een belangrijke rol", aldus De Lange. "Computers zijn geschikt voor het opzoeken van informatie, maar die zijn ook ons archief geworden. Terwijl de houdbaarheid van een digitaal archief nul komma nul is." Probleem van digitale opslag De belangrijkste factor bij de keuze voor een bepaald archief is natuurlijk geld. Maar bij informatie die lang bewaard moet worden, is digitaal niet per se de meest kosteneffectieve optie. “Digitale data-opslag wordt steeds goedkoper, maar de rekensommetjes vallen nog wel eens voordelig uit voor microfilm. Men denkt altijd dat de kosten van digitaal peanuts zijn, maar om data op een server toegankelijk te houden, moet je je data vaak refreshen en in de gaten houden of die data nog leesbaar is. Over zulke backupkosten wordt vaak niet nagedacht.” Een groot probleem van digitale opslag is de snelheid waarmee de technieken veranderen waarmee we gegevens opslaan, zowel voor hardware als software. “We hangen nu wel heel erg aan pdf. Maar er zijn nu al vijf of zes verschilende pdf-bestandsformaten. Over een paar jaar zijn er vast weer nieuwe compressietechnieken. Vandaag of morgen komt een professor weer met een heel andere techniek. Dan zul je mee moeten. Microfilm kun je over honderden jaren nog bekijken met een vergrootglas en een kaarsje.” Microfilm wordt nog wel gebruikt Ondanks de opmars van digitale opslag, is er nog steeds een markt voor microfilm. Het aantal klanten dat ECM bedient met microfilm ligt 'boven de tien', zegt Johan de Lange. “Het zijn er geen tientallen, maar het is wel een redelijke groep. We produceren jaarlijks nog enkele duizenden meters aan film.” Het gaat dan om microfilm op rollen. De microfiches die vroeger in kaartenbakken zaten of in mappen zijn verdwenen met de automatisering, want die waren vooral bedoeld voor de distributie van informatie. De Lange levert bijvoorbeeld microfilm aan boorplatforms. "Als daar wat gebeurt, zijn de consequenties heel groot. Ik krijg regelmatig data-bevriesmomenten om op microfilm te zetten. Ze hopen dat ze ze nooit hoeven te gebruiken. Maar als er iets is, kunnen ze altijd bij de data. Bij een juridisch steekspel over aansprakelijkheid zijn ze altijd gedekt." Langer dan 500 jaar houdbaar Er zijn ook diverse gemeenten die naast hun digitale archief tevens microfilm laten produceren, vanwege hun bewaarplicht conform de Archiefwet. "Zij willen kunnen zoeken met wildcards, maar ook zekerheid hebben dat we het over honderd jaar nog terug kunnen kijken en herproduceren", zegt De Lange. Dat is volgens hem het mooie van microfilm. "De resolutie van microfilm is heel hoog, bijna 800 dpi, en heeft een houdbaarheid van meer dan 500 jaar. Dat is bewezen met laboratorium-onderzoek. Er is geen enkel digitaal medium dat mij die zekerheid biedt. In normaal bedrijfsbeleid is dat ook niet nodig, dan ben je na 7 tot 10 jaar er liever vanaf dan dat je gegevens nog moet bewaren." De laatste microfilmmaker in Nederland De Lange is de enige overgebleven microfilm-producent van Nederland. M&R in Kampen en Karmac in Lelystad stopten beide ongeveer een jaar geleden met microfilm. Microformat in Lisse verfilmde twee à drie jaar geleden de laatste kranten; tegenwoordig archiveren zij hun productie alleen nog op papier en als pdf. De Lange is naarstig op zoek naar een opvolger. Zal die zich nog lang bezighouden met microfilm? "Ik kan geen koffiedik kijken om te zien wat er in de automatiseringswereld nog gaat gebeuren", zegt De Lange. Hij weet dat de IT-sector bezig is om de houdbaarheid van solid state memory te bekijken. Zulke opslag zou een langere houdbaarheid moeten hebben dan harde schijven met draaiende delen. "Maar voorlopig zijn er nog wel bedrijven die de kosten voor lief nemen en denken: 'Ik leg die film er wel naast'."

De laatste maker van microfilm in Nederland legt uit waarom het de beste manier is om dingen op te slaan

  • Jaap Meijers
13 mrt 2015

Volhouders: verkopers van de vulpen en ander serieuze schrijfwaren

  • Jaap Meijers
27 feb 2015
slimme meter

Slimme meter makkelijk af te lezen: iedereen kan zien wanneer jij doucht

  • Jaap Meijers
29 jan 2015
Personeelsmanagement was nog nooit zo moeilijk. De turbulente economie, een steeds flexibeler arbeidsmarkt, robotisering – er gebeurt nogal wat. Twintig directeuren personeelszaken bespraken in december de toekomst van hun vak. Hoe ziet Human Resource Management (HRM) eruit in 2030? De opleiding HRM van de Hogeschool Rotterdam nodigde twintig HR-professionals uit – zeven HR-managers van grote bedrijven, docenten van HRM-opleidingen en de voorzitster van beroepsvereniging NVP – om te horen hoe zij aankijken tegen de toekomst van hun vak. Diederik Brand, head of HR van de Europese tak van Samsung, ziet een heel andere toekomstige arbeidsmarkt opdoemen: “Het kan heel snel gaan. Kijk maar naar Nokia. Dat groeide heel hard, en het verdween ook weer net zo hard. We moeten ons gaan afvragen hoe we personeelsbeleid afstemmen op zulke kortstondigheid.” Mensen met een baan voor het leven, die verdwijnen. Brand: “Medewerkers pamperen zodat je ze na vijftig jaar een gouden horloges kunt geven, dat zal veel minder voorkomen. Wat wij nu uitvinden, bestaat over twee jaar al niet meer. Misschien hebben we dan weer heel andere mensen nodig.” Zullen Nederlanders nog het werk doen? Alje Kuiper is directeur innovatie bij een organisatie met heel veel werknemers: uitzendketen Randstad. Ook hij ziet veel beweging in de arbeidsmarkt: “Polen, veel mensen in het buitenland, 30 procent zzp'ers... En over vijf jaar bestaat de helft van huidige banen misschien helemaal niet meer. Postbodes en datatypistes heb je niet meer in 2030.” Diederik Brand ziet nog een ander probleem in onze arbeidsmarkt: in vergelijking met hun Aziatische collega's zijn Europeanen verwend en lui. “In Europa en Nederland willen mensen nog maar 24 uur per week werken. De rest van de tijd willen ze andere dingen doen.” Volgens Brand willen buitenlandse werknemers wél een baan van veertig uur per week – waar ze dan ook nog zestig uur voor willen werken. Opleiden Als de arbeidsmarkt zo vluchtig is, moet je als bedrijf dan nog wel investeren in het opleiden van werknemers? Dat is een lastige, blijkt uit de reactie van de captains. Rene Kamp, eigenaar van de Claresco Groep met ongeveer zeventig medewerkers, wil geen mensen opleiden alleen om ze weer te zien vertrekken: “Ik investeer wel, maar voor een beperkt aantal jaren. Ik maak er een schuldkwestie van – als ze eerder weggaan, dan moeten ze er wel wat van terugbetalen. Maar dat houdt ze niet tegen, zodat je steeds weer opnieuw moet beginnen.” “Wij willen niet meer eerst iemand tien jaar opleiden,” zegt AnneHarm Barkema. Hij is chief human resource officer van CEVA Logistics, een bedrijf met wereldwijd ongeveer 45.000 werknemers. “We moeten weten waar iemand zit en die koop je gewoon. Locatie speelt veel minder een rol.” Barkema meent dat 'big data' daarbij gaat helpen. Welke mensen waar goed in zijn, en waar zij zitten, zal de HR-medewerker bij moeten gaan houden met HR-informatietechnologie. “Met twintig man personeel kun je dat nog overzien, met duizend niet meer.” Business-adviseur De functie van personeelszaken zal zelfs verdwijnen, meent Alje Kuiper van Randstad. “Finance, IT, HR, marketing, dat gaat allemaal meer door elkaar heen lopen. Je moet dus ook overal verstand van hebben. HR is een specialisatie uit het verleden.” De HR-medewerker van de toekomst wordt een all-round business manager: een beetje van mensen houden, maar dat combineren met kennis van over data, beloning en talentontwikkeling. Die verandering naar een ander type HRM is ook te zien op de opleiding in Rotterdam. Voorheen heette HRM nog P&A, Personeel en Arbeid. De huidige opleiding wil niet alleen personeelsfunctionarissen afleveren, maar ook heuse HR-adviseurs. AnneHarm Barkema is echter helemaal niet tevreden over de kennis en vaardigheden van afgestudeerde HRM'ers: “Het frustreert ons geweldig dat mensen van het HBO nog nooit van human resources information systems hebben gehoord. Als je tegen zo iemand zegt 'neem even vijftien blue collar-mensen aan', dan vallen ze uit elkaar. Als je dat niet kunt, wat heb je dán geleerd?” Diederik Brand is het daarmee eens: “Als je je rijbewijs hebt gehaald, kun je nog geen auto rijden. De opleiding moet gewoon zorgen dat mensen goed aan de start verschijnen.” Marion Seiffers, Human Resource Development-adviseur van de Hogeschool Rotterdam, merkt fijntjes op dat de bedrijven daar zelf ook iets mee te maken hebben: “De praktijkcomponent in onze opleidingen is heel groot. Zijn de stages die bedrijven verzorgen dan van zo'n slechte kwaliteit dat studenten er niks leren?” De HR-directeuren verwachten aan de ene kant een toenemende verzakelijking maar aan de andere kant ook dat er meer aandacht nodig zal zijn voor bezieling, voor de werknemer als mens. Bij scheepsbouwer IHC Merwede zijn ze nog lang niet zo ver dat de HRM'er een business manager is die zich met strategie bezighoudt, vertelt Pim Huizing: “Bij ons wordt de beste lasser manager.” En als iemand een moeilijk gesprek krijgt, dan houden Huizing en zijn mensen nog hun hand vast: “Ik ben wel van het goeie gesprek. Mijn collega's verzakelijken snel. Ik vraag werknemers nog hoe ze het gedaan hebben met korfbal.” Robots of Aziaten? Het blijft lastig om de toekomst te voorspellen, stellen de captains of HR vast. Misschien wordt het werk in de toekomst wel grotendeels gedaan door robots. Of toch de Polen of Aziaten? Of hebben we er zelf ook nog iets mee te maken? Diederik Brand van Samsung: “Als 3D-printing zich verder ontwikkelt, dan kunnen mensen thuis dingen maken. Dat zet een aantal klassieke industrieën op zijn kop.” Voor een scheepsbouwer gaat er in ieder geval veel veranderen, weet Pim Huizing: “Voor lassers zal de werkgelegenheid afnemen. Een schip dat je nu met honderd man bouwt, maak je dan misschien met vijftig robots. Maar ja, iemand zal die robots moeten programmeren en onderhouden.” Rene Kamp verwacht veel van technologische ontwikkeling: “Ik heb een klant die machines maakt. Die zijn dermate ingewikkeld, dat het lastig is om er goede operators voor te vinden. Wat die machinebouwer heeft gedaan, is de operator een Google Glass opzetten met daarop instructies hoe hij de machine moet bedienen. Zo los je schaarste op en kun je je afhankelijkheid van specialistisch personeel weg-automatiseren.” AnneHarm Barkema: “2030 is nog een generatie van ons weg. Best kans dat we tegen die tijd zeggen 'de technologie hebben we geregeld, nu hebben we geld over voor menselijke warmte'. Misschien betalen we dan wel tien euro voor een kop koffie bij de Starbucks, gewoon om eindelijk weer eens iemand te spreken. Het zou allemaal zó kunnen omdraaien.”

‘Over 20 jaar bestaat de helft van de huidige banen niet meer’

  • Jaap Meijers
09 jan 2015
In de laatste paar weken van het jaar stort een paar miljoen Nederlanders zich op wat de meesten niet zo'n leuk klusje vinden: zorgverzekeringen vergelijken. Er zijn veel verschillende vergelijkingssites, maar er is een goedbewaard geheim: bijna allemaal betrekken ze gegevens van één leverancier. Half Nederland heeft te maken met Zorgweb, maar niemand kent het. Bij het Zwolse IT-bedrijf is men zelfs wat overdonderd als we bellen. "Jullie zijn de eerste journalisten die bellen. Wij opereren altijd een beetje in de luwte." Er zijn veel verschillende sites waar de consument zorgverzekeringen kan vergelijken – zoals Zorgkiezer, Independer, HoyHoy, overstappen.nl, die van de Consumentenbond of Geld.nl – maar op de achtergrond werken ze allemaal met gegevens van Zorgweb. Zorgweb verzamelt alle polissen van alle zorgverzekeraars, ordent ze in een grote database en maakt ze vergelijkbaar. Peter Zuidhof is één van de eigenaren van Zorgweb. Het is nu behoorlijk druk, vertelt hij. "Voorheen kon je alles wel in oktober af hebben en in december achterover hangen, maar dat is nu niet meer zo. De markt is in beweging. Er blijft data binnenkomen." Wat klanten betalen aan Zorgweb, en wat zij afnemen, verschilt sterk, legt Zuidhof uit. "Independer krijgt alleen onze databestanden en zij bouwen hun site verder zelf. Aan anderen bieden we ook nog een stukje intelligentie, waarbij we de data als webservice aanleveren." Het formulier dat mensen invullen om zich aan te melden bij een verzekeraar, kan ook door Zorgweb worden geleverd. Het kan desgewenst zelfs een kant-en-klare vergelijkingssite neerzetten. Het enige dat Zorgweb niet doet, is de commerciële afspraak tussen consument en verzekeraar. Vergelijkingssites zijn onmisbaar De Nederlandse zorgmarkt is zo ingewikkeld dat niemand echt zonder Zorgweb en de vergelijkingssites kan. Zuidhof: "We hebben in onze database 58 labels die een verzekering aanbieden. Je hebt een partij nodig die daar aan gaat trekken en alle gegevens vergelijkbaar maakt. Wij halen de gebakken lucht uit die boekwerken en laten de belangrijke gegevens zien." Maar als alle vergelijkingssites draaien op data van Zorgweb, waarom zijn al die verschillende sites dan nodig? We vragen het aan Ruud Martens, algemeen directeur van Independer. "Je moet Zorgweb vergelijken met de luchtvaart, daar heb je ook een bedrijf dat alle data van alle vluchten en airlines verzamelt", aldus Martens. "Dat is efficiënt. Anders zou iedereen het moeten doen. Logisch dat er een bedrijf tussen gaat zitten." Martens: "De polisvoorwaarden van een verzekeraar beslaan soms wel veertig pagina's aan hele kleine lettertjes. Eigen risico, aanvullende verzekering, tandverzekering, gecontracteerde zorg, preferentiebeleid, et cetera. Zorgweb zet dat in kolommen, in een megadatabase met al die verschillende onderdelen naast elkaar. Die laten wij ook op onze website zien. Maar de klant hoeft niet zelf het spreadsheet te doorgronden." Kortingsafspraken met verzekeraars Elke vergelijkingssite doet iets anders met de polisdata, vertelt Martens: "Zorgweb levert alleen prijzen en polisvoorwaarden. Daar kan de consument niet zoveel mee. Wij pakken de data op en die verrijken we met klantenreviews. Ik denk dat het goed is dat er concurrentie is bij elkaar. Wij vinden dat zorg niet alleen gaat om goedkoopste polis, maar dat je ook moet kijken naar polisvoorwaarden, naar de kwaliteit van zorg en de klantenservice. " Vandaar ook de verschillen tussen de adviezen op de verschillende sites. Je zou verwachten dat een klant op elke site hetzelfde advies zou krijgen, maar dat is niet zo. Elke site heeft bijvoorbeeld zo zijn eigen collectiviteitskortingen of kortingsafspraken met verzekeraars. "Wij proberen zo goed mogelijk advies te geven", zegt Martens. "Als je tien adviseurs spreekt, krijg je ook tien andere adviezen. Het gaat erom hoeveel factoren hij erbij betrekt." Verzekeraars als klant Zorgweb heeft niet alleen de vergelijkingssites als klant, maar ook de verzekeraars zelf. Peter Zuidhof: "We bieden hen onder meer analyse-software, zodat ze kunnen zien wat de concurrent doet. We adviseren verzekeraars ook wel hoe zij hun data het beste kunnen presenteren. En ze willen soms vergelijkingen op hun eigen site. Ze kopen dus deels hun eigen data terug." Wat ook gebeurt, is dat verzekeraars advies vragen aan Zorgweb of de vergelijkingssites. Independer stuurt geen data terug aan Zorgweb, vertelt Ruud Martens, maar deelt wel informatie met verzekeraars zodat zij hun producten kunnen verbeteren. "We delen vergelijkingen met hen, om te laten zien waar behoefte aan is. We zien nu bijvoorbeeld minder behoefte aan tandartsdekking dan vorig jaar." Zorgweb kan op basis van klikgegevens zien wat de gemiddelde behoefte is bij een bepaalde doelgroep. Zuidhof: "Als verzekeraars of assurantietussenpersonen willen weten wat een goede polis zou zijn, dan kunnen wij daar meer over vertellen." Polisvoorwaarden onder embargo De vergelijkingssites huren Zorgweb in omdat zij al die gegevens zelf niet sneller en beter zouden kunnen verwerken. En snelheid is van belang in deze branche: elke dag dat je in deze laatste maanden van het jaar eerder live kunt, is winst. Zorgweb krijgt alle polisvoorwaarden aangeleverd van de verzekeraars zodra ze klaar zijn, onder embargo. Het begon allemaal met wat gegevens in een paar spreadsheets. Het bedrijf is opgericht in 2000 door Egbert Kraal en Dolf Zuidhof, de vader van Peter. De eerste jaren waren ze nog van plan zelf een vergelijkingssite op te zetten, vertelt Peter Zuidhof. "We zijn toen bij verzekeraars gaan leuren om polissen te krijgen. Toen had je nog ziekenfonds en particulier. We belden hun callcenters om pdf's van polissen op te vragen en de premies haalden we van hun sites. Dat stopten we toen in een heel klein databaseje." Partnerschap met Independer Het was behoorlijk arbeidsintensief en er was niet voldoende budget om alles zelf te doen. Zorgweb ging daarom samenwerken met Independer. Samen ontwikkelden ze software om alle polissen met elkaar te vergelijken. De database werd steeds groter, net als de bezoekersaantallen van Independer en de belangen van de verzekeraars. Het partnerschap duurde tot 2005, vertelt Zuidhof. "Wij wilden aan meer partijen leveren, en Independer wou zelf meer de vruchten van haar inspanningen plukken. Dat maakte het partnerschap met Independer niet meer houdbaar. Je had toen een site van overheid, Hoyhoy en Independer dus, dat waren onze eerste drie klanten." Zo goed als monopolist Inmiddels heeft Zorgweb B.V. tien man fulltime in dienst en huurt het mensen in rond projecten of in het hoogseizoen. Zuidhof zegt dat het bedrijf gestaag groeit, met elk jaar één of twee nieuwe mensen. Het bedrijf is marktleider, maar eigenlijk zo goed als monopolist. Er zijn nog twee andere partijen die de polisdata kunnen leveren, Moneyview en Rolls, maar die richten zich op de traditionele tussenpersonen. "Wij deden het beter dan die anderen", zegt Zuidhof. "Zij doen zorg er ook bij, terwijl wij echt op zorg hebben gemikt. Dat vonden we te groot en belangrijk om ons af te laten leiden. Daardoor zijn wij nog enige leverancier." Lees ook Zorgverzekering 2015: dit doen grootste verzekeraars met premies Waarom zorgverzekeraars bulken van het geld en toch premies verhogen Met deze bizarre cadeaus willen zorgverzekeraars jou verleiden

Dit bedrijf uit Zwolle zit achter alle zorgvergelijkingsites

  • Jaap Meijers
23 dec 2014

’t Gat in de markt: vuurwerkvrij Oud en Nieuw

  • Jaap Meijers
05 dec 2014
Een commissie moet uitzoeken in hoeverre het "mogelijk en wenselijk" is om af te zien van geslachtsvermelding in de verschillende wetten die het ouderschap aangaan. Dat schrijft minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) aan de Tweede Kamer. Sinds vorig jaar is de Staatscommissie herijking ouderschap bezig om de regering te adviseren over juridisch ouderschap, meerouderschap, meeroudergezag en draagmoederschap. Van der Steur wil dit college nu vragen om genoemd extra onderzoek. De Tweede Kamer praat donderdagmiddag over sekseregistratie. Veel partijen willen dat die wordt afgeschaft in zaken waarbij het er niks toe doet of je man of vrouw bent. GroenLinks wil zelfs dat het verschil al niet meer wordt gemaakt door de burgerlijke stand, als ouders aangifte komen doen van een pasgeborene. Volgens VVD-Kamerlid Jeroen van Wijngaarden is het vermelden van 'm/v' niet meer van deze tijd. "Transgenders, mensen met een zogeheten intersekse conditie en mensen die zich niet duidelijk man of vrouw voelen, ervaren nu juridische en maatschappelijke druk om een geslacht op te moeten geven", zei hij dinsdag tegenover De Telegraaf.

Zo ga je als ondernemer veiliger om met de privacy van klanten

  • Jaap Meijers
20 nov 2014
lp vinyl

Comeback van de langspeelplaat: vinylperser in Haarlem kan de vraag amper aan

  • Jaap Meijers
31 okt 2014
Er is in Nederland één bedrijf dat legaal cannabis mag kweken: Bedrocan bv in Veendam. Sinds augustus is de onderneming in Canada beursgenoteerd. Het is de eerste stap naar het veroveren van de wereld. “Van bijna alle continenten is er interesse.” Wiet kweken is in Nederland verboden. Er is maar één bedrijf dat het wel mag: Bedrocan in Veendam. Maar hun product is niet bedoeld voor de 'recreatieve markt', zoals directeur Tjalling Erkelens het uitdrukt. Zijn bedrijf teelt medicinale cannabis, voor patiënten die cannabis hard nodig hebben als pijnstiller. Van de term 'mediwiet' moet Erkelens niks hebben. “Ik háát dat woord. Wij maken geen wiet. Ik wil een scheiding tussen vermaak en het medicinale gebruik. Niet voor mezelf, maar voor de patiënten. Zij zijn afhankelijk van de werking dat een ander product niet kan leveren.” Geen flauwe grappen De fase van flauwe grappen over wiet roken hebben ze bij Bedrocan nou wel gehad: “Zo zit cannabis voor mij niet meer in elkaar. Het is een product dat steeds industriëler wordt en steeds meer los komt te staan van de hippie-cultuur.” Het gebruik van cannabis als medicijn wordt steeds normaler. Artsen schrijven het vaker voor, om pijn en spasmen te bestrijden bij patiënten met MS, of bij palliatieve zorg. Het is dus een groeimarkt. Sinds juni zit Bedrocan in een nieuw pand – duidelijk op de groei, want er is nog veel ruimte over. De muren zijn nog heel kaal. Het enige persoonlijke is een foto met personeel van het nieuwe zusterbedrijf in Canada. Het echte groeien gebeurt in een grote hal achter de kantoren, in zes container-achtige cellen. “Dit zijn onze kweekkamers,” vertelt Tjalling Erkelens. Hij schuift een luik omhoog en we zien achter het glas een ruimte vol hennepplanten, dicht op elkaar. Twaalf uur per dag staan ze hier onder groeilicht. Voormalig kweker witlof en tuinkers Erkelens begon als kweker van witlof, asperges en tuinkers. Hoe je cannabis moet kweken heeft hij zelf uit moeten vinden. Er zijn boeken in de handel, zoals 'Marihuana binnen' van Jorge Cervantes, de bijbel voor thuiskwekers. “Dat vond ik zo belachelijk. Er staan ook wel zinnige dingen in hoor, over biologische bestrijding en dat soort dingen. Maar ook een techniek bijvoorbeeld dat je je lampen van Oost naar West over je planten moet bewegen. Jongens uit die cultuur hebben niet zoveel verstand van plantjes kweken.” Betere wiet dan in de coffeeshop In de apotheek kost cannabis zo'n acht euro per gram, exclusief de apothekersvergoeding. Dat is vergelijkbaar met de gemiddelde prijs voor wiet in de coffeeshop, maar Bedrocans cannabis is beter, meent Erkelens. “Er blijft bij ons veel meer geur en smaak over. Dat draagt bij aan de werking.” Jarenlang heeft hij gewerkt aan het telen van cannabis met een constante kwaliteit. Dat is een heel belangrijke voorwaarde om als medicijn geaccepteerd te worden. “Eigenlijk werken we hier in een teeltlaboratorium, met speciale condities waaronder we het product verwerken. Het personeel kan er alleen bij via een aparte ruimte waar ze zich moeten omkleden.” Alles om te zorgen dat de planten steriel blijven, dus dat er geen schimmels bij het eindproduct komen. Vanuit de kweekruimtes worden de planten verplaatst naar twee droogruimtes, waar ze zeventig procent van hun vocht verliezen. Het eindproduct zijn deels de bekende gedroogde bloemen, deels is het granulaat. “Het is een fabriekje. In totaal staat hier voor een miljoen aan investeringen.” Inbrekers Waar dat fabriekje precies is gevestigd, moeten de vijfentwintig personeelsleden strikt geheim houden. Beveiliging is heel belangrijk, en niet vanwege de kapitaalgoederen. “ Cannabis is uitstekende roofwaar. Als een zakje eenmaal buiten is, weet niemand waar het vandaan kwam.” Buiten hangt geen bord met de bedrijfsnaam, alleen wat onopvallende camera's. Je hebt een pasje nodig om binnen te komen – én om er weer uit te kunnen. Twee keer zijn inbrekers erin geslaagd Bedrocan te vinden, en die zijn gepakt. Zeepbelletje op de beurs Ook andere landen hebben regels om medicinale cannabis wel toe te staan. Canada gaat een stuk verder dan Nederland, met een marktsysteem waarbij meerdere kwekers legaal cannabis mogen telen. Dat was aanvankelijk geen groot succes: kwekers konden geen constante kwaliteit leveren. Daarom is het ervaren Bedrocan erbij gehaald. Tjalling Erkelens en een collega vliegen nu regelmatig heen en weer naar Canada om daar de kweek net zo op te zetten als in Groningen. “Dat is topsport hoor. Woensdag heen, zaterdag half vijf weer terugvliegen en maandag weer op kantoor.” Bedrocan Cannabis Corp. is zelfs sinds eind augustus beursgenoteerd. De beursgang was de eerste dagen een flink succes, maar sindsdien is de beurskoers gehalveerd. Erkelens maakt zich daar geen zorgen over: “Het is logisch, want we draaien daar nog geen productie. Het was een beetje een zeepbelletje.” De eerste verkoopbare oogst moet daar eind april uit de kweeklaboratoria komen. In Veendam heeft Bedrocan nu een productiecapaciteit van duizend kilo cannabis per jaar. De verwachte productie voor dit jaar is 650 kilo, zo'n 200 kilo meer dan in voorgaande jaren. Die extra productie is ten behoeve van de export naar Canada, totdat daar komend jaar de nieuwe fabriek klaar is. Toch zal ook daarna in Veendam de productie toenemen; Erkelens verwacht volgend jaar zo'n 900 kilo. Aan de ene kant om voorraad te hebben, maar ook om aan de groeiende vraag te kunnen voldoen. In de hal met betonnen vloer en enorme stoppenkast is ruimte voor nog vier kweekkamers. In Nederland is Bedrocan de enige leverancier. Alle handel, ook de export, loopt via het Bureau Medicinale Canabis (BMC) van het ministerie van VWS. Is dat Canadese model, met een open markt, niet eerlijker dan het Nederlandse monopolie? Erkelens: “Elke vijf jaar is er een Europese aanbesteding. Bedrocan is alleen elke keer de enige die daaraan meedoet. Er is ook nog geen ander bedrijf dat dit op deze schaal kan. Je moet aan veel voldoen om in aanmerking te komen, zoals telen onder de 'Good Agricutural Practices-richtlijn, niks crimineels hebben gedaan en een degelijk bedrijfseconomisch verleden kunnen aantonen. Ik sprak vorige week een fabrikant van zuivere stoffen. Die man vertelde me dat ze van plan waren geweest om zelf cannabis te gaan telen, maar hij ziet ervan af omdat wij er zijn. En hij heeft teeltkennis in huis, maar hij zegt 'het zou me drie jaar kosten voordat we het kunnen'.” Hoe weet de overheid eigenlijk dat Bedrocan er niet een handeltje naast heeft? “Ze kunnen meekijken op de camera's die hier hangen. En er is een heel registratiesysteem. Het hele proces is gereguleerd. Als iemand hier product oppakt, moet hij het wegen. Als hij het teruglegt, moet hij het weer wegen en opschrijven.” Cannabis in het basispakket De toekomst ziet er florissant uit. Dit jaar haalt Bedrocan BV anderhalf miljoen omzet. “De helft meer dan meer dan vorig jaar,” vertelt de directeur. “Sinds 2011 groeien we steeds met zo'n 30 procent. In Nederland draait het systeem met medicinale cannabis nu al tien jaar met succes. De overheid en andere partners zijn tevreden. De verzekeraars gaan vaker over tot vergoeding. Achmea heeft voor bepaalde indicaties cannabis zelfs opgenomen in het basispakket.” Het doel is dat succes uitbouwen naar het buitenland. De cannabis uit Veendam gaat nu al naar Duitsland, Italië en Finland. “Er gebeurt heel veel in de wereld. Van bijna alle continenten is er interesse. Tsjechië is bezig een programma op te zetten naar analogie van Nederland. En misschien kunnen we ooit naar de VS, daar kijken ze naar Canada. Canada is onze eerste strategische alliantie.” Het toekomstig succes van Bedrocan zal echter niet zozeer komen uit de productie van tonnen medicinale cannabis. Vooral de export van de opgedane kennis is goede handel, meent Tjalling Erkelens. “Dat is wat we willen, kennis uitventen. Hoe groot Canada ook wordt, wij houden de R&D hier.” De tijd is nu aangebroken dat Erkelens de vruchten kan plukken van het onderzoek naar cannabis telen waar zijn compagnon en hij midden jaren negentig al mee begonnen. “Vanaf 2007 zagen we de omzet en het rendement omhoog gaan, toen kwam ook de aandacht. Maar het is echt innoveren geweest. Nu wordt het leuk. We hebben altijd alleen met de bank gewerkt, maar nu krijgen we licentie-inkomsten binnen. Daardoor komen we nu makkelijker te zitten.” Cannabis met inhalers In het nieuwe dochterbedrijf Spirocan wordt gewerkt aan de ontwikkeling van betere toedieningswijzen voor cannabis, zoals inhalers. “Met Spirocan worden we zelf een farmaceutisch bedrijf.” Heeft hij zelf nog wel te maken met de teelt? “Zeker. Dat is nu wel heel ver weg even, want ik ben vooral bezig met de bedrijfseconomische kant van de zaak, maar het plantendeel vind ik echt heel leuk. Vooral de techniek, hoe je de planten het best laat groeien.”

Dit is het enige Nederlandse bedrijf dat legaal wiet mag kweken… op een geheime locatie

  • Jaap Meijers
24 okt 2014
Vorige 1 … 3 4 5 6 Volgende

Het Beste van Business Insider (ma-za): meld je aan!

Privacy
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Terug naar de homepage
  • Volg Business Insider Nederland op Facebook
  • Volg Business Insider Nederland op Twitter
  • Volg Business Insider Nederland op LinkedIn
  • Volg Business Insider Nederland op Instagram
Terug naar de homepage

Copyright © 2024 Business Insider Nederland. Alle rechten voorbehouden. Registratie of gebruik van deze site vindt plaats onder Algemene Voorwaarden en Privacybeleid.
Algemene voorwaarden | Privacybeleid | Cookie-overzicht | Adverteren | Vacatures