In plaats van ‘survival of the fittest’ gaat het in de evolutie misschien wel over ‘survival of the laziest’.

Dat blijkt uit een nieuw onderzoek dat is gepubliceerd in het tijdschrift The Royal Society.

Onderzoekers van de Universiteit van Kansas hebben fossielen van weekdieren en slakken bestudeerd en ontdekten dat organismen met een snellere stofwisseling een grotere kans hadden op uitsterven.

Dieren die minder energie nodig hebben voor hun dagelijkse bezigheden en om hun lichaamsfuncties in stand te houden hebben op lange termijn betere overlevingskansen, blijkt uit de onderzoeksresultaten.

Hoewel metabolisme niet de enige factor is die bepaalt of een soort het redt, is het wel een heel belangrijk facet voor het overleven op lange termijn, stellen de onderzoekers.

De nieuwe bevindingen komen bovenop het almaar groeiende bewijs voor de relatie tussen een tragere stofwisseling en een langere levensduur. Naakte molratten zijn bijvoorbeeld de langst levende knaagdieren dankzij een afwijkende stofwisseling.

Universitair hoofddocent Rozalyn Anderson van de University of Wisconsin zegt tegen Business Insider dat uit haar werk met apen ook blijkt dat metabolisme een belangrijke rol speelt bij het verouderen.

"Ik denk dat het allemaal draait om energie: het gebruik van energie, de opslag van energie en de manieren waarop energie opgenomen wordt", zegt ze.

Apen op dieet

Het meest recente onderzoek van Anderson ging over de gevolgen van het inperken van de calorie-inname bij Resusapen.

In een onderzoek naar 76 apen dat in 2009 in het tijdschrift Science is gepubliceerd ontdekten Anderson en haar collega's dat apen die gedurende 20 jaar een kwart minder calorieën innamen anders oud werden dan een controlegroep van apen die konden eten wat ze wilden.

Apen die minder aten hadden 2,5 keer minder kans op een leeftijdsgerelateerde ziekte als kanker of een hartaandoening.

"De apen die minder eten kregen werden anders oud", zegt Anderson. "Ze worden niet langzamer oud, ze worden anders oud en ze lopen minder risico om ziek te worden. En het verschil zit in hun stofwisseling."

Minder eten verandert de manier waarop het lichaam energie produceert en verbruikt; het wordt energie-efficiënter.

Het viel Anderson ook op dat de apen die minder calorieën kregen ook fysiek actief bleven naarmate ze ouder werden, terwijl de controlegroep minder actief werd. Tijdens een conferentie in 2014 legde ze uit dat de apen die minder aten efficiënter omgingen met hun energie. Ze zetten voedingsstoffen om in meer bruikbare energie.

Als mensen minder eten, heeft dat vergelijkbare gevolgen. Uit een twee jaar durend onderzoek dat door de Amerikaanse National Institutes of Health is ondersteund, blijkt dat mensen die 12 procent minder calorieën eten minder risico lopen op leeftijdsgerelateerde hartziektes en diabetes. Hun stofwisseling veranderde overigens niet door dit experiment.

Jigokudani Yaen-Koen snow monkeys japan

Foto: Shutterstock

De samenhang in het ouderdomsproces

Anderson zegt ze bij haar onderzoeken naar oud worden het meest gefascineerd wordt als er nieuwe dingen worden ontdekt, die samenkomen met eerdere bevindingen en overlappen. En dat gebeurt steeds meer op het gebied van ouderdomsonderzoek.

"Ik denk dat alles samenhangt en dat er alleen maar verschillende manieren zijn om naar hetzelfde fenomeen te kijken. Dan doel ik op de zaken die veranderen met de leeftijd waardoor oudere mensen kwetsbaarder zijn voor ziektes dan jongere mensen", zegt Anderson.

Er zijn zoveel verschillende processen en cellen in een lichaam, dat veel dingen invloed op elkaar hebben, aldus Anderson: "Een machine als de mens of een aap of muis is zo complex, dat alles onderling met elkaar verbonden is."

Het is onvermijdelijk dat we ouder worden, zegt Anderson, maar uit haar werk blijkt dat de manier waarop je oud wordt te beïnvloeden is.

Door beter begrip van de relatie tussen metabolisme en oud worden kunnen wetenschappers betere onderzoeken opzetten naar hoge ouderdom. En nu het steeds duidelijker wordt waarom dieren met een tragere stofwisseling langer leven en grotere kansen hebben om als soort voort te bestaan, kunnen wetenschappers misschien manieren vinden om die effecten na te bootsen bij mensen.

LEES OOK: Komen muggen op licht af? Een wetenschapper geeft antwoord