Dat blijkt uit het halfjaarlijkse autorapport van de Europese Commissie. De
prijsverschillen tussen individuele automodellen kunnen flink oplopen. Zo
kostte een nieuwe Peugeot 307 op 1 mei liefst 31 procent meer in Frankrijk
dan in Finland.
Binnen de eurozone zijn de prijzen van nieuwe auto’s, exclusief
belasting, het laagst in Finland en het hoogst in Duitsland. In de gehele
Europese Unie komt Denemarken als goedkoopste uit de bus.
Voor veel verkochte modellen zoals de Volkswagen Golf, de Opel Astra en
Peugeot 207 zijn Nederlanders net over de grens zelden goedkoper uit. Binnen
de eurozone is een nieuwe VW Golf bijvoorbeeld het goedkoopst in Griekenland
en het duurst in België.
Andere goedkope eurolanden zijn Slovenië, waar de Peugeot 207, maar ook
de BMW 320d het minst kosten.
Nederlanders die een auto in een ander land van de Europese Unie kopen, moeten
er wel rekening mee houden dat ze in Nederland nog de Belasting op
Personenauto’s en Motorrijwielen (BPM) moeten betalen. Voor nieuwe auto’s
betekent dit dat de totale kosten vaak zo’n 50 procent hoger uitvallen dan
de aanschafprijs exclusief belasting.
Volkswagen Golf |
prijs (exclusief belasting) in euro |
verschil goedkoopste |
Nederland |
13.118 |
+20,2 procent |
Luxemburg |
13.075 |
+19,9 procent |
Goedkoopste |
|
|
Griekenland |
10.909 |
- |
Duurste |
|
|
België |
13.653 |
+25,2 procent |
Tussen mei 2006 en mei 2007 zijn autoprijzen in de Europese Unie per saldo
minder gestegen dan de inflatie. De gemiddelde prijsstijging van nieuwe
auto's bedroeg 1,5 procent in de eurozone, terwijl de inflatie op 1,9
procent uitkwam.
Ook in Nederland werden auto's relatief goedkoper. De gemiddelde prijsstijging
lag tussen mei 2006 en mei 2007 op 2 procent. De catalogusprijzen van nieuwe
auto's namen met een half procent toe.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl