Apple heeft behoorlijk last van de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China. De Amerikaanse technologiereus kondigde begin dit jaar zelfs een omzetalarm aan, mede omdat de handelsspanningen een negatief effect hebben op de Chinese economie.

De hogere invoerheffingen komen dubbel hard aan, legde Apple-baas Tim Cook in augustus uit aan de Amerikaanse president Donald Trump tijdens een bezoek aan het Witte Huis. Apple laat vrijwel al zijn producten als iPhones, iPads en Mac-computers in China maken. Die gelden daardoor als Chinese goederen waar een heffing over moet worden betaald.

Over Apple-producten als de AirPods, smartwatches en HomePod-speaker wordt vanaf 1 september een extra invoerbelasting van 15 procent geheven. Laptops en smartphones zijn vanaf medio december aan de beurt.

Cook wil dat Trump een uitzondering maakt voor Apple, dat met een beurswaarde van 1.169 miljard dollar het grootste beursgenoteerde bedrijf ter wereld is.

Trump, die in oktober nog klaagde over het ontbreken van de homeknop op de nieuwste iPhone, bracht een bezoek aan een Apple-fabriek in Texas. Daar liet hij weten dat zijn regering kijkt naar een vrijstelling van importheffingen voor Apple. “Als je dingen in de VS bouwt, dan hoef je je geen zorgen te maken om importheffingen”, gaf Trump aan. “Wij denken erover na.”

Bovendien zou het oneerlijk zijn als Apple benadeeld wordt ten opzichte van concurrenten. Zo produceert Samsung veel in thuisland Zuid-Korea, dat vorig jaar juist een vrijhandelsakkoord sloot met de Verenigde Staten. "We moeten Apple op een min of meer gelijke manier behandelen als Samsung", aldus Trump.

Apple kreeg al eerder een gedeeltelijke vrijstelling. Volgens topman Cook maakte die vrijstelling het mogelijk dat Apple zijn Mac Pro-desktopcomputer in de Verenigde Staten in elkaar zet. De componenten voor die computers worden namelijk wel grotendeels in China gemaakt.

Lees meer: