De energiebedrijven Eneco en Delta moeten splitsen. Ondanks kritische oppositiepartijen in de Tweede Kamer en protesten van werknemers van Eneco en Delta, houdt minister Henk Kamp van Economische Zaken vast aan de sinds 2008 geldende wet waardoor energiebedrijven moeten worden opgesplitst.

Eneco en Delta zijn nog de enige Nederlandse bedrijven die stroom opwekken en leveren, en die daarnaast beschikken over hun eigen kabels. Dat willen ze zo houden, omdat ze vrezen dat ze zonder netwerkbedrijf worden opgeslokt door een buitenlandse grootmacht. Hoe dat zo? Een korte terugblik op het besluitvormingsproces.

Belangrijkste argument voor de in 2006 opgetuigde Wet onafhankelijk netbeheer (Won) was het garanderen van betrouwbaarheid en leveringszekerheid van het gas- en elektriciteitsnet. Door een strikte scheiding tussen productie en netbeheer zouden inkomsten uit het netbeheer alleen voor investeringen in de netten gebruikt kunnen worden en zodoende niet blootgesteld worden aan commerciële risico’s van productie en levering. Dit is het ‘groepsverbod’.

Tevens werd bedacht dat netwerkbedrijven geen activiteiten mogen verrichten die strijdig kunnen zijn met het belang van netbeheer. Dit is het ‘verbod op nevenactiviteiten’. Eneco en Delta blijven zich verzetten tegen de splitsingswet en hebben sterke argumenten, zoals Siebe Schootstra van EnergieOverheid.nl eerder deze week betoogde.

Juridische en economische splitsing energienetten

Europa staat meerdere vormen van splitsing toe, waaronder ook een afgezwakte vorm, waarbij op holdingniveau de activiteiten productie/levering en netbeheer juridisch verbonden blijven. Vanwege de hoge kosten voor toezicht heeft Nederland deze mogelijkheid niet overgenomen en bestaat in de Won alleen de volledige economische en juridische splitsing.

Maar tegelijkertijd heeft de Europese Unie al ten tijde van de overnames van Nuon en Essent door respectievelijk Vattenfall en RWE afgezien van verplichte splitsing voor energieproducenten met netten in eigendom. Nederland is nu het enige land in Europa dat eigendomssplitsing verplicht wil stellen, overigens inmiddels tien jaren na het voornemen.

Splitsing netten: buitenlandse energiereuzen krijgen vrij spel

Het groepsverbod of de eigendomssplitsing is dus geen verplicht onderdeel meer van EU-richtlijnen. Was eerst bedacht dat door splitsing gelijkwaardige concurrentie zou ontstaan tussen energieleveranciers, nu zal bij splitsing juist oneerlijke concurrentie ontstaan, stellen Eneco en Delta.

Buitenlandse energieleveranciers die actief zijn op de Nederlandse markt bezitten via hun holdingstructuur eigen netwerkbedrijven en zijn geïntegreerde ondernemingen. Gesplitste Nederlandse energiebedrijven moeten dan knokken tegen veel kapitaalkrachtiger concurrenten.

Dit zal de marktpositie van bedrijven als Eneco en Delta zodanig verzwakken vrezen beide bedrijven, dat een overname door een buitenlandse partij te verwachten is, zoals ook Essent en Nuon overkwam. Het marktaandeel van buitenlandse geïntegreerde energiebedrijven op de Nederlandse markt zal dan toenemen tot 80 procent. Daar heeft Nederland niets aan, vinden Eneco en Delta, en zij waarschuwen dat de concurrentiepositie van kleinere spelers als bijvoorbeeld de Nederlandse Energie Maatschappij daar zeker niet sterker van zal worden.

Kapitaalkrachtige investeerders versus detailhandelaren

Reden voor het verzwakken van de marktpositie van Eneco en Delta na splitsing is het droge feit dat de balans in stukken wordt geknipt. Wat overblijft na het afknippen van het omvangrijke en voor inkomsten betrouwbare netbeheer, is een balanstotaal dat nooit dezelfde creditrating zal krijgen. Dit heeft direct invloed op het verkrijgen van kredieten en de prijs daarvoor, maar ook voor de inkooppositie op de energiebeurzen.

De bedrijven beschikken nu nog over een handelsvloer waarmee grote contracten worden afgesloten, met garanties afgegeven door de banken. In afgeslankte vorm verliezen Delta en Eneco slagkracht en degraderen zij tot ‘retailers’ die alleen nog handelen in energie. Met banenverlies tot gevolg, zo stellen de bedrijven.

Kerncentrale Borssele

Kamp gaat in gesprek met de twee bedrijven over bijvoorbeeld de gevolgen van splitsing voor de werkgelegenheid. En over de toekomst van kerncentrale Borssele die voor 70 procent eigendom is van Delta. "We gaan geen gekke dingen doen met de kerncentrale’’, aldus Kamp die benadrukte dat de centrale niet buiten het kabinet om kan worden verkocht. Een baangarantie kan de minister de bezorgde werknemers van Eneco en Delta niet geven.

De bewindsman wil dat de netwerken in overheidshanden blijven zodat die onder alle omstandigheden voor energie kunnen zorgen en niet worden meegesleept in commerciële risico’s van productie- en leveringsbedrijven. "Daar is de splitsingswet voor bedoeld en dat vind ik nog steeds zinvol'', aldus de minister woensdag in de Tweede Kamer.

Kamermeerderheid voor splitsing

VVD en PvdA, goed voor een Kamermeerderheid, steunen Kamp. Oppositiepartijen SP, CDA, PVV, GroenLinks, ChristenUnie en 50PLUS willen geen gedwongen opsplitsing en vinden dat Delta en Eneco pas hoeven te splitsen als ook energiebedrijven in andere Europese landen dat moeten. Nu moeten ze concurreren met bedrijven die niet splitsen.

Kamp waarschuwde de oppositie dat splitsing niet wordt tegenhouden door in de Eerste Kamer, waar PvdA en VVD geen meerderheid hebben, de gemoderniseerde stroomwet weg te stemmen. Want dan geldt de huidige wet gewoon nog. Volgens Kamp was dat niet bedoeld als dreigement. "Het is misschien niet prettig om te horen, maar het is wel de waarheid."

Bron: Z24/ANP

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl