Hoe nu verder met Italië? Bij de verkiezingen van zondag werd de populistische Vijfsterrenbeweging van komiek Beppe Grillo de grootste partij. Maar geen van de ‘blokken’ die meededen aan de verkiezingen behaalde een parlementaire meerderheid.
Een politieke impasse dus, terwijl Italië economische hervormingen goed kan gebruiken.
In de prognose van de Europese Commissie groeit de Italiaanse economie dit jaar met 1,5 procent. Daarmee hoort Italië tot de zwakst groeiende economieën van Europa, op een moment dat het overal crescendo gaat.
Enkele van de structurele problemen waarmee Italië kampt zijn hoge en complexe belastingen, overheidsbureaucratie, een starre arbeidsmarkt en corruptie, volgens een analyse van het World Economic Forum.
Italië belangrijke handelspartner voor Nederland
Toch is Italië voor Nederland een belangrijke handelspartner. Wat betreft de export vanuit Italië is Nederland de op negen na grootste bestemming (circa 10 miljard euro per jaar); en bij de Italiaanse import uit Nederland is ons land zelfs nummer vier, met een waarde van ongeveer 20 miljard euro voor de goederenhandel.
Als Italië zijn economische groei structureel weet op te krikken, is dat dus alleen maar gunstig voor Nederland.
Nederlandse investeringen in Italië
De hechte banden blijken ook uit cijfers over de directe investeringen vanuit Nederland naar Italië. Uit cijfers van De Nederlandsche Bank blijkt dat Nederlandse bedrijven in 2015 voor zo'n 25 miljard euro hadden geïnvesteerd in Italië. Deze data zijn exclusief zogenoemde 'bijzondere financiële instellingen'. Die zijn beter bekend als brievenbus bv's, waarbij bedrijven om fiscaal-technische redenen inkomsten via een ander land laten lopen.
Onderstaande grafiek, samengesteld door databureau Statista, laat zien dat Nederland wat betreft de 'directe buitenlandse investeringen' in Italië in totaal op liefst 64 miljard euro uitkomt, in 2016. De tweede positie achter Luxemburg. De data komen van de Italiaanse centrale bank, en zijn inclusief bijzondere financiële instellingen.
Het totaalbedrag van 64 miljard euro toont een groot verschil met de cijfers van DNB over de directe investeringen exclusief bijzonder financiële instellingen. Dit suggereert dat er fors heen en weer wordt geschoven met papieren inkomsten tussen Nederland en Italië.
