De inflatie in Nederland is afgelopen maand licht gedaald – naar 6,2 procent – maar nog altijd blijft er een gapend gat met de lopende spaarrente. Het is de eerste daling sinds midden vorig jaar toen de energieprijzen begonnen te stijgen, maar analisten waarschuwen ervoor dat het gemiddelde prijspijl aan het eind van dit jaar flink opgelopen kan zijn.

Afgezien van energie werden ook zaken als meubelen en voeding duurder. De prijzen voor mobiele telefoons daalden echter en ook onderwijs werd wat goedkoper.

In januari piekte de inflatie nog op 6,4 procent, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De hoogste spaarrente ligt op dit moment nog altijd op slechts 0,05 procent. Daarmee blijft er een enorm gat tussen het oplopende prijspeil en de beloning die spaarders op hun rekening zien.

Het grote verschil tussen de inflatie en spaarrentes zorgt ervoor dat de koopkracht van spaargeld afneemt. Als de prijzen van goederen en diensten in een jaar met meer dan 6 procent stijgen, terwijl daar bijna geen rentevergoeding tegenover staat op spaargeld, kun je na een jaar met 100 euro een kleinere hoeveelheid spullen kopen.

Oorlog in Oekraïne zet meer druk op inflatiecijfers

Inmiddels zijn de prijzen voor gas en olie verder gestegen als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Omdat de energieprijzen al maanden een belangrijke rol spelen bij de berekening van de inflatie, gaat het CBS onderzoeken hoe die meetellen in de berekening van de inflatie.

Omdat de energieprijzen die Nederlandse huishoudens betalen niet maandelijks bewegen, geeft het inflatiecijfer mogelijk geen goed beeld van de prijsstijgingen die consumenten echt voelen, geeft het statistiekbureau aan.

De oorlog in Oekraïne betekent slecht nieuws voor het verloop van de inflatie. Volgens een nieuwe berekening van ABN AMRO kan het gemiddelde prijspeil dit jaar met dik 5 procent stijgen.

De oorlog noopte ABN AMRO om eerdere ramingen bij te stellen. In het nieuwe basisscenario van de bank, waarbij de schokken op de energie- en grondstoffenmarkt een jaar aanhouden, wordt op een economische groei van 3 procent gerekend. Volgend jaar zal dat 1,6 procent zijn.

Eerder had het CBS al bekendgemaakt dat de inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode in februari gedaald was. Volgens die berekening kwam de geldontwaarding uit op 7,2 procent. Het belangrijkste verschil tussen de twee methodes is dat de kosten voor het wonen in de eigen woning niet worden meegeteld in de Europese methode.

LEES OOK: Grondstofprijzen suggereren dat inflatie gierend uit de hand loopt: wat betekent dat voor de beurs en economie?