De olieprijs daalde maandag wederom verder nadat overleg over een bevriezing faalde. Maar door een staking in Koeweit zou hetzelfde effect wel eens behaald kunnen worden.

Golfstaat Koeweit was één van de landen die het afgelopen weekend niet eens kon worden over een bevriezing van de olieproductieniveaus. Maar tegen wil en dank is de productie in de OPEC-lidstaat al gekelderd sinds zondag.

Een groot deel van de 13.000 werknemers in de Koeweitse olie-industrie staakt te midden van een dreiging op lagere lonen en slechtere arbeidsvoorwaarden. Koeweit, dat een stuk vrijer is dan andere landen in de regio, krijgt vaker te maken met stakingen dan de concurrenten rond de Perzische Golf, schrijft de Financial Times.

Minder olie exporteren

De werkonderbreking zorgt ervoor dat Koeweit per dag 60 procent minder olie kan exporteren. Die dagelijkse 1,7 miljoen vaten komen ongeveer overeen met het overschot dat al maanden de prijs laag houdt. Zo laag, dat sommige olielanden zoals Venezuela failliet dreigen te gaan. De prijs stond in januari op een dieptepunt dat in twaalf jaar niet gezien was.

“Als de potentiële afname van Koeweitse ruwe leveringen lang genoeg doorgaat, is dat ongeveer gelijk aan de geschatte globale overschotten in het tweede kwartaal”, aldus een analist van BNP Paribas tegenover Bloomberg. “Er is uiteraard een grote ‘mits’, namelijk hoelang de staking gaat duren.” De Koeweitse overheid heeft de werkonderbreking al omschreven als ‘illegaal’ en kondigde juridische stappen aan.

De Saudi's mogen zich intussen voorbereiden op een flinke verlaging in subsidies die de overheid zich kon veroorloven met dank aan de hogere olieprijzen, schrijft Bloomberg.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl