De inflatie in Duitsland, de grootste economie van de eurozone, kan in november mogelijk hoger uitvallen dan eerder werd voorspeld.

In het maandelijkse rapport waarschuwde de Bundesbank voor een mogelijke inflatiepiek deze maand van net iets minder dan 6 procent. Eerder werd uitgegaan van een piek van 5 procent. De Duitse centrale bank blijft wel bij de voorspelling dat de inflatie in de komende maanden iets zal afnemen.

De geldontwaarding in Duitsland kwam in oktober al uit op het hoogste niveau in 28 jaar, vooral als gevolg van stijgende energieprijzen. Naast de hogere energierekening nemen de prijzen in Duitsland over de hele linie toe, mede door het na-ijleffect van de tijdelijke btw-verlaging vorig jaar, die begin dit jaar werd teruggedraaid.

Volgens de Bundesbank is ongeveer 1,5 procentpunt van de inflatie het gevolg van de btw-verlaging en de zeer lage prijzen voor vliegtickets en andere reisgerelateerde diensten in 2020. De centrale bank ziet het na-ijleffect van de btw-verlaging in januari verdwijnen en het reisgerelateerde element in december dit jaar.

Hoewel de Bundesbank verwacht dat de inflatie de komende tijd zal afnemen, zal deze in Duitsland mogelijk nog voor langere tijd boven de 3 procent kunnen blijven liggen.

Voor de kerninflatie, exclusief de sterk schommelende energie- en voedselprijzen, zijn volgens de bank percentages van boven de 2 procent denkbaar. De Bundesbank benadrukte ook dat de sterke stijging van de gasprijzen "waarschijnlijk pas na de jaarwisseling wordt doorberekend aan consumenten."

Hogere Duitse inflatie schept probleem voor de ECB

Voor de Europese Centrale Bank (ECB) is vooral de boodschap dat de inflatie in Duitsland voor langere tijd boven het niveau van 3 procent blijft slecht nieuws. Duitsland is de grootste economie van de eurozone en legt daarmee flink wat gewicht in de schaal bij de berekening van het gemiddelde inflatie voor de eurozone.

Het doel van de ECB is om de gemiddelde inflatie van de eurozone voor de langere termijn op 2 procent te houden. In oktober lag de inflatie in de eurozone ver boven dat niveau op 4,1 procent, maar afgelopen vrijdag zei ECB-president Christine Lagarde dat de centrale bank nog steeds verwacht dat de inflatie komend jaar vanzelf onder controle komt.

De ECB weigert tot nog toe om extra maatregelen te nemen om de inflatie te beteugelen. Lagarde zei vrijdag onder meer dat een verhoging van de beleidsrente in 2022 niet aan de orde is.

Bij de centrale bank is men beducht dat het economische herstel in de eurozone wordt geschaad, als het ultra soepele beleid met zeer lage rentes te snel wordt teruggedraaid. Aan de andere kant loopt de ECB met deze stellingname ook een groot risico: als de hoge inflatie langer dan verwacht aanhoudt, wordt het vertrouwen in de koopkracht van de euro steeds meer aangetast.

Een belangrijk onderliggend probleem is dat centrale banken, zowel in Europa als de VS, door duizenden miljarden aan goedkoop geld in het financiële systeem te pompen, niet alleen de reële economie hebben ondersteund. De ruime beschikbaarheid van 'gratis geld' om mee te speculeren heeft ook bijgedragen aan het creëren van vermogensbubbels: onder meer huizenprijzen en aandelenkoersen zijn extreem hard gestegen.

Op het moment dat de ECB op de rem gaat trappen met renteverhogingen is er ook een kans dat deze 'vermogensbubbels' knappen: lees afkoeling van de huizenmarkt en dalende aandelenkoersen. Bovendien hebben veel overheden zich extra in de schulden gestoken tijdens de coronacrisis. Een stijging van rentetarieven betekent dat de financiering van die hogere schuldenlast weer problematischer kan worden.

Kritische geluiden in Duitsland over beleid ECB

De druk in Duitsland, waar inflatie een gevoelig onderwerp is, op de ECB om de sterke prijsstijgingen te beteugelen, zal naar verwachting toenemen.

In de afgelopen tijd uitte de populaire krant Bild al kritiek op het monetaire beleid van de ECB. Ook een groep belangrijke adviseurs van bondskanselier Angela Merkel vindt dat de ECB-beleidsmakers een exitstrategie van de coronasteun moeten formuleren.

De oproep, die eerder deze maand werd gedaan, komt tegen de achtergrond van complexe coalitiebesprekingen in Berlijn om de vertrekkende bondskanselier te vervangen. In de coalitie-onderhandelingen wordt onder meer gesproken over een verhoging van het minimumloon in Duitsland tot 12 euro per uur tegen eind 2022. Een dergelijke verhoging zou volgens de Bundesbank leiden tot een verdere inflatiedruk.

LEES OOK: Beleggers in Amerikaanse aandelen krijgen extra voordeeltje van de snelle opmars van de dollar