• Bij de belastingaangifte 2019 zijn de aftrekmogelijkheden voor zorgkosten behoorlijk beperkt.
  • Er geldt ook nog eens een forse drempel. De overheid wil hiermee de aftrek beperken voor wie dit het hardst nodig heeft.
  • Je mag de ziektekosten opvoeren van jezelf, je fiscaal partner en eventuele kinderen die jonger zijn dan 27 jaar en de kosten niet zelf kunnen dragen.
  • Je mag alleen de kosten aftrekken waarvoor je geen vergoeding krijgt.

De gezondheidszorg is goed, maar niet voordelig. De gemiddelde Nederlander is zo’n 1.400 euro per jaar kwijt aan zorgpremie en wordt daarnaast geconfronteerd met een fors eigen risico.

Maar wie gezond is en weinig zorgkosten maakt, kan helaas maar weinig aftrekposten opvoeren. Zo mag je de kosten voor een bril, krukken bij een gebroken been of een doosje paracetamol van de drogist helaas niet in mindering brengen op je inkomen.

Ook zorgpremies, het eigen risico en de wettelijke bijdrage aan het CAK voor bijvoorbeeld thuiszorg zijn niet aftrekbaar.

Hoge drempel: weinig zorgkosten aftrekbaar

Als je al kosten mag aftrekken, geldt ook nog een forse drempel, die vooral bovenmodale inkomens parten speelt. Ter illustratie: een gezin dat vorig jaar een gezamenlijk inkomen had van 60.000 euro (ruim anderhalf keer modaal), heeft te maken met een drempel van maar liefst 1.765 euro. Alleen de zorgkosten die daar bovenuit komen zijn aftrekbaar.

De overheid wil hiermee de aftrek beperken voor wie dit het hardst nodig heeft: chronisch zieken met hoge zorgkosten en een relatief laag inkomen.

Hoe gaat het in zijn werk?

Je mag in je belastingaangifte de ziektekosten opvoeren van jezelf, je fiscaal partner en eventuele kinderen die jonger zijn dan 27 jaar en de kosten niet zelf kunnen dragen. Woon je in huis met een ernstig gehandicapt persoon van 27 jaar en ouder, dan mag je ook zijn/haar zorgkosten aftrekken.

Je mag alleen de kosten aftrekken waarvoor je geen vergoeding krijgt. Alles wat je terugkrijgt van de overheid valt daarbuiten. Denk bijvoorbeeld aan:

  • een vergoeding van je (aanvullende) zorgverzekering
  • ziektekosten die je voorschiet, maar later alsnog krijgt vergoed.
  • bijzondere bijstand.

Heb je gebruik gemaakt van zorg door een aanbieder waarmee jouw verzekeraar geen contract heeft afgesloten en moet je daarom een deel van de zorg zelf betalen, dan heb je pech: deze kosten zijn niet aftrekbaar.

Dat geldt ook voor de premie voor je ziektekostenverzekering en het verplichte en eventueel vrijwillige eigen risico. Ook die kosten zijn niet fiscaal aftrekbaar bij de aangifte voor de inkomstenbelasting.

De wettelijke bijdrage aan het Centraal Administratiekantoor (CAK), voor bijvoorbeeld hulp in de huishouding, thuiszorg of verblijf in een zorginstelling, mag je evenmin aftrekken.

Tandarts, fysiotherapeut en logopedist

Alle overige kosten komen wel voor aftrek in aanmerking. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een dure tandheelkundige behandeling die niet of slechts gedeeltelijk wordt gedekt door je aanvullende verzekering. Of aan bezoekjes aan de mondhygiënist, logopedist, fysiotherapeut, homeopaat of acupuncturist waarvoor je je niet aanvullend hebt verzekerd.


Medicijnen

Het heeft geen zin het bonnetje te bewaren van het pakje paracetamol of maagzuurremmers dat je bij de drogist hebt gekocht. Aftrek is namelijk alleen mogelijk voor de kosten van medicijnen die door een arts zijn voorgeschreven en die je volledig uit eigen zak hebt betaald. Dit kunnen ook homeopathische medicijnen zijn.

Let wel: het gaat alleen om medicijnen die als geneesmiddel worden gebruikt. Medicatie om een ziekte te voorkomen is helaas niet aftrekbaar.

De wettelijke bijdrage die je hebt moeten betalen voor je medicijnen zijn geen aftrekpost.


Dieet

Voor dieetkosten geldt een vergelijkbaar regime als voor medicijnen. Een afslankkuur van de drogist mag je niet als aftrekpost opvoeren, maar de rekening van een dieet op voorschrift van een arts of diëtist wél. Je moet hiervoor een vast bedrag aftrekken, afhankelijk van het type dieet. De hoogte hiervan kun je vinden in deze dieetlijst voor 2019 van de Belastingdienst.

Heb je dit dieet maar een deel van het jaar gevolgd, dan moet je de kosten naar rato opvoeren. Ben je bijvoorbeeld zes maanden op dieet geweest, dan mag je van het vaste bedrag uit de lijst dus de helft aftrekken.

Als je twee dezelfde diëten hebt gevolgd voor verschillende ziektebeelden, mag je éénmaal tot aftrek overgaan. Dit geldt ook als je voor het zelfde ziektebeeld twee of meer diëten van deels dezelfde typering volgt. Je mag wel het hoogste bedrag kiezen.

Maar volg je twee diëten met verschillende typeringen voor hetzelfde ziektebeeld, dan mag je het bedrag voor beide diëten aftrekken.


Dyslexie

Krijgt je kind ondersteuning voor dyslexie, dan moet je goed opletten. Dyslexiezorg voor minderjarigen is niet aftrekbaar. Maar een dyslexiepakket, zoals een softwarepakket, is dat dat wèl.


Hulpmiddelen

Voor medische hulpmiddelen moet je goed op de lijst van de Belastingdienst kijken, want lang niet alles mag je in mindering brengen. Bonnetjes voor de aanschaf van bijvoorbeeld steunzolen, een gehoorapparaat (zie verderop) of een prothese mag je opvoeren. Dit geldt ook voor alle nota's voor reparaties, onderhoud en de verzekering van deze hulpmiddelen.

Maar de aftrek voor kosten voor bijvoorbeeld de aanschaf van een rollator, looprek, krukken, een scootmobiel of rolstoel is al enkele jaren geleden afgeschaft. Voor een eerder gekochte scootmobiel of rolstoel mag je nog wel de afschrijvingskosten opvoeren, mits de afschrijvingstermijn nog niet is verlopen (zie verderop).

Voor een personenalarm hangt het van de situatie af of dat aftrekbaar is. De nota voor een gewoon personenalarm in bijvoorbeeld een seniorenwoning, mag je helaas niet aftrekken. Maar als het systeem is aangeschaft voor een specifieke ziekte, zoals epilepsie, mag dat wel.


Bril

Hulpmiddelen die je gezichtsvermogen vervangen, zoals een blindenstok, een blindengeleidehond of specifieke aanpassingen aan de computer, zijn aftrekbaar.

Maar middelen die jou helpen beter te zien, zoals een bril, contactlenzen of een ooglaserbehandeling zijn dat niet. Dat geldt eveneens voor lenzenvloeistof.


Gehoorapparaat

Heb je vorig jaar een gehoorapparaat gekocht waarvan een deel van de kosten niet werd vergoed, dan mag je het deel dat je zelf hebt betaald aftrekken. Voorwaarde is wel dat de meerprijs alleen is ontstaan omdat je een duurder apparaat wilde hebben om functionele redenen; bijvoorbeeld omdat dat apparaat beter is, prettiger zit of omdat je minder fluittonen hoort.

Heb je een duurder apparaat aangeschaft vanwege een persoonlijke voorkeur (bijvoorbeeld omdat je liever een andere kleur wilde), dan zijn deze extra kosten niet aftrekbaar.

Ook voor deze aftrekpost geldt dat kosten alleen aftrekbaar zijn voor zover deze niet onder het verplicht en vrijwillig eigen risico of een verplichte eigen bijdrage vallen.

Voor andere hulpmiddelen geldt eveneens als hoofdregel dat de fiscus niet meebetaalt aan extra kosten omdat je bijvoorbeeld het hulpmiddel in een andere kleur wil of andere specifieke voorkeuren hebt.


Afschrijvingen

Zoals gezegd zijn de kosten voor een rolstoel of scootmobiel niet meer aftrekbaar. Maar eventuele afschrijvingskosten zijn dat nog wel, afhankelijk van de afschrijvingstermijn. Heb je zo'n vervoermiddel voor 2014 aangeschaft en nog niet helemaal afgeschreven, dan mag je de afschrijvingen blijven aftrekken tot de afschrijvingstermijn is verlopen. Omdat deze termijn meestal vijf jaar bedraagt, mogen de meeste belastingbetalers in hun aangifte over 2019 hiervoor geen bedrag meer aftrekken.

Houd bij afschrijvingen wel rekening met de restwaarde. Deze is meestal 10 procent.

Afschrijven is vaak nodig voor hulpmiddelen die na gebruik nog door andere mensen kunnen worden overgenomen. Hulpmiddelen die op maat zijn gemaakt of speciaal voor jou zijn aangepast, kunnen meestal geen tweede leven krijgen. Deze kosten heb je als het goed is in één keer afgetrokken.


Woningaanpassingen

De kosten voor aanpassingen aan een woning, zoals een aangepaste doucheruimte, zijn niet aftrekbaar. Ook energiekosten of huur voor een aangepaste woning of extra kosten omdat bijvoorbeeld vloerbedekking vanwege een rolstoel sneller slijt mag je niet in mindering brengen op je inkomen. Dat geldt eveneens voor de kosten voor een verhuizing naar een verzorgingshuis en de inrichting van de nieuwe woonruimte.


Overige aanpassingen

Andere aanpassingen, bijvoorbeeld aan je auto of computer, zijn wel aftrekbaar, mits deze vooral worden gebruikt door de zieke of invalide persoon waarvoor die aanpassingen zijn bedoeld.


Zorgrobots

Steeds meer mensen maken gebruik voor robots om hun dagelijks leven te vergemakkelijken. De kosten hiervoor zijn uitsluitend aftrekbaar als het gaat om een zorgrobot, die wordt aangemerkt als hulpmiddel. De kosten voor een robotstofzuiger zijn dus niet aftrekbaar, ook al gebruik je die omdat je om medische redenen het huishouden niet kunt doen. Maar een robot die je bijvoorbeeld helpt bij eten en drinken mag je wèl in aftrek brengen.


Vervoerskosten

De kosten voor vervoer naar het ziekenhuis of de huisarts mag je in mindering brengen op je inkomen in je belastingaangifte over 2019. Denk bijvoorbeeld aan het bonnetje voor een taxirit of de kosten voor een busrit.

Reis je met de auto, dan mag je niet alleen de benzinekosten aftrekken, maar ook parkeergelden, kosten voor onderhoud, afschrijving en de verzekeringspremie. Zelfs de kosten voor de wasstraat zijn aftrekbaar.

De berekening van deze kosten gaat als volgt:

  • Tel eerst alle kosten voor je auto bij elkaar op.
  • Deel dit door het aantal gereden kilometers per jaar. Hier rolt kilometerprijs uit.
  • Vermenigvuldig deze prijs met het aantal kilometers dat je voor het bezoek aan de arts of ziekenhuis hebt gereden.

Let wel even op wat je doet met de parkeerkosten. Je mag deze meenemen in de kilometerprijs, maar ook apart opvoeren. Dat laatste is meestal gunstiger.


... extra kosten voor chronisch zieken

Chronisch zieken die vaak naar hun huisarts of het ziekenhuis moeten, geven aanzienlijk meer geld uit aan vervoer dan gezonde mensen. Deze extra kosten (inclusief afscherijvingen, onderhoud en autoverzekering) mag je opvoeren in je belastingaangifte over 2019, na aftrek van eventuele vergoedingen van je zorgverzekeraar.

Je moet wel aannemelijk kunnen maken dat je inderdaad duurder uit bent dan iemand met een vergelijkbaar inkomen die niet ziek of invalide is. Om hierachter te komen kun je je eigen kosten vergelijken met de gemiddelden op de website van het Nibud. Staat er in de Nibud-tabel bij jouw inkomen en huishouden bijvoorbeeld een bedrag van 276 euro, maar geef je iedere maand 350 euro uit aan vervoer, dan mag je voor die maand dus 74 euro als aftrek opgeven bij de belastingaangifte.


Reiskosten voor familiebezoek

Ook de reiskosten voor ziekenbezoek aan huisgenoten zijn aftrekbaar. Hier worden wel strikte eisen aan gesteld. Je mag de kosten alleen opvoeren als de patiënt in totaal langer dan een maand is verpleegd voor dezelfde aandoening. De afstand tussen jullie woning en het ziekenhuis/verzorgingstehuis moet bovendien langer zijn dan tien kilometer.

Voor autoritjes mag je 19 cent per kilometer aftrekken en voor tripjes per taxi of het openbaar vervoer de werkelijke reiskosten.


Gezinshulp

Wie extra gezinshulp krijgt, mag onder voorwaarden de kosten aftrekken. Verdiende je vorig jaar meer dan 31.744 euro, dan mag je alleen de kosten opvoeren die boven een bepaalde drempel uitkomen. Deze bedraagt 1, 2 of 3 procent van je inkomen, afhankelijk van de hoogte van je zogeheten drempelinkomen: het resultaat van alle inkomsten en aftrekposten.

Zoals gezegd is de wettelijke eigen bijdrage aan het CAK voor bijvoorbeeld hulp in de huishouding of thuiszorg niet aftrekbaar.


Kleding en beddengoed

Een andere aftrekpost zijn kosten voor extra kleding en beddengoed. Voor deze uitgaven mag je net als vorig jaar een vast bedrag aftrekken: 300 euro. Kun je aantonen dat de extra uitgeven hoger waren dan 600 euro, dan geldt een hogere aftrekpost, van 750 euro.

Voorwaarde om voor deze fiscale tegemoetkoming in aanmerking te komen is wel dat de kosten rechtstreeks het gevolg zijn van ziekte of invaliditeit en dat deze ziekte (naar verwachting) minimaal een jaar duurt.

Je moet de kosten verder naar rato opvoeren. Ben je bijvoorbeeld vanaf juli ziek geweest, dan mag je dus de helft van het bedrag aftrekken.


Uitvaart: alleen aftrekbaar voor erfbelasting

De kosten voor uitvaart of crematie vormen geen aftrekpost voor ziektekosten in je aangifte voor de inkomstenbelasting. Je mag deze wel aftrekken van de erfenis, voor de erfbelasting. Wel moet je van deze kosten eventuele uitkeringen van een uitvaartverzekering aftrekken.


Let op de drempel

Heb je alle kosten bij elkaar opgeteld, dan is het nog maar de vraag of je voor aftrek in aanmerking komt. Je mag namelijk alleen het deel van de uitgaven aftrekken dat uitkomt boven een bepaalde drempel. De hoogte van deze drempel hangt af van je drempelinkomen.

De lat ligt hoog; vooral voor hogere inkomen:

  • Voor een inkomen onder de 7.739 euro ligt de drempel op 133 euro.
  • Met een inkomen tussen 7.739 en 41.107 euro bedraagt de drempel 1,65 procent van dat inkomen.
  • Daarboven geldt een drempel van 660 euro, vermeerderd met 5,75 procent van het bedrag boven 41.107 euro.

Heb je bijvoorbeeld een inkomen van 40.000 euro, dan ligt de drempel dus op 660 euro. Je mag dan alleen de kosten die daar boven uit komen aftrekken. Met een inkomen van 45.000 euro is de drempel opgelopen tot 884 euro.

Heb je een fiscaal partner, dan geldt voor een gezamenlijk inkomen onder 15.478 euro een drempel van 266 euro. Daarboven heb je te maken met dezelfde drempels als bij mensen zonder fiscaal partner. Deze bedragen worden dus niet verdubbeld. Je moet wel de zorgkosten en beide inkomens bij elkaar optellen.


Extra verhoging voor lagere inkomens

De overheid komt mensen met een laag inkomen extra tegemoet: zij mogen meer aftrekken dan ze in werkelijkheid hebben betaald voor zorgkosten. Komt je (gezamenlijke) drempelinkomen niet boven de 34.817 euro uit, dan mag je namelijk het bedrag voor de uitgaven voor specifieke zorgkosten verhogen met een bepaald percentage: 113 procent voor wie op 1 januari 2019 de AOW-leeftijd had bereikt en 40 procent voor wie op dat moment nog niet de AOW-leeftijd had bereikt.

Heb je een fiscaal partner en heeft een van beiden nog niet de AOW-leeftijd bereikt, dan mogen beide partijen een verhoging van 113 procent doorvoeren.

Let wel op: de uitgaven voor genees- en heelkundige hulp en de reiskosten ziekenbezoek tellen niet mee voor deze verhoging. Alle overige posten wel.


Lees meer over slimme aftrekposten voor de aangifte 2019: