Volgend jaar hangt er waarschijnlijk een hoger prijskaartje aan kleding en schoenen, voorspelt het economisch bureau van ABN Amro. Dat komt hoofdzakelijk door hogere invoerprijzen uit dollarlanden.
Modezaken hebben door de aanhoudende koersstijging van de dollar naar verwachting te maken met hogere inkooptarieven. Het gaat hier dus ook om Aziatische landen zoals China die hun munt deels gekoppeld hebben aan de dollar. Historisch is er een duidelijk verband tussen een een koersstijging van de dollar in invoerprijzen van kleding.
(klik op grafiek voor uitvergroting)
Ook de loonkosten toe in landen waar onze kleding en schoenen worden gemaakt nemen toe. In Nederland zullen winkels voor kleding en schoenen de hogere kosten proberen door te berekenen aan de klant, verwachten de economen van ABN Amro. Zij voorzien dat een euro eind dit jaar ongeveer evenveel waard is als een dollar.
Vraag is of klanten het doorberekenen van hogere kosten accepteren. ABN Amro denkt dat het aantrekken van de economie winkeliers ruimte geeft om hun prijzen op te schroeven. Het economisch bureau van de bank rekent erop dat de particuliere consumptie in Nederland dit jaar met 1,7 en volgend jaar met 1,9 procent toeneemt.
(klik voor uitvergroting)
Dunne marges kledingzaken
Bij het shoppen kan iemand voor bepaalde kleren zomaar 5 tot 10 procent meer kwijt zijn, verwacht ABN-econoom Sonny Duijn. De gemiddelde prijsstijging zal volgens hem wel lager liggen.
Duijn benadrukt dat de op handen zijnde prijsverhoging pure noodzaak is voor modezaken, die in de afgelopen jaren zwaar door de crisis zijn getroffen. Daarnaast hebben winkels veel last van de groei van online verkopen van kleding.
Het bedrijfsresultaat van kledingwinkels is tussen 2010 tot en met 2014 met liefst 70 procent gedaald. Inmiddels is de verkoop weer wat gestabiliseerd, maar daarvoor was gemiddeld wel prijsverlaging nodig. De winstmarges zijn uitermate dun geworden.
Bron: ANP/Z24
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl
