Ondernemers die pensioen opbouwen, doen dat doorgaans met banksparen (bancaire lijfrente). Maar een goed alternatief is zelf vermogen opbouwen in box 3.

Zelfstandigen die voor later geld opzij zetten, doen dat meestal met banksparen. Dat kan bij een bank of verzekeraar of bij het ZZP Pensioen, Bright Pensioen of Brand New Day. Eerder maakte Z24 daar al een uitgebreid overzicht van.

Banksparen voor je pensioen heeft verschillende voordelen. Zo is de inleg aftrekbaar en betaal je pas inkomstenbelasting – met lagere tarieven – als je na je pensionering gaat uitkeren. Ander voordeel is dat je over het opgebouwde tegoed geen vermogensrendementsheffing van 1,2 procent per jaar betaalt.

Starre regels

Maar er zijn ook nadelen. Zo zit je, net als bij een werknemerspensioen, vast aan starre regels. Als je geld nodig hebt voor een auto of wereldreis, kun je niet zomaar aan het geld komen. Tenzij je een straftarief van 72 procent belasting betaalt. Ook zijn er regels voor de duur van de uitkeringen. Als je op je 60’ste stopt met werken, moet je minimaal 26 of 27 jaar (afhankelijk van je AOW-leeftijd) lang laten uitkeren.

Een ander nadeel van banksparen is dat je erg afhankelijk bent van de rente, zoals ik eerder schreef. Als die toevallig laag staat als je gaat uitkeren, krijg je de rest van je leven een relatief lage uitkering.

Dat kan over zoveel jaar heel veel schelen. Bij twintig jaar uitkeren, is het verschil tussen een uitkering die je aankoopt bij een rente van 2,0 procent (zoals nu) en 5,0 procent maar liefst een derde! Als je geluk hebt, kun je dus een derde meer pensioen krijgen als de rente toevallig hoog staat als jij met pensioen gaat.

Het kan ook anders. Britse 55-plussers mogen sinds begin deze maand hun pensioen opnemen wanneer zij willen. Het gaat om beschikbare premie-regelingen, die vergelijkbaar zijn met de Nederlandse lijfrente. Een uitstekende ontwikkeling; wat mij betreft krijgen ook Nederlanders meer vrijheid om te bepalen hoe en wanneer zij hun pensioentegoed opnemen.

Voor wie daar niet op wil wachten, is er nu al een goed alternatief voor banksparen: beleggen in box 3! Dan ben je vrij om te doen met je geld wat je wilt en wanneer je wilt.

Er is natuurlijk wel een nadeel: je betaalt over je vermogen 1,2 procent vermogensrendementsheffing. Over dit percentage wordt heel wat gemopperd, omdat je met je spaarrekening meestal niet eens dat percentage aan rente krijgt. Maar wie pensioen opbouwt, gaat dat geld natuurlijk niet op een spaarrekening zetten. Dat zou heel dom zijn.

Pensioen: niet sparen maar beleggen

Pensioen is een kwestie van lange termijn en dus moet dat geld belegd worden. Met een neutraal risicoprofiel van 50 procent aandelen en 50 procent obligaties behaal je naar verwachting op lange termijn een rendement, na aftrek van kosten, van zeker vijf procent. Dan is een belasting van 1,2 procent helemaal niet zo veel, namelijk 24 procent (5,0 gedeeld door 1,2). Dat is minder dan de 42 of 52 procent belasting die je betaalt over inkomen dat je verdient met werk.

Wie vermogensopbouw in box 3 ziet als een goed alternatief voor een aan regels gebonden pensioen in box 1 (banksparen) moet wel goed plannen. En discipline hebben. Discipline om elke maand of kwartaal geld volgens een vast patroon te beleggen en discipline om van het geld af te blijven als het even tegenzit.

Paul van der Kwast is financieel planner en lid van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet. Ook schrijft hij tweewekelijks een column over personal finance.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl