• Grootbank ING verhoogt, in navolging van de Rabobank, de variabele spaarrente per 1 mei van 0,5 procent naar 0,75 procent.
  • De grootbanken bevestigen hiermee het beeld dat de spaarrente weer opkrabbelt door de renteverhogingen van de ECB.
  • Kleinere banken in Nederland voeren de spaarrente steeds vaker op tot 2 procent of meer, terwijl de rente bij de drie grootbanken relatief laag blijft.
  • Lees ook: Neobank bunq verhoogt variabele spaarrente naar 2% – spaarmarkt is in beweging

Per 1 mei gaat ING de variabele spaarrente voor vrij opneembare rekeningen verhogen van 0,5 procent naar 0,75 procent. Deze rente geldt voor een spaarsaldo tot en met 10.000 euro. Daarboven wordt de variabele spaarrente 0,65 procent tot en met een saldo van 1 miljoen euro.

Eerder kondigde Rabobank al een verhoging aan van de spaarrente tot 0,75 procent. Die verhoging geldt voor een tegoed tot maximaal 5 miljoen euro en gaat eveneens per 1 mei in.

Beide banken bevestigen het algehele beeld in de markt dat de spaarrente weer opkrabbelt, nu de Europese Centrale Bank (ECB) de rente aan het opvoeren is om de hoge inflatie in de eurozone te beteugelen.

De financiële vergelijkingssite Geld.nl merkte eerder deze week op dat kleinere banken in Nederland de spaarrente steeds vaker tot 2 procent of meer opvoeren, terwijl de rente bij de drie grootbanken relatief laag blijft.

"Veel mensen sparen toch wel bij deze banken. Dus ze hoeven niet per se hogere rentes te bieden om voldoende spaargeld aan te trekken", stelde Amanda Bulthuis, expert geld & verzekeringen bij de vergelijkingssite.

Dat de grote banken nog niet zo ver gaan met het opvoeren van de spaarrente komt volgens haar ook omdat ze de afgelopen jaren langer lopende leningen en hypotheken hebben verstrekt tegen lage rentes.

"Die leningen lopen nog steeds door en daar verdienen de banken dus weinig aan, waardoor er ook minder marge is om de spaarrentes te verhogen."

LEES OOK: Spaarrente van minstens 2%: waarom steeds meer kleinere banken dat wel bieden en grootbanken niet