De gemiddelde huizenprijs in Nederland lijkt een serieuze omslag te maken bij de start van 2014. Vergeleken met een jaar eerder is sprake van een stijging.

Dat blijkt uit de voorlopige kwartaalcijfers die makelaarsclub NVM donderdag publiceerde.

Voor het eerste kwartaal van 2014 komt de NVM uit op een gemiddelde woningprijs van 209 duizend euro. Ten opzichte van een jaar eerder is sprake van een stijging, van 1,2 procent.

Doordat de definitieve huizenprijs voor het laatste kwartaal van 2013 iets hoger is uitgevallen (208 duizend euro), is er vergeleken met een kwartaal eerder sprake eerder sprake van een zeer kleine stijging: een plus van 0,3 procent.

Sinds de start van de kredietcrisis zijn huizenprijzen in Nederland gemiddeld met 16,5 procent gedaald.

"Omdat de prijzen de afgelopen kwartalen steeds minder hard daalden, kondigde het einde van de prijsdaling zich al aan. Prijsherstel heeft nu zijn intrede gedaan maar er zijn regionaal en bij de verschillende huistypes grote verschillen", gaf  NVM-voorzitter Ger Hukker aan in een toelichting.

In de laatste drie maanden van 2013 steeg de huizenprijs ook, vergeleken met een kwartaal eerder. Maar ten opzichte van het voorgaande jaar was nog sprake van een een daling van 0,8 procent.

De nieuwe cijfers duiden erop dat de daling van huizenprijzen, die sinds 2008 is ingezet, daadwerkelijk op het bodemniveau is beland.

Meer woningen verkocht

De woningverkopen trokken bij de start van 2014 opnieuw aan. NVM-makelaars verkochten in het eerste kwartaal van 24.360 woningen, voor de markt als geheel lag het aantal naar schatting op 32.700. Dit komt neer op een plus van  41,5 procent vergeleken met hetzelfde kwartaal een jaar geleden.

Het eerste kwartaal van 2013 was volgens NVM-voorman Hukker echter extreem slecht "vanwege veranderde regels rond de hypotheekverstrekking. Het toegenomen consumentenvertrouwen, betere economische vooruitzichten en de lage rente leiden tot het aantrekken van de woningmarkt."

Vergeleken met het vierde kwartaal van 2013 zijn in dit eerste kwartaal 8,1 procent minder woningen verkocht. Daar zit echter een seizoenstrend in, omdat de verkopen in het eerste kwartaal vrijwel altijd lager zijn dan in de laatste drie maanden van een jaar.

Prijsverschillen per woningtype

Tussen verschillende woningtypen is nog wel het nodige verschil. Zo daalden de prijzen van de vrijstaande woningen nog in het eerste kwartaal van dit jaar  (-1 procent) en ook twee-onder-een-kapwoningen bleven met een vlakke prijsontwikkeling wat achter.

Populaire starterswoningen zoals de tussenwoningen (plus 0,5 procent), hoekwoningen (2,2 procent) en appartementen (2,9 procent) stijgen daarentegen weer in prijs.

Daling aanbod te koop staande woningen

Door de hogere verkopen neemt het aanbod van te koop staande woningen inmiddels serieus af.  In vergelijking met een jaar eerder staan er  8,1 procent minder woningen in aanbod. Halverwege februari stonden er 155.568 woningen te koop bij NVM-makelaars.

Aan de andere kant vlakt ook de daling van vraagprijzen af.  Vergeleken met een jaar eerder zakte de vraagprijs van het aanbod in het eerste kwartaal met 2,3 procent. "De sterkste daling van de vraagprijzen lijkt voorbij, ook hier lijkt voor de meeste woningtypes het dieptepunt te zijn bereikt", aldus NVM-voorman Hukker.

Analisten voorzichtig positief

Vorige maand bleek al uit cijfers van het Kadaster dat de huizenprijzen in Nederland zich al 8 maanden min of meer op hetzelfde niveau bevinden. Rabobank-analist Pieter van Dalen gaf aan voorzichtig positief te zijn over de huizenmarkt, onder meer nadat eerder deze week bleek dat de woningverkopen aantrekken. Sinds de crisis uitbrak in 2009 zijn er niet zoveel woningen verkocht in de eerste twee maanden van het jaar.

Ook ABN Amro signaleerde in de Woningmarktmonitor van maart een voorzichtige verbetering in de transactieprijzen. Wel zijn er nog grote verschillen tussen de diverse types woningen. Vrijstaande en twee-onder-één-kap-woningen zijn ten opzichte van zomer 2013 in prijs gedaald, terwijl tussenwoningen de stijgende lijn wel te pakken hebben.

Op provinciaal niveau geldt opmerkelijk genoeg het omgekeerde, schrijft ABN. "In de provincies waar de meeste transacties plaatsvinden (Zuid-Holland, Noord-Holland, Noord-Brabant, Gelderland en Utrecht, samen goed voor ruim 70 procent van de markt), zijn de prijzen sinds juni verder gedaald, terwijl de prijzen in de overige provincies zijn gestegen."

Te vroeg om te juichen

ABN merkte op dat het vertrouwen in de woningmarkt langzaam weer terugkeert, getuige de stijging in het aantal transacties en het prijspeil. Maar het is nog te vroeg om te juichen. Een grote groep huizenbezitters zit met een potentiële restschuld, waardoor verhuizen een lastige zaak is. Ook neemt het aantal nieuwbouwhuizen nauwelijks toe.

Op de lange termijn kunnen lastenverzwaringen roet in het eten gooien. Denk daarbij aan de verhoging van het eigenwoningforfait begin dit jaar en aan de stijging van de gemeentelijke OZB-tarieven. "De huizenmarkt mag weer op de been zijn, rennen is er voorlopig niet bij", concludeerde de bank.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl