Zo’n 20 miljard euro was Airbus kwijt aan het ontwikkelen van de A380, het grootste passagierstoestel ter wereld. Die investering zal de Europese vliegtuigbouwer nooit terugverdienen.

Donderdag kondigde Airbus aan met de productie van de A380 te stoppen. De laatste levering is in 2021.

De afmetingen van de dubbeldeks A380 zijn immens. Het toestel is 73 meter lang en heeft een spanwijdte van bijna 80 meter. De staart torent ruim 24 meter boven de grond uit. Leeg weegt het gevaarte 275 ton, volledig beladen ruim het dubbele.

In de normale stoelconfiguratie met drie klassen kan het vliegtuig 555 passagiers vervoeren. Als alleen economy-stoelen worden gebruikt, kan dat oplopen tot 840.

Als in 2007 de eerste commerciële vlucht van de A380 plaatsvindt, is de vliegtuigbouwer vol optimisme over de het nieuwe toestel. Airbus denkt dat het in de eerste twintig jaar zo’n 1.200 stuks kan slijten.

Maar na aanvankelijk grote belangstelling van luchtvaartmaatschappijen zijn nieuwe orders voor de superjumbo de afgelopen jaren opgedroogd. Verreweg het grootste deel van de gebouwde toestellen zijn bestemd voor een enkele klant: Emirates.

De luchtvaartmaatschappij uit Dubai maakte donderdag bekend dat het de bestellingen voor de A380 terugschroeft van 162 naar 123 stuks. Emirates beschikt over ruim honderd A380’s, en daar komen tot en met 2021 nog veertien bij. Dan is het afgelopen.

Dat is reden voor Airbus om de stekker uit de A380 te trekken. Waar ging het mis met de reusachtige dubbeldekker waarvan de Europese vliegtuigbouwer er ooit dacht zo'n 1.200 stuks te kunnen slijten?

Kleine, zuinigere toestellen

Voor luchtvaartmaatschappijen was het lange tijd voordelig om vluchten aan te bieden volgens het zogenoemde hub-and-spoke-model. Daarbij vliegen passagiers met kleinere vliegtuigen naar een groot knooppunt, om vervolgens met een groot toestel zoals de Airbus A380 naar een andere hub te vliegen.

Zo hoeft de maatschappij minder vluchten uit te voeren en verbetert de bezettingsgraad van de toestellen.

Maar dit model is uit de mode geraakt ten faveure van het punt-tot-punt-systeem, met directe vluchten tussen bestemmingen. Dit is mogelijk door een nieuwe generatie van zuinigere, tweemotorige vliegtuigen, waarmee een tussenstop op langeafstandsvluchten niet meer nodig is.

Het is tegenwoordig efficiënter om met kleinere toestellen rechtstreeks te vliegen tussen twee luchthavens, ook al zit het vliegtuig misschien niet altijd vol. Bijkomend voordeel voor passagiers is dat ze niet meer over hoeven te stappen.

Bekijk voor meer achtergrondinformatie de onderstaande video:

De Dreamliner van Boeing, die sinds 2011 in bedrijf is, is een van die nieuwe, zuinigere toestellen.

Het tweemotorige vliegtuig is voor een groot deel gebouwd van koolstofvezel en lichte metalen zoals aluminium en titanium. Daardoor ligt het brandstofverbruik 20 procent lager dan bij bestaande vliegtuigen van vergelijkbare omvang. Het toestel kan ongeveer 250 tot 300 passagiers vervoeren.

Kortom, de enorme megavliegtuigen zijn voorbijgestreefd door hun kleinere, zuinigere broertjes. Daardoor zat Airbus met een megaprobleem: de peperdure A380 was niet meer rendabel.

Dat heeft Airbus tijdig ingezien. Het bedrijf heeft met de A350 en de A330neo twee kleinere toestellen ontwikkeld die kunnen concurreren met Boeings vliegtuigen. En financieel gezien gaat het nog altijd best goed met Airbus. Ondanks een uitdagend jaar heeft de Europese vliegtuigbouwer in 2018 een recordwinst behaald.

Lees meer: