Plantaardige melk van merken als Oatly en Alpro is per definitie bedoeld als vervanging voor koemelk. Het idee is dat hiermee een alternatief wordt geboden voor klassieke zuivel met een hogere milieu-impact. Ook draagt plantaardige melk in de beleving van de consument bij aan het overbodig maken van de intensieve veehouderij.

Maar het produceren van havermelk en sojamelk levert reststromen van eiwitrijke pulp op die worden doorverkocht als veevoer door Oatly en Alpro, zo blijkt uit navraag door Het Financieele Dagblad.

Volgens de krant verkocht Oatly in 2021 van zijn wereldwijde reststromen zo’n 29 miljoen liter aan boeren, waarmee zo’n 1,5 miljoen kilo vlees geproduceerd kan worden. Oatly verkoopt het veevoer alleen aan varkenshouderijen.

Alpro, dat een dochterbedrijf is van het Franse concern Danone, verkoopt veevoer uit sojaboonresten voor zowel varkens als koeien. Precieze cijfers zijn niet beschikbaar, maar volgens het FD verkocht de Vlaamse fabriek van Alpro in 2019 in totaal 60 miljoen liter sojavoer aan boeren via een samenwerking met ForFarmers.

Oatly probeert enige diversificatie aan te brengen in het gebruik van de reststromen. Het idee was dat de fabriek in Vlissingen haverdrab zou inzetten voor biogas in vergisters. Maar uit navraag door het FD blijkt dat de haverdrab sinds 2022 in Nederland ook aan varkenshouders wordt verkocht.

Lees hier het hele verhaal bij Het Financieele Dagblad: Ongemakkelijke waarheid: Oatly en Alpro voeden intensieve veehouderij