Pakkenbedrijf Suitsupply leent 40 miljoen euro van een bankenconsortium om de coronacrisis door te komen.

Oprichter Fokke de Jong en investeerder NPM leggen elk nog eens 10 miljoen euro in.

Suitsupply moest zijn winkels maandenlang sluiten door de lockdownmaatregelen. De inkomsten droogden op, terwijl een deel van de kosten doorliep.

Ondanks de coronacrisis ligt Suitsupply volgens De Jong op koers om dit jaar winst te maken.

Pakkenkoning Fokke de Jonge leent 40 miljoen euro van ABN Amro, BNP Paribas, ING en Rabobank om zijn bedrijf Suitsupply door de coronacrisis te helpen. De oprichter legt zelf ook nog eens 10 miljoen euro in, net als investeerder NPM.

Dat bevestigt De Jong tegenover het Financieele Dagblad.

Door de lockdownmaatregelen waren een groot deel van de 125 Suitsupply-winkels maandenlang gesloten. De inkomsten gingen naar nul, terwijl de rekeningen wel betaald moesten worden. Om dat financiële gat te vullen, is Suitsupply naar de banken gestapt.

Saillant detail is dat de overheid voor maximaal 80 procent garant staat voor de lening. Dat is onderdeel van de zogeheten GO-C regeling voor ondernemers die krediet nodig hebben doordat ze in problemen zijn gekomen door de corona-uitbraak. Eerder deden vliegmaatschappij KLM, fitnessketen Basic-Fit en fietsenproducent Accell al een beroep op deze regeling.

Suitsupply komt de coronacrisis wel door, denkt oprichter De Jong. "Ik denk dat we dit jaar wel geld gaan verdienen, alleen heb je wel een liquiditeitsissue als drie maanden omzet wegvalt", zegt hij tegen het FD.

Wat scheelt is dat Suitsupply de voorraden op een later moment kan verkopen – ook volgende zomer is er nog wel vraag naar linnen jasjes. Zara-moederbedrijf Inditex en H&M moesten juist honderden miljoenen afboeken op hun modegevoelige assortiment.

Fokke de Jong begon in een brugrestaurant boven de A4

Fokke de Jong begon in 2000 vanuit zijn slaapkamer met de verkoop van pakken. Nu is Suitsupply een wereldwijde keten met 125 filialen in 25 landen. Het geheim van de pakkenketen is betaalbare luxe.

De eerste vestiging opende De Jong nou niet direct op een A-locatie als de PC Hooftstraat, maar wel op een slimme plek: het brugrestaurant boven de A4.

Door de jaren heen is het openen van filialen op strategische plekken – op vliegvelden en in businesscentra, of boven duurdere panden in toonaangevende winkelstraten – een manier geworden om voor relatief weinig geld toch grote groepen klanten te bereiken.

In een interview met Retailwatching.nl legde De Jong in 2015 uit dat hij mede daardoor een beter product en betere service kan aanbieden:

“In plaats van veel geld uit te geven aan locatie en marketing, spenderen we dat in de kwaliteit van ons product en de deskundigheid van ons personeel.”

Een belangrijke doorbraak beleefde Suitsupply in 2011 toen The Wall Street Journal schreef dat de pakken van dezelfde kwaliteit waren als die van Armani, maar wel bijna zes keer zo goedkoop zijn. Een Armani-pak kostte toen 3.625 dollar terwijl je voor een vergelijkbaar pak van Suitsupply 614 dollar kwijt was.

‘Seksistische’ reclamecampagnes van Suitsupply

Vermaard zijn ook de reclamecampagnes van Suitsupply, die De Jong heel bewust gebruikt om reuring te creëren. Het bedrijf zorgt in de VS – maar zeker ook hier in Nederland – regelmatig voor ophef met volgens velen ‘seksistische’ en soms ook ‘racistische’ reclameposters.

Zo werden vele vrouwen boos toen in februari vorig jaar overal in Amsterdam deze reclameposter hing van een donkere vrouw met ontbloot bovenlijf, waar twee mannen van afglijden.

Bron: Suitsupply
Bron: Suitsupply

Suitsupply reageerde tegenover AT5 luchtig op alle ophef:

“De campagne is geïnspireerd op de hedendaagse dominante positie van de vrouw in onze maatschappij waarin de man steeds meer van ‘playboy’ tot ‘plaything’ is geworden. Dit is overigens iets waarin we ons bij Suitsupply graag bij neerleggen en de zonnige kant van inzien.“

2019 was het beste jaar ooit voor Suitsupply

De domper van de coronacrisis komt na het beste jaar ooit voor het pakkenbedrijf. Suitsupply boekte in 2019 zo'n 350 miljoen euro omzet, bij een oprationele winst van 30 miljoen euro.

Ook 2020 begon voortvarend, tot landen op slot gingen door de uitbraak van de besmettelijke longziekte Covid-19.

Toch blijft De Jong optimistisch, zegt hij tegen het FD. "In de jaren na de financiële crisis zijn wij het hardst gegroeid."

In Europa zijn de inkomsten terug op 80 procent van wat het was voor de coronacrisis en Azië groeit zelfs vergeleken met vorig jaar. Alleen in de VS vallen de omzetten flink terug; daar woekert het coronavirus nog steeds volop rond.

Lees meer: