• De aanloop naar de beruchte beurscrash in 1929 vertoont volgens een recent verschenen boek opvallende overeenkomsten met het huidige beleggingsklimaat.
  • Net als toen stijgt het aantal nieuwe beursnoteringen momenteel snel, betreden veel onervaren beleggers de markt, wordt er volop belegd met geleend geld en strooien centrale banken met goedkoop geld.
  • “We wilden snel geld verdienen zonder ervoor te hoeven werken”, schreef een vrouwelijke beurshandelaar destijds.

De markt opende met “bliksemschicht uit de hel”. Er was sprake van een “tsunami van verkopen”, waarbij paniekerige beleggers 16 miljoen aandelen overboord gooiden, ruim drie keer zoveel als op een normale beursdag.

Beurshandelaren hielden zich al snel niet meer aan de regels “om niet te rennen, vloeken en duwen” en niet “zonder jasje” aan het werk te zijn. Er vormden zich woedende mensenmassa’s rond het financiële district in New York en de politie werd opgeroepen om een heel specifieke groep oproerkraaiers onder controle te krijgen: aandelenbeleggers.

De Dow Jones sloot op 230 punten, 23 procent lager dan de opening van 299 punten en bijna 40 procent lager dan de eerdere recordstand van 381,17 punten.

Die dag was ‘Black Tuesday’: 29 oktober 1929.

Binnen enkele uren gingen hele vermogens verloren en de Amerikaanse economie crashte na de jarenlange uitbundigheid van de jaren twintig.

In het boek Rainbow's End: The Crash of 1929 analyseert Maury Klein de beurscrash van 1929. Hij belicht menselijke verhalen over de aandelengekte in die tijd en – misschien wel het belangrijkste – hij laat opvallende parallellen zien met de euforische markten heden ten dage.

Hieronder vier voorbeelden die Insider uit het boek van Klein heeft gehaald.

Lees ook: Beurs ligt er nog steeds sterk bij, maar insiders beginnen te twijfelen – hier moet je op letten


1. Meer nieuwe beursnoteringen dan ooit

Het aantal nieuwe beursnoteringen van bedrijven aan de New York Stock Exchange bereikte in 1929 een recordhoogte, nadat de beleggingskoorts op en rond Wall Street hoog was opgelopen.

Hoewel er veel verschillen zijn tussen het tijdperk van de beurscrash in 1929 en de huidige tijd is de stijging van het aantal nieuwe beursnoteringen een overeenkomst die niet kan worden genegeerd.

In het eerste kwartaal van 2021 steeg het aantal nieuwe beursintroducties met 85 procent en de opbrengsten daarvan met 271 procent ten opzichte van een jaar eerder, blijkt uit het rapport Global IPO Trends: Q1 2021 van Ernst & Young.

De opkomst van special purpose acquisition companies, oftewel SPAC's, heeft een flinke bijdrage geleverd aan de stijging van het aantal beursintroducties. Dat zijn lege beurshulzen die gevuld worden met een zak geld om overnames te doen.

In het eerste kwartaal van 2021 ging een recordaantal van 298 SPAC's naar de beurs. Die haalden in totaal bijna 88 miljard dollar op, blijkt uit gegevens van ICR Capital.

Lees ook5 dingen die je als belegger moet weten om SPAC’s te begrijpen: de lege beurshulzen die zeer populair zijn om overnames mee te doen


2. Onervaren beleggers en speculanten storten zich op de beurs

"Voor ervaren beleggers vertegenwoordigden ze een nieuw soort gokker die meer door hoop dan door ervaring naar de markt werd getrokken, zoals toeristen in een casino hun geluk beproeven in een spel tegen professionals. Eentje gaat weg en er komen er twee nieuwe bij. Winst of verlies, wij krijgen onze commissies toch wel..."

Aan het eind van de jaren twintig was het aantal beleggers op Wall Street naar recordhoogte gestegen.

Beursbrokers openden alleen al in 1928 en 1929 maar liefst 599 nieuwe kantoren, waarmee het totaal aantal brokerkantoren in New York in aanloop naar Black Tuesday gestegen was naar boven de 1.600, meer dan twee keer zoveel als in 1925.

Vrouwen waren eerder niet welkom als belegger, maar werden topklanten in de periode voorafgaand aan de beurscrash van 1929.

Een vrouwelijke beurshandelaar legde in een artikel uit waarom ze de markten betrad: "We stapten er om dezelfde reden in als al die andere kleine beleggers, omdat we snel geld wilden verdienen zonder ervoor te hoeven werken."

In 2021 zijn handelsapps als Robinhood en E*trade populairder dan ooit.

En op sociaal platform Reddit is r/wallstreetbets een online gemeenschap waar particuliere beleggers met dezelfde speculatieve houding als in de jaren twintig van de vorige eeuw samenkomen. Het aantal leden van dit forum is gestegen tot bijna 10 miljoen.

Het aandeel van particuliere beleggers in de beurshandel is in de VS ook toegenomen van 10 procent van de totale aandelenhandel in 2010 naar bijna 25 procent in 2021, blijkt uit gegevens van Bloomberg Intelligence.


3. Beleggen met geleend geld voert de boventoon

"Leningen van beleggers bij beursbrokers bedroegen in maart 1928 in totaal 3,7 miljard dollar en bereikten op 6 juni een recordhoogte van 4,56 miljard dollar."

Beursbrokers leenden in de jaren twintig volop aan beleggers om te speculeren op de beurs. Dat was tot de uiteindelijke crash een geweldige business.

In 2021 lenen beursbrokers opnieuw volop aan beleggers. Volgens de koepel van beurshandelaren FINRA bereikte het niveau van leningen om mee te speculeren op de beurs (margin debt) in maart een recordniveau van 822 miljard dollar.

Opnieuw gokken beleggers met geleend geld, maar er is wel een duidelijk verschil: spaargeld.

Consumenten hebben sinds de coronapandemie uitbrak maar liefst 5.400 miljard dollar aan spaargeld opgepot, schrijft The Financial Times. Toch zijn de overeenkomsten tussen de speculatiehandel in 1929 en die van nu onmiskenbaar.


4. Centrale bank strooit met goedkoop geld

"Benjamin Strong had de rente van de centrale bank van New York in mei al verhoogd tot 4,5 procent. Twee maanden later ging de rente net als bij acht andere banken van de Federal Reserve omhoog naar 5 procent, maar volgens velen was het al te laat om het beleid van 'goedkoop geld' van 1927 goed te maken."

Benjamin Strong was tot zijn dood in oktober 1928 veertien jaar lang de gouverneur van de Federal Reserve Bank of New York, dus tot ongeveer een jaar voor Black Tuesday.

Strong had veel langer vastgehouden aan het beleid van 'goedkoop geld' met lage rentes dan veel economen uit die tijd hadden gehoopt. De gouverneur verlaagde de beleidsrente in 1927 tot woede van toenmalig president Herbert Hoover tot 0,5 procent.

Strong was ook een voorstander van het opkopen van staatsobligaties door de centrale bank om marktrentes te drukken. De verschillende afdelingen van de Federal Reserve verhoogden hun aankopen van staatspapier tussen mei en december 1928 met 300 miljoen dollar.

Economen als Murray Rothbard hebben Strong bekritiseerd vanwege zijn "marktmanipulaties" en stellen dat zijn beleid een van de belangrijkste oorzaken was voor de Grote Depressie.

In 2021 belooft Fed-voorzitter Jerome Powell ultralage rentes te handhaven en door te gaan met het opkoopprogramma van obligaties totdat er "substantiële verdere vooruitgang is geboekt" op het gebied van werkgelegenheid en inflatie.

De totale bezittingen van de Fed zijn sinds begin 2020 gestegen van 4.100 miljard dollar naar 8.000 miljard dollar.

Lees meer over het huidige beleggingsklimaat: