Verzekeraar Aegon heeft in Nederland last van een verschuiving in de markt voor aanvullende pensioenproducten.

In het eerste kwartaal van dit jaar verkocht Aegon in Nederland voor 32 miljoen euro pensioenproducten, tegen een omzet van 47 miljoen euro in de eerste drie maanden van 2016.

In de toelichting op de donderdag gepubliceerde kwartaalcijfers stelt Aegon van een verschuiving van pensioenregelingen waarbij werkgevers een toezegging doen over de toekomstige pensioenuitkering naar regelingen waarbij werkgevers meebetalen aan de pensioeninleg en het beleggingsrisico voor werknemers is.

Aegon heeft in het eerste kwartaal van dit jaar in totaal wel meer winst geboekt dan een jaar eerder. De kapitaalbuffer bleef daarbij op peil, maar moet in ieder geval in Nederland verder worden versterkt, meldde de verzekeraar.

Versterking kapitaalbuffer Nederland

Aegon komt bij de cijfers van het tweede kwartaal met concrete plannen voor het versterken van de kapitaalpositie in Nederland, stelde bestuursvoorzitter Alex Wynaendts. Dan wordt ook gemeld wat de resultaten zijn van bezuinigingsmaatregelen die in de afgelopen tijd al zijn genomen.

De kapitaalbuffer van Aegon verbeterde afgelopen kwartaal in Nederland licht ten opzichte van eind 2016, dankzij de iets hogere rente. In samenspraak met toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) wordt echter gekeken hoe de financiële positie structureel kan worden verbeterd door risico's te verminderen, activiteiten te optimaliseren en meer kapitaal vanuit de holding beschikbaar te maken. ,,Alle opties'' liggen nog op tafel, zei Wynaendts in een toelichting.

Aegon zag zijn nettowinst vorig kwartaal mede door boekhoudkundige meevallers oplopen naar 378 miljoen euro, tegen 143 miljoen euro een jaar eerder. De onderliggende brutowinst verbeterde met 6 procent naar 488 miljoen euro.

De verzekeraar profiteerde afgelopen tijd van bezuinigingen in de Verenigde Staten en de aantrekkende aandelenmarkten. Verder verbeterden de resultaten in Azië en hielp de opmars van de dollar een handje. Op de Amerikaanse markt liep de brutowinst met 10 procent op, terwijl die in Europa stabiel bleef.