Het is nooit plezierig om de stekker uit je bedrijf te trekken. Toch is het verstandig zorg te besteden aan de ontmanteling, anders loop je het risico op vervelende verrassingen.

Voor de meeste mensen pakt het besluit om een eigen bedrijf te starten positief uit, maar er zijn ook ondernemers die het na een tijdje voor gezien houden of merken dat hun bedrijf niet levensvatbaar is. Zij gaan bijvoorbeeld weer in loondienst of stoppen helemaal met werken.

Aan het opstarten van een bedrijf besteden ondernemers vaak veel aandacht, maar het is belangrijk ook voldoende energie te steken in een correcte ontmanteling. Anders loop je het risico op vervelende verrassingen.

Parttime ondernemen

Als de inkomsten tegenvallen, denk je er wellicht snel aan de stekker uit je bedrijf te halen. Toch is dat niet altijd nodig. Als je echt in je onderneming gelooft en gemotiveerd bent om door te zetten, kun je proberen om met behulp van deskundig advies je onderneming alsnog levensvatbaar te maken. Of je kunt op zoek gaan naar een part time baan waarmee je het ondernemerschap tijdelijk combineert, tot de inkomstenstroom alsnog op gang komt.

In sommige gevallen is opheffing van je bedrijf echter onvermijdelijk. Maar dat heb je niet in een achternamiddag geregeld. Er moeten veel stappen worden gezet voor je bedrijf echt is ontmanteld.

Informeren

Zo moet je veel organisaties op de hoogte stellen van je besluit. De eerste stap is je laten uitschrijven uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Uiteraard moet ook de Belastingdienst weten dat je stopt als ondernemer. Ook andere organisaties waarbij je bent aangesloten, zoals een beroepsorganisatie, moet je informeren. Ditzelfde geldt uiteraard ook voor je zakenrelaties en klanten.

Verder heb je als ondernemer wellicht zakelijke diensten afgenomen die je moet stopzetten, zoals een zakelijk telefoonabonnement, een arbeidsongeschiktheidsverzekering, een brandverzekering, de huur van een kantoorruimte of de hosting van een website. Houd rekening met opzegtermijnen.

Aangifte doen

De Belastingdienst alleen melden dat je gestopt bent als ondernemer, is niet voldoende. Allereerst moet je natuurlijk nog een aangifte over het laatste jaar als ondernemer indienen; zowel voor de omzet- als inkomstenbelasting. Wat betreft de omzetbelasting moet je over alle voorraden en bedrijfsmiddelen die je niet aan een ander levert omzetbelasting betalen.

Stakingsaftrek

Als je je bedrijf stopzet heb je niet alleen te maken met de normale bedrijfswinst, maar ook met stakingswinst. Denk bijvoorbeeld aan kantoorinventaris die in de boeken is afgeschreven, maar nog wel een bepaalde waarde heeft. Of aan een waardestijging van je bedrijfspand, die niet in de winst uit onderneming is meegenomen. Of aan goodwill. Gelukkig hoef je niet over de hele stakingswinst belasting te betalen. Je kunt namelijk gebruik maken van een speciale aftrekpost: de stakingsaftrek. Deze bedraagt momenteel 3.630 euro.

Over de stakingswinst die boven die grens uitkomt, moet je wel belasting betalen. Dit kun je echter omzeilen door voor de stakingswinst een pensioen (lijfrente) te kopen. Wees daar wel op tijd bij: dit moet gebeuren binnen een halfjaar na het einde van het kalenderjaar waarin je bedrijf is gestaakt.

Oudedagsreserve

Na het afrekenen van de stakingswinst ben je er vaak nog niet. Veel ondernemers maken gebruik van de Oudedagsreserve (voorheen FOR genaamd), een regeling die hen de mogelijkheid biedt om fiscaal vriendelijk te sparen voor hun pensioen. Als je voldoet aan het urencriterium mag je maximaal 9,8 procent van de winst (tot hooguit 8.631 euro) per jaar van de winst aftrekken als oudedagsreserve. Over dat bedrag betaal je geen belasting, terwijl je er wel rendement op kunt behalen als je met dit bedrag gaat sparen of beleggen.

Dit is echter geen afstel van de belastingplicht. Als je met pensioen gaat of je onderneming voortijdig staakt, klopt de Belastingdienst alsnog bij je aan. Zorg er daarom voor dat je dit geld achter de hand hebt.

Ook bij deze regeling bestaat er een mogelijkheid om de afrekening uit te stellen. Je moet dan de oudedagsreserve belastingvrij omzetten in een lijfrente. De lijfrentepremie die je bij deze operatie betaalt mag je vervolgens aftrekken van je inkomen in Box 1. De extra premie-aftrek is wel gebonden aan maxima, afhankelijk van je leeftijd en je persoonlijke situatie.

Faillissement

Soms moet een bedrijf worden stopgezet omdat de ondernemer de schulden niet meer kan betalen. In dat geval kan de rechtbank een faillissement uitspreken, wat neerkomt op een algemeen beslag op al jouw bezittingen en inkomsten. Dit betekent voor ondernemers met een eenmansbedrijf dat ze dan niet meer over hun bezittingen en inkomsten kunnen beschikken, want eenpitters worden persoonlijk failliet verklaard. De rechtbank benoemt een curator die het faillissement zal afwikkelen.

Uitkering

Als ondernemer heb je in principe geen recht op een uitkering, want risico's horen bij het ondernemerschap. Tegen het risico op arbeidsongeschiktheid kun je je wel verzekeren. Heb je zo'n verzekering niet of raak je werkloos, dan zijn er toch enkele vangnetjes. Het loont de moeite te kijken of deze wellicht op jou van toepassing zijn.

Voor oudere ondernemers die langdurig arbeidsongeschikt zijn is er de IOAZ-regeling (wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen). Deze uitkering zorgt ervoor dat je tot de pensioendatum het brutominimumloon ontvangt. Je moet wel voldoen aan een aantal voorwaarden.

BBZ

Een ander voorbeeld is het BBZ, het Bijstands Besluit Zelfstandigen. Deze regeling is bedoeld voor ondernemers die hun bedrijf hebben moeten stopzetten wegens gebrek aan inkomsten, maar wel aan bepaalde schulden vastzitten. Zij kunnen onder bepaalde voorwaarden een tijdelijke (renteloze) lening bij de gemeente krijgen. Deze regeling verloopt echter niet vlekkeloos, zo constateerde Z24 ooit. Ook moet je beseffen dat het
enkele maanden kan duren voor je over het geld beschikt. De regeling moet worden aangevraagd bij de Sociale Dienst in jouw gemeente. Doe dit wel voordat je bedrijf is opgeheven.

Verder rest alleen de Bijstand en schuldhulpverlening. Voor Bijstand moet je je wel realiseren dat je als zzp'er geen werkende partner mag hebben en geen vermogen.

Als alles is verrekend en geregeld, is het wel van belang je administratie minimaal zeven jaar te bewaren. De Belastingdienst en andere overheidsinstellingen kunnen eventueel nog bij je aankloppen voor informatie.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl