Chloorkippen en genetisch gemanipuleerde maïs stromen ongehinderd Europa binnen. En alsof dat niet erg genoeg is, gaan er honderdduizenden banen verloren. Dat is het doemscenario dat tegenstanders van het  handelsverdrag TTIP graag schetsen. Hoe erg is dat, vraagt Z24’s Thijs Peters zich af?

De onderhandelingen over de  Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) bleven heel lang van de radar van het grote publiek, maar sinds een jaar is er vooral in Duitsland, veel protest tegen het beoogde handelsakkoord met de Verenigde Staten.

Dat TTIP op de kaart staat, is goed, want er zitten mogelijk een aantal dubieuze voorstellen in het pakket. Vooral op de manier waarop handelsgeschillen buiten de openbaarheid zouden kunnen worden beslecht, is terecht veel kritiek. (voor de liefhebbers, lees hier meer over ISDS (Investor Dispute Settlement) en TTIP bij Elsevier). Alleen schieten de tegenstanders inmiddels wel fors door.

Wat is TTIP ook al weer?

Eerst nog maar eens kort wat TTIP eigenlijk inhoudt. Tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten zijn in het verleden al veel handelsbarrières uit de weg geruimd. Er zijn nog wel importtarieven, maar die stellen niet veel voor.

Het doel van TTIP is, naast het slechten van de laatste tariefbarrières, vooral een andere horde weg te nemen: de verschillen in regelgeving. Als de regels gelijk worden getrokken, creëer je een gelijk speelveld voor Amerikaanse en Europese bedrijven.

Dat gelijk trekken van regels, dat is waar de hele chloorkip-discussie eigenlijk over gaat: in Amerika mag kippenvlees  met chloorhoudend water gewassen worden, in Europa niet. Bij de, overigens besloten onderhandelingen over TTIP, moet over dit soort verschillen afspraken gemaakt worden.

De vrees van tegenstanders: de minst strenge regel wint altijd, waardoor Europeanen niet vast kunnen houden aan hun eigen regels op het gebied van milieu en voedselveiligheid.

Wie profiteert er van TTIP?

Maar laten we onderwerpen als voedselveiligheid en milieu even voor wat ze zijn. Hoe zit het met het eigenlijke doel van het handelsverdrag: meer voorspoed voor zowel de Amerikanen als de Europeanen? Levert een handelsverdrag banen op?

De voorstanders van TTIP komen steevast met het argument dat een handelsverdrag goed is voor de economie én dus voor de werkgelegenheid. Want hoe minder regels en gedoe voor bedrijven, hoe meer handel. Een waterdichte redenering waar maar weinig economen het mee oneens zullen zijn.

Het grote probleem is alleen dat politici dit verhaal verkopen als een klassieke win-win-situatie. Zowel Europa als de Verenigde Staten zouden profiteren van het handelsverdrag. Maar dat is niet meer dan een aanname en in zekere zin zelfs onwaarschijnlijk. Juist in Europa zouden we sinds de Griekse crisis moeten weten dat het creëren van een gezamenlijke markt niet alleen maar winnaars oplevert.

Bij handelsakkoord met VS is Europa het zwakke broertje

Studies naar het economische effect van TTIP kwamen tot nu toe altijd tot de conclusie dat zowel de Europese Unie als de Verenigde Staten van een verdrag zouden profiteren.

De Amerikaanse econoom Jeronim Capaldo komt in een studie uit oktober 2014 echter tot de conclusie dat er in het geval van TTIP geen sprake is van een win-win situatie. Capaldo ziet één winnaar en één verliezer, respectievelijk de VS en de EU.

Capaldo's studie is in twee opzichten interessant. Ten eerste is het een studie uit onverdachte hoek. Waar eerdere studies werden gedaan in opdracht van de Europese Commissie, is dit een onafhankelijke wetenschapper. Ten tweede gebruikt hij een model waarmee hij wat meer focus legt op de werkgelegenheid.

De Verenigde Staten profiteren volgens Capaldo. Het nationaal inkomen van de Verenigde Staten stijgt, en er komen in tien jaar tijd 784.000 banen bij. In Europa gaat het akkoord ten koste van de groei en gaan er 583.000 banen verloren.  Netto is het saldo voor de werkgelegenheid weliswaar positief, maar Europa trekt wel aan het kortste eind (zie de grafiek hieronder, klik voor uitvergroting).

Bron: The Trans-Atlantic Trade and Investement Partnership; European Disintegration, Unemployment and Instability, Jeronim Capaldo, 2014

Bron: The Trans-Atlantic Trade and Investement Partnership; European Disintegration, Unemployment and Instability, Jeronim Capaldo, 2014

 

De meeste banen gaan volgens de modellen van Capaldo verloren in Noord-West Europa: in de Scandinavische landen, Duitsland en Nederland. Dat lijkt enigszins tegenstrijdig, omdat je zou verwachten dat juist die landen een gezonde en concurrerende exportsector hebben. Een open Amerikaanse markt biedt juist kansen voor bedrijven uit die landen.

Dat laatste is wel het geval, maar de groeiende export naar Amerika weegt niet op tegen een andere negatief effect. De handel met Amerika is groot, maar de onderlinge handel met andere Europese landen is vele malen groter.

TTIP zorgt er voor dat Amerikaanse bedrijven toegang krijgen tot de Europese markt. Aangezien de loonkosten in de VS vaak wat lager liggen dan in het rijke Noord-West-Europa, wordt dat een harde strijd.

Een strijd waar vooral Noord-Europese landen last van hebben, want die worden nu keihard beconcurreerd door Amerikaanse bedrijven. In de Zuid-Europese landen is het effect minder: ze importeren gewoon wat minder uit Duitsland en wat meer uit de VS.

Gevolgen van TTIP zijn misschien negatief, maar erg klein

Hoewel Capaldo Nederland niet apart behandelt,  maar als onderdeel van 'Other Northern Europe', is de schade in de vorm van banen en niet gerealiseerde economische groei in ons land waarschijnlijk relatief groot. Nederland is immers een exportland dat relatief zwaar leunt op de handel met ander Europese landen.

Toch is het zaak de cijfers even in perspectief te zetten. Capaldo maakt de schatting dat er in de periode tot 2025 door TTIP 583 duizend banen verdwijnen in de Europese Unie. Dat klinkt veel, maar afgezet tegen een totale beroepsbevolking van 300 miljoen Europeanen is het bijna niets.

TTIP zorgt over een periode van 10 jaar voor een potentiële verhoging van de werkloosheid in Europa van 0,2 procentpunt. Daarmee lijkt de invloed van het handelsverdrag op de Europese werkgelegenheid behoorlijk klein. Schommelingen in de euro-dollarkoers of vluchtelingenstromen hebben een veel groter effect op arbeidsmarkt.

Extreem schadelijk voor de Europese Unie is  TTIP dus niet. Maar dat is natuurlijk amper mooie reclame voor het verdrag. Het maakt TTIP voor de Europese Commissie nog steeds lastig verkoopbaar.

Lees ook

TTIP-haters opgelet! 4 dingen die Amerika beter doet dan Europa

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl