De gemeente Rotterdam wil haar belang van bijna 32 procent in energiebedrijf Eneco verkopen. Dat staat in een recente brief van het college van burgemeester en wethouders, waarover Het Financieele Dagblad vrijdag publiceerde.

Rotterdam vindt onder meer dat het aandeelhouderschap het algemene publieke belang niet meer dient. Burgers hoeven immers niet meer door de overheid tegen ,,de monopoliemacht” van hun energieleverancier beschermd te worden, omdat iedereen tegenwoordig uit meerdere aanbieders van elektriciteit en gas kan kiezen.

Door de verplichte afsplitsing van netwerkbedrijf Stedin is het risicoprofiel van Eneco ook gewijzigd, zo staat in de brief. De gemeente zegt wel de indruk te hebben dat Eneco een ,,tamelijk succesvol energiebedrijf” is, maar ,,de schaarse publieke middelen die nu in Eneco ‘vastzitten’ zouden ook voor specifiek Rotterdamse prioriteiten kunnen worden aangewend”.

De meest voor de hand liggende volgende stap is dat er een verkoopprocedure in gang wordt gezet. Het besluit daarover moet nog worden genomen en hier komt het college naar verwachting in mei of juni op terug.

Eneco is in handen van in totaal 53 Nederlandse gemeenten, waaronder ook Den Haag en Dordrecht. Maar Rotterdam is wel verreweg de grootste aandeelhouder. Ook in andere gemeenten wordt momenteel nagedacht over de toekomst van hun deelneming in het energiebedrijf. Begin dit jaar is door de aandeelhouders van Eneco al besloten om in verband met een eventueel verkoopproces enkele adviseurs aan te stellen. Een van die adviseurs zal een nadere beoordeling moeten maken van de waarde van het bedrijf.