ECB-president Mario Draghi hoopt dat de koers van de euro laag blijft. Maar het is zeer de vraag of dat gaat lukken, aldus valuta-expert Ron van der Does.

Dit is mijn eerste bijdrage in een tweewekelijkse rubriek over valuta’s. De financiële pagina’s in kranten en internet staan bol van commentaren over aandelen, grondstoffen en indices. Bij valuta’s wordt hier beperkt in voorzien.

Toch reageren valuta’s in de regel grilliger dan aandelenbeurzen en zijn de volumes ook vele malen hoger. Uit een rapport van de Bank for International Settlements (BIS) blijkt dat de dagelijkse omvang van de valutamarkt het astronomische bedrag van 5,4 biljoen dollar bedraagt. Ter verduidelijking, dat is 5.400 miljard dollar.

Overigens dateren deze cijfers uit 2013 daar het rapport op een driejarige basis wordt gepubliceerd. Het rapport dat dit jaar wordt gepubliceerd laat wederom een substantiële groei van dit bedrag zien zo wordt in het algemeen verwacht. De liberalisering van de handel in de Chinese Yuan draagt hier voor een groot deel aan bij.

Nu bestaan er diverse rapporten over de omvang van de valutamarkt maar ik hanteer het BIS rapport vanwege de positie die deze bank inneemt in de financiële markten. Uiteindelijk treedt de BIS op als bank der centrale banken en met namen als Christian Noyer, Janet Yellen, Mario Draghi en Klaas Knot in de raad van beheer, beschouw ik de publicaties derhalve als meest betrouwbare referentie.

Valutamarkt: overwachte bewegingen

In eerste instantie zou men denken dat de hoge volumes op de valutamarkt een enorme liquiditeit creëren. Dat is ook wel het geval, maar door de enorme posities die door banken en hedgefondsen worden aangegaan, kan de valutamarkt onvoorspelbare bewegingen laten zien. Vaak volkomen onverklaarbaar en tegengesteld aan fundamentele ontwikkelingen en contrair op economische cijfers.

Er spelen dus duidelijk andere belangen in de valutamarkt die vaak achteraf door diverse analisten worden genuanceerd maar vooraf niet zijn waargenomen.

Een ander belangrijk aspect bij onverwachte bewegingen is de mate waarin de markt is gepositioneerd. Een goed voorbeeld hiervan blijkt uit de onderstaande grafiek.

(klik voor uitvergroting)

valutagrafiek

Hier wordt de scherpe reactie getoond nadat ECB-president Mario Draghi afgelopen december de markt teleurstelde door het monetaire stimuleringspakket beperkt uit te breiden.

In aanloop naar de speech van Draghi was de euro namelijk massaal in de uitverkoop gegaan, in anticipatie op het verlengen en agressief uitbreiden van het obligatie-opkoopprogramma. Toen dit echter tegenviel werden de short posities in korte tijd weer terug genomen en steeg de munt ruim 3 cent. Als dezelfde retoriek drie maanden eerder was gebracht, zou de reactie echter exact de andere kant op zijn.

Euro

Nu wordt vaak beweerd dat men in het begin dicht bij huis moet blijven,  dus laten wij bij aanvang van deze rubriek ons richten tot de euro.

Dat de euro van onbesproken gedrag is sinds de girale invoering op 1 januari 1999, kan niet gezegd worden. Geïntroduceerd op een koers van 1,1790 tegenover de dollar ging het al snel bergafwaarts met de munt en koerste de euro in 6 maanden richting pariteit.

Vervolgens bereikte de munt zijn laagste stand in oktober 2000 op een niveau net boven 0,82 om in de jaren daarna te herstellen waarbij in 2008 tijdens het ontstaan van de kredietcrisis een stand van 1,60 werd bereikt.

Lagere groei en dalende inflatie hebben de Europese Centrale Bank doen besluiten de rentes naar historische dieptepunten en uiteindelijk naar negatief te brengen. Gecombineerd met een obligatie-opkoopprogramma van 60 miljard euro per maand wordt getracht de inflatie naar de uiteindelijke doelstelling van 2 procent te brengen.

Lage inflatie hindert ECB

Het probleem is echter dat de ECB het vooralsnog niet lukt om grip te krijgen op de tanende economie. Dalende olieprijzen werken remmend op de mondiale inflatie en de afzwakking van de groei in China helpt ook niet om een spoedig herstel te voorzien.

De overproductie zal olieprijzen nog lang laag houden, zo wordt verwacht, mede door het gebrek aan bereidheid onder Opec-landen om marktaandeel op te geven.

Het enige wat de ECB resteert, is het wederom verlagen van de al negatieve depositorente. Dit is de rente die banken krijgen als ze geld bij de centrale bank stallen, maar omdat deze rente negatief is moeten banken rente betalen als ze sparen bij de ECB.

De ECB is wel haast gedwongen tot een verdere verlaging van de depositorente, te meer daar de euro in januari enigszins wist aan te trekken als gevolg van zwakkere cijfers vanuit de Verenigde Staten. Dat zou er zelfs toe kunnen leiden dat de ECB bij de vergadering in maart de depositorente agressiever zal verlagen dan de 0,1 procentpunt die nu reeds in de markt is verdisconteerd.

Tijdens de persconferentie na de laatste ECB-vergadering heeft Draghi duidelijk een hint gegeven een agressiever beleid te hanteren dan aanvankelijk werd aangenomen. Het is zelfs aannemelijk dat indien de olieprijs de komende maanden verder wegzakt een aanvullende verlaging van de rente in juni noodzakelijk zal zijn. Een negatieve depositorente van -0,75 tot -1 procent is zeker geen onrealistische vooruitblik.

Euro zwak houden: flinke opgave

Overigens heeft de huidige onzekerheid en vlucht uit aandelen er toe geleid dat het rendement op 10-jarige staatsobligaties naar een absoluut dieptepunt is gedaald. Zo noteert de maatgevende Duitse Bund momenteel een rendement van 0,23 procent als gevolg van de massale toestroom naar zekere beleggingen.

Of het Mario Draghi gaat lukken om de koers van de euro laag te houden en derhalve de Europese export te bevorderen is nog maar de vraag.

De ECB is namelijk niet de enige centrale bank die kampt met een inflatie ver beneden de officiële doelstelling van ongeveer 2 procent, want ook de Bank of Japan ondervindt dit probleem.

Verder bleek uit de notulen van de vergadering van de Amerikaanse Federal Reserve van december dat het een “close call” was om de rente in de VS te verhogen. Een aantal stemgerechtigden was namelijk niet overtuigd van de opwaartse inflatiedruk wat tot enige twijfel leidde. Er gaan zelfs stemmen op dat de VS dit jaar helemaal niet in de positie komt om de rente te verhogen, gelet op het gevaar van een dreigende recessie.

Tel daar de sterke maandelijkse daling van de valutareserves in China bij op - de Chinese centrale bank zet valutareserves in ter verdediging van de yuan - en het zal duidelijk zijn dat een verlaging van de euro richting pariteit (1:1) tegenover de dollar nog geen gelopen race is.

Een toenemende kans op een mondiale valutaoorlog kan dan de gewenste daling van de euro alsnog tegenhouden en Draghi en de zijnen voor een dieper dilemma stellen.

Ron van der Does is valuta-expert en marktanalist bij IG Nederland. Deze column bevat geen aanbeveling of een advies tot het doen van transacties voor welk financieel instrument dan ook. IG aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor handelingen die worden gedaan naar aanleiding van deze analyse en is ook niet verantwoordelijk voor de consequenties.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl