De afschaffing van de dividendbelasting vergroot de kans dat Nederland door grote bedrijven wordt gebruikt als “doorsluisland” om de belastingdruk te verlagen. Ook speelt het voor het vestigingsklimaat “geen grote rol”.

Dat stelt het ministerie van Financiën in een van de memo’s die dinsdag door het kabinet openbaar zijn gemaakt.

Het kabinet heeft een twaalftal documenten over omstreden afschaffing van de dividendbelasting naar buiten gebracht. Die zijn gebruikt tijdens de formatie van dit kabinet. De oppositie had aangedrongen op openbaarmaking van de stukken.

De ambtenaren van Financiën noemen de maatregel “slecht voor het imago van Nederland” en stellen dat een verlaging van de vennootschapsbelasting meer voor de hand zou liggen.

Ook zou afschaffing van de dividendbelasting vooral buitenlandse staatskassen spekken en in eerste instantie leiden tot lastenverzwaring voor Nederlandse burgers maar ook voor de bedrijven hier.

Cadeautje voor bedrijven

De afschaffing van de dividendbelasting is omstreden, zowel in de politiek als in de samenleving. Het kabinet vindt dat dit ten goede komt aan het vestigingsklimaat, wat weer banen oplevert.

Maar de oppositie ziet het wegvallen van de heffing als een duur cadeautje voor bedrijven, vooral multinationals. Tegelijkertijd wordt betwijfeld of het wegvallen van de heffing meer banen gaat opleveren.

Met de afschaffing van de dividendbelasting loopt de schatkist zo’n 1,4 miljard per jaar mis, die nu bij buitenlandse beleggers blijft hangen.

Aandeelhouders die dividend krijgen uitgekeerd, betaalden voor de afschaffing 15 procent belasting. De aandeelhouders die in Nederland belasting betaalden, konden die 15 procent weer terugkrijgen bij de belastingaangifte. Dit gold niet voor buitenlandse beleggers, waaronder particuliere beleggers, pensioenfondsen en beleggingsfondsen.

Nu de heffing op de winstuitkering is teruggebracht naar nul, gaan zij er dus 1,4 miljard op vooruit.

Generieke maatregel voor specifieke problemen

De redenering dat de afschaffing het vestigingsklimaat in Nederland ten goede komt, is volgens de ambtenaren niet van doorslaggevend belang. "De conclusie dat afschaffing van de dividendbelasting essentieel is voor het investeringsklimaat kan niet getrokken worden.''

In de meeste gevallen kunnen aandeelhouders dividendbelasting die ze in Nederland betalen, in eigen land verrekenen met belastingen daar. Afschaffing speelt dan ook alleen een rol voor aandeelhouders die het niet op deze manier kunnen verrekenen, aldus de ambtenaren. Ze noemen het een "grote generieke maatregel voor specifieke problemen".

Afschaffing verkleint de kans dat Unilever en Shell - twee vaak genoemde bedrijven in deze discussie - hun hoofdkantoor verplaatsen, staat in een van de memo's, "maar garanties zijn echter niet te geven''.

Unilever kondigde onlangs aan zijn hoofdkantoor in Rotterdam te vestigen. In de verklaring daarvoor werd de dividendbelasting niet genoemd.

Oppositie zeer kritisch over dividendmemo's

De oppositie in de Tweede Kamer reageert fel op de vrijgegeven memo’s. GroenLinks-voorman Jesse Klaver noemt het oordeel van de ambtenaren "vernietigend".

Fractievoorzitter Lilian Marijnissen van de SP zegt te snappen waarom de memo’s lange tijd niet naar buiten kwamen. "Opnieuw wordt hij (Rutte) ontmaskerd als loopjongen van het grootkapitaal’’.

PvdA-leider Lodewijk Asscher stelt dat het kabinet "voor multinationals, niet voor mensen'' kiest. "De documenten geven een ontluisterend beeld. De Nederlandse belastingbetaler draait op voor de rekening om enkele multinationals een gunst te verlenen."

Asscher lijkt ook de eerdere verklaringen van Rutte, die zei geen herinneringen aan memo's over de dividendbelasting te hebben, in twijfel te trekken. "Premier Rutte was niet pathologisch onwetend, maar had moeite met de waarheid. Het plan om de dividendbelasting af te schaffen moet zo snel mogelijk van tafel."

De Tweede Kamer voelt Rutte woensdagmiddag vanaf 15.00 uur aan de tand over de omstreden memo's. GroenLinks-leider Klaver heeft om dat debat gevraagd en kreeg daarbij steun van alle partijen in de Kamer.