Het Leidse biotechnologiebedrijf Prosensa heeft ingestemd met een overname door zijn Amerikaanse branchegenoot BioMarin.

Dat maakte de onderneming, die onderzoek doet naar een mogelijk medicijn tegen de ziekte van Duchenne, maandag bekend (pdf). Bij het bedrijf werken zo’n 85 mensen.

BioMarin is bereid zo’n 680 miljoen dollar (548 miljoen euro) op tafel te leggen voor Prosensa. Per aandeel komt dat neer op 17,75 dollar. Het Leidse bedrijf maakte anderhalf jaar geleden zijn debuut op de Amerikaans beurs Nasdaq met een introductiekoers van 13 dollar, en sloot vrijdag op 11,44 dollar.

De aandeelhouders van Prosensa kunnen nog twee mijlpaalbetalingen tegemoetzien van elk 80 miljoen dollar als drisapersen, het medicijn tegen Duchenne waar het bedrijf aan werkt, uiterlijk op 15 mei 2016 wordt toegelaten op de Amerikaanse markt, en uiterlijk op 15 februari 2017 in Europa.

Nieuwe partner: BioMarin

De ziekte van Duchenne is een aangeboren en erfelijke spierziekte die vooral jongens treft. Prosensa deed jarenlang samen met GlaxoSmithKline onderzoek naar een mogelijk geneesmiddel. De Britse farmaceut trok evenwel begin dit jaar de stekker uit die samenwerking nadat was gebleken dat drisapersen, het tot nu toe meest veelbelovende medicijn, niet goed werkte.

Sindsdien was Prosensa op zoek naar nieuwe geldschieters om het nog lopende onderzoek te financieren. Het heeft in BioMarin een partner gevonden die ervaring heeft met investeringen in zogenoemde weesziekten, die zo weinig voorkomen dat de meeste farmaciebedrijven er geen brood in zien.

Topman Hans Schikan van Prosensa noemde de nieuwe eigenaar van zijn bedrijf "een leider in zeldzame ziektes".

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl