De jaarlijkse huurverhoging van 1 juli gaat in veel gevallen ook tijdens de coronacrisis gewoon door, meldt het Financieele Dagblad na een rondgang langs verhuurders en belangenorganisaties.

Veel verhuurders voeren een stijging door die rond de inflatie ligt van 2,6 procent.

Verhuurders als Syntrus Achmea en Vesteda zeggen dat uitstel van de verhoging niet veel soelaas biedt bij mensen die echt in de problemen zijn gekomen door de coronacrisis.

Bouwinvest schort de huurverhoging wel op net als een aantal woningcorporaties.

De Woonbond zegt nog wel “aardig wat” meldingen te krijgen over huren die met de “volle mep” worden verhoogd en noemt dat “bizar”.

De meeste verhuurders van woningen verhogen gewoon de huur, ondanks de coronacrisis en toenemende inkomensonzekerheid bij mensen.

Dat schrijft het Financieele Dagblad na een rondgang. Eind april meldde ook de Woonbond dat veel commerciële verhuurders een verhoging doorvoeren. Huurders krijgen doorgaans per 1 juli een huurverhoging voor de kiezen en hebben daar in de meeste gevallen rond deze tijd een brief over ontvangen.

De verhogingen van dit jaar beperken zich in veel gevallen wel ongeveer tot de inflatie. Die was in april 1,4 procent en eind 2019 2,6 procent. Zo gaat de huur bij Vesteda (27.000 huurwoningen) gemiddeld met 2,5 procent omhoog. Syntrus Achmea verhoogt de huur (23.5000 huurwoningen) met inflatie plus 1 procentpunt.

Hiermee volgen ze het advies van de belangenvereniging voor institutionele beleggers IVBN, die aanraadde de huurverhogingen te beperken tot inflatie plus 1 procentpunt vanwege de coronacrisis. Afhankelijk van welke index en inflatie in huurcontracten wordt gehanteerd, gaat het om verhogingen variërend van 2,4 procent tot 3,6 procent.

'Huurverhoging uitstellen biedt geen soelaas'

Verhuurder Syntrus Achmea zegt dat voor huurverhoging is gekozen omdat uitstel niet veel soelaas biedt voor mensen die echt in de problemen zijn gekomen door de coronacrisis. Een meevaller van zo'n 25 euro per maand is "een bedrag waar ze nauwelijks iets aan hebben", zegt Annemerie Maarse, directeur Woningen bij Syntrus Achmea, tegen het FD.

Voor de groep die in de knel is gekomen door de crisis biedt Syntrus Achmea "een meer substantiële maatwerkoplossing". Amvest en Vesteda zeggen hetzelfde te doen, maar deze verhuurders zeggen weinig meldingen te hebben gehad van huurders in nood, "slechts zo'n 1 procent".

Bouwinvest (17.500 huurwoningen), dat net als onder meer Vesteda geld van pensioenfondsen in woningen belegt, heeft wel besloten de huurverhoging uit te stellen. Dat geldt ook voor 1 op de 10 woningcorporaties, blijkt uit een enquête onder 166 corporaties van Aedes, de koepel van woningcorporaties.

Verhoging sociale huren veelal onder inflatie

Corporaties verhuren vooral sociale huurwoningen met een kale huur tot 737,14 euro (2020). Anders dan bij vrije sectorwoningen mogen verhuurders van sociale huurwoningen maar beperkte verhogingen doorvoeren. Dit jaar maximaal 5,1 tot 6,6 procent, 2,6 procent inflatie plus 2,5 procentpunt tot 4,0 procentpunt inkomensafhankelijke verhoging.

Uit de enquête van Aedes blijkt dat de huurverhoging bij corporaties gemiddeld onder de inflatie van 2,6 procent blijft dit jaar. Dat is in lijn met het Sociaal Huurakkoord dat de corporaties sloten met de Woonbond. Zo'n 14 procent verhoogt de huur wel boven inflatie.

Ondanks de adviezen en afspraken over huurverhogingen krijgt de Woonbond "nog aardig wat meldingen binnen van huren die gewoon met de volle mep worden verhoogd. Het gaat dan vaak om inflatie plus vijf procentpunt. Dat is sowieso bizar hoog, maar nu helemaal", aldus Paulus Jansen, vertrekkend directeur van de Woonbond.

LEES OOK: Brief over huurverhoging gehad? Zo hoog mag die zijn bij sociale huur en in de vrije sector