Huizenprijzen stijgen nog steeds, maar inmiddels is duidelijk sprake van tragere groei.

Huizenprijzen zijn in juli gemiddeld met 7 procent gestegen vergeleken met een jaar eerder, zo blijkt uit cijfers die het Kadaster en Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag bekendmaakten. In januari was nog sprake van een plus van bijna 9 procent op jaarbasis.

Sinds het dieptepunt van de huizenmarkt in 2013 is de huizenprijs gestaag opgekrabbeld. Vergeleken met juli 2013 ligt de gemiddelde huizenprijs 39 procent hoger.

Nederlandse huizenprijzen raakten in een diep dal in de nasleep van de kredietcrisis van 2008. Maar sinds mei 2018 liggen huizenprijzen gemiddeld weer hoger vergeleken met het piekniveau van augustus 2008.

Huis per maand 1.580 euro meer waard

Mede door de extreem lage hypotheekrentes en het herstel van de Nederlandse economie zijn huizenprijzen sinds 2016 gemiddeld met percentages van tussen de 6 en 9 procent gestegen.

Wel verwachten veel economen dat de economische groeivertraging die komend jaar zijn beslag krijgt ook invloed heeft op de huizenmarkt. Zo gaan economen van ABN Amro uit van een gemiddelde stijging van de huizenprijs met 6 procent dit jaar en met 3 procent in 2020.

Kijk je naar de gemiddelde transactieprijs, dan lag die in juli dit jaar op 309.689 euro, tegen 290.731 euro in dezelfde maand een jaar eerder. Dat komt neer op een plus van 18.958 euro in twaalf maanden tijd. Per maand is de gemiddelde huizenprijs in deze periode dus met 1.580 euro opgelopen. Dat is bijna evenveel als het minimumloon van jongeren ouder dan 20 jaar.

Lees meer over de huizenmarkt: