De Nederlandsche Bank (DNB) houdt vast aan zijn voorstel om het maximale bedrag dat mensen kunnen lenen voor een huis verder omlaag te schroeven. Het idee leidde pas al tot veel ophef en negatieve reacties uit de politiek.

Een begrijpelijke “schrikreactie’’, stelde Jan Sijbrand, directeur toezicht bij DNB, donderdag. Maar hij dringt aan op een “tweede ronde” in de discussie.

Vanuit het oogpunt van de financiële stabiliteit is het volgens hem echt nodig om de hypotheeklimiet verder te verlagen. Dat deze nu relatief hoog is zorgt er namelijk voor dat buitenlandse banken afgeschrikt worden om naar Nederland te komen en toe te treden tot onze markt.

Maximale koopsom verlagen

Momenteel kunnen huizenkopers in Nederland 103 procent van de koopsom lenen. In 2018 moet dat verlaagd zijn tot 100 procent. Als het aan DNB ligt gaat het kabinet nog een stap verder en wordt de hypotheeklimiet ieder jaar met 1 procentpunt verlaagd tot het maximum op 90 procent ligt.

In andere landen zijn deze hoge percentages helemaal niet gebruikelijk en wordt het als erg risicovol ervaren dat mensen zoveel kunnen lenen bij het kopen van een huis. Bovendien maakt de hoge limiet het voor banken lastig om de hypotheken die zij verstrekken te financieren. Sijbrand wijst erop dat ook het Internationaal Monetair Fonds (IMF) onlangs verklaarde de hypotheeklimiet in Nederland erg hoog te vinden.

Knot pleit voor verlaging

DNB-president Klaas Knot pleit er al jaren voor dat huizenbezitters niet meer dan 90 procent van de waarde van hun huis zouden mogen lenen. “De hoge hypotheken hebben als consequentie dat bij ons de financiën van zowel banken als huishoudens buitengewoon kwetsbaar zijn”, zei hij recent tegenover de Volkskrant.

Knot erkent dat bijvoorbeeld de VVD het voorstel niet ziet zitten: “Ik heb wel gemerkt dat het enthousiasme voor deze maatregel in de VVD-fractie iets is afgenomen. Maar als Financieel Stabiliteitscomité hebben wij onze eigen verantwoordelijkheid.”

Vraag koopwoningen zal dalen

Het Centraal Planbureau (CPB) is kritisch over een verlaging van de maximale hypotheek. “Starters op de woningmarkt moeten langer en meer sparen voordat zij een woning kunnen kopen. Hierdoor daalt de vraag naar koopwoningen en dat heeft neerwaartse effecten op het aantal woningtransacties, de huizenprijzen en de bouw van nieuwe koopwoningen”, schreef het CPB vorige maand.

DNB heeft berekend dat de vraag naar koopwoningen inderdaad zal dalen bij een hypotheeklimiet van 90 procent van de koopsom. “Bij een stapsgewijze verlaging van de LTV-limiet komen huizenprijzen na 5 jaar 3,5 à 4 procent en op langere termijn 4 à 5 procent lager uit dan bij ongewijzigd beleid”, schrijft de centrale bank. “Als starters – na voldoende te hebben gespaard – met een groter budget de woningmarkt op gaan, zal de huizenprijsontwikkeling zich uiteindelijk herstellen.”

Doordat het voor starters moeilijker wordt om een koophuis te bemachtigen, zal de vraag naar huurwoningen toenemen. Het CPB meent dat er op dit moment onvoldoende aanbod is in de private huursector. DNB noemt het “onzeker of de huurmarkt deze extra vraag kan accommoderen”.

Lees ook de analyse van Jeroen de Boer: Waarom DNB-baas Knot de starter op huizenmarkt wil pakken om banken te helpen