Sparen of beleggen voor de oude dag is slim. Toch? Het blijkt dat gepensioneerden hun opgebouwde spaarpot vaak onaangeroerd laten. Dit volgt uit een recent onderzoek van het BlackRock Retirement Institute.

Een grote groep van de gepensioneerde respondenten heeft genoeg aan hun lopende inkomsten; in Nederland zijn dat de AOW en een eventueel bedrijfspensioen. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste gepensioneerde respondenten na twintig jaar pensionering over nog bijna tachtig procent van hun spaarpot beschikken. Dat geldt zowel voor vermogende burgers als voor minder bedeelden. Dat mag je toch een onverwacht onderzoeksresultaat noemen. En sterker nog, een derde van al deze respondenten, ook weer ongeacht de omvang van hun vermogen, presteert het om hun spaarpot tijdens hun pensionering zelfs te laten groeien.

Toch dat tweede huis?

Dat is heel verrassend, beaamt Bruce Wolfe, pensioenspecialist van BlackRock. De vuistregel is altijd geweest dat mensen vanaf hun pensionering gestaag hun opgebouwde spaarpot opsouperen. Ieder jaar met pakweg vier procent. Zodat ze hun levensstijl gewoon kunnen voortzetten, ook als ze niet meer werken. Het opmerkelijke is dat veel gepensioneerden het niet nodig vinden of nodig hebben hun pensioenpotje aan te spreken.

Dit zal de huidige generatie werknemers goed doen: ze hoeven dus helemaal niet zoveel te sparen of te beleggen voor later? Die wintersportvakantie of dat tweede huis komen opeens een heel stuk dichterbij. Maar reken je niet rijk, waarschuwt Wolfe. Er zijn heel wat redenen waarom toekomstige gepensioneerden het in financieel opzicht een stuk moeilijker zullen krijgen.

Uitkering staat niet meer vast

Ten eerste verandert ons pensioenstelsel. In het onderzoek genoot 42% van de respondenten nog van een traditionele Defined Benefit-regeling: hierbij staat de hoogte van de pensioenuitkering van tevoren vast. Maar omdat deze regeling te duur werd, en vanwege demografische ontwikkelingen, is deze regeling meestal omgezet in een Defined Contribution-regeling. Hierbij staat alleen de pensioenbijdrage vast; wat de werknemer te zijner tijd als pensioenuitkering ontvangt, hangt af van variabelen als de rente en beleggingsresultaten. Deze DC-regeling wordt daarom ook wel als ‘beschikbare premieregeling’ omschreven. Maar is dus risicovol voor werknemers want de opbrengst later kan, afhankelijk van de beleggingsresultaten, flink tegenvallen.

Beleggingsopbrengsten gaan omlaag

Ten tweede staat de sociale zekerheid in veel landen onder druk. Krijg je over tien jaar nog wel dezelfde AOW als nu? En wordt die dan nog wel gecorrigeerd voor inflatie?

Ten derde is de vraag of de financiële markten net zo goed blijven presteren als de afgelopen decennia. Hoe zeldzaam is een bullmarkt zoals we die nu al acht jaar meemaken? Veel marktanalisten gaan ervan uit dat de beleggingsopbrengsten (zowel van aandelen, obligaties als vastgoed) de komende decennia lager zullen uitpakken dan we nu gewend zijn. Dat is slecht nieuws voor pensioenfondsen én hun deelnemers.

Begin toch op tijd met sparen of beleggen

Tot slot weten we dat we gemiddeld steeds ouder worden, en dus langer moeten leven van ons opgebouwde vermogen ook al gaan we steeds later met pensioen. Conclusie: het is voor werknemers meer dan ooit van belang op tijd te beginnen met sparen en beleggen voor de oude dag. Ondanks de nu zo goedgevulde spaarpotten van de pensionado’s om ons heen.

Lees ook

Advertisement