• Ruim 500 varkensboeren uit het zuiden en oosten van Nederland hebben interesse in de uitkoopregeling van de overheid.
  • De varkenshouders krijgen een bedrag per varken en een vergoeding voor het waardeverlies van de stallen.
  • Een gemiddeld varkensbedrijf in Noord-Brabant met 500 zeugen en drie stallen kan rekenen op zo’n 700.000 euro.
  • Landbouwadviseur Guus ten Hove verwacht niet dat alle ingeschreven boeren zich uit zullen laten lopen. “Veel boeren zullen het aanbod afwachten en dan een berekening maken.”

In tegenstelling tot wat velen wellicht denken is het helemaal niet zo’n slechte tijd om boer te zijn. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laten zien dat de inkomsten in de landbouwsector in 2019 ten opzichte van 2018 met bijna 4 procent zijn gestegen. Ook is de export van landbouwgoederen vanuit ons land gegroeid naar een recordwaarde van bijna 95 miljard in het afgelopen jaar.

Toch zijn het turbulente tijden voor boeren. Hun beroepsgroep ligt steeds vaker onder vuur: door nieuwe wet- en regelgeving en de stikstofproblematiek, maar ook door het groeiende bewustzijn van consumenten als het gaat om dierenwelzijn en het milieu.

Er zijn dan ook steeds meer boeren die overwegen om hun overall aan de wilgen te hangen. Naar verwachting zullen velen aanspraak willen maken op de 522 miljoen euro die het kabinet heeft aangekondigd uit te trekken voor boeren die willen stoppen of verduurzamen.

Uit cijfers van het CBS blijkt dat steeds meer agrariërs in ons land de handdoek in de ring gooien. Afgelopen jaar telde ons land 53.240 landbouw- en veeteeltbedrijven; ongeveer 45.000 minder dan zeventien jaar geleden.

Volgens Guus ten Hove, adviseur varkens- en pluimveehouderij bij agrarisch adviesbureau Agra-Matic, staat de agrarische sector er inderdaad in veel opzichten goed voor. “Maar boeren staan op het moment wel voor veel uitdagingen, zoals de stikstofcrisis, waardoor veel van hen bezig zijn met hun toekomstplannen.”

Vooral de oudere generatie boeren overweegt om het agrarische leven achter zich te laten, ziet Ten Hove. "Wie in deze tijd een boerenbedrijf runt, krijgt te maken met steeds strengere eisen op het gebied van milieu en duurzaamheid die vaak met flinke investeringen gepaard gaan. En als je dan een zekere leeftijd hebt bereikt, moet je bij jezelf te rade gaan of die investering het nog waard is of dat je een alternatief gaat zoeken."

Volgens Ten Hove kunnen subsidieregelingen een duwtje in de rug geven. Daartoe zijn er verschillende mogelijkheden, zoals de 350 miljoen euro die het kabinet beschikbaar gaat stellen voor de opkoop van veeboeren, de 'warme sanering' voor varkensboeren, en de 'ruimte voor ruimte'-regeling. Laatstgenoemde regeling maakt het mogelijk om in ruil voor de sloop van agrarische bebouwing een nieuwe woning te ontwikkelen.

Sanering varkensbedrijven

Voor de 'warme sanering' voor varkenshouders (officieel de Subsidieregeling Sanering Varkenshouderijen) was veel animo. De saneringsregeling, waarvan de inschrijving op 15 januari sloot, werd massaal overtekend met ruim 500 aanmeldingen van varkensbedrijven. Het kabinet had aanvankelijk 180 miljoen euro vrijgemaakt voor deze regeling. Afgelopen vrijdag maakte de regering bekend extra geld beschikbaar te stellen om alle inschrijvers die aan de eisen voldoen te helpen hun bedrijf te beëindigen.

De regeling richt zich specifiek op varkenshouderijen die veel geuroverlast veroorzaken. Het gaat daarbij om de geuroverlast voor woningen binnen een straal van 1.000 meter van de varkenshouderijlocatie.

Alleen boeren in het zuiden en oosten van het land komen voor deze regeling in aanmerking, omdat daar de meeste varkenshouders gevestigd zijn.

jonge varkens in een stal

Subsidieregeling: wat een varkensbedrijf kan opleveren

De varkenshouders krijgen een marktconforme vergoeding voor de varkensrechten. In de regio Oost is die vergoeding 52 euro per varkensrecht en in regio Zuid 151 euro.

Het verkopen van een varkensrecht is iets anders dan het verkopen van je varkens, legt Ten Hove uit. "Je verkoopt daarmee het recht om ooit weer varkens te houden. Het is echt de bedoeling dat het boerenbedrijf hierna een andere bestemming krijgt. De varkenshouders zijn dan ook verplicht om hun stallen te slopen."

Aan de regeling is naast een vergoeding voor de varkensrechten ook een vergoeding voor het waardeverlies van de stallen verbonden. Deze vergoeding wordt berekend aan de hand van het aantal vierkante meters en het bouwjaar van de stallen: hoe nieuwer de stal, hoe hoger de vergoeding.

Ten Hove rekent voor hoeveel een gemiddelde varkensboer voor zijn bedrijf zou kunnen krijgen als hij meedoet aan de subsidieregeling. "Ik ben hierbij uitgegaan van een ‘gemiddeld’ bedrijf met 500 zeugen in Brabant. Zeugenbedrijven produceren biggen voor vleesvarkenshouders. Over het algemeen geldt dat een vleesvarken gelijk is aan een varkensrecht, maar een zeug is gelijk aan 2,74 varkensrechten waardoor het bij deze berekening dus om 1.500 varkensrechten gaat", legt hij uit.

"Verder ben ik uitgegaan van drie stallen met verschillende leeftijden en verschillende oppervlaktes. De uiteindelijk vergoeding voor de stallen is 65 procent van de totale gecorrigeerde vervangingswaarde. Uiteindelijk zou het bij een bedrijf van deze grootte dan om een totale vergoeding gaan van ruim 700.000 euro."

Volgens Ten Hove is het overigens nog maar afwachten of alle boeren die in aanmerking komen ook daadwerkelijk hun bedrijf gaan verkopen. "Ik verwacht niet dat iedereen die uiteindelijk de subsidie krijgt toegewezen, daar ook echt aanspraak op gaat maken", zegt hij. "Veel boeren zullen het aanbod afwachten en dan een berekening maken."

De varkens- en biggenprijzen stegen het afgelopen jaar hard vanwege een groot vleestekort in China. Hierdoor vielen de verdiensten extreem hoog uit. Ook voor 2020 zijn de verwachtingen op voorhand positief. Het wordt voor sommige ondernemers in de varkenshouderij daarom waarschijnlijk wikken en wegen tussen wel of niet stoppen.

Versnelde schaalvergroting agrarische sector

Maar wat betekenen al deze verschillende subsidieregelingen voor boeren die willen stoppen voor de toekomst van de agrarische sector? Ten Hove ziet vooral een versnelde schaalvergroting in de agrarische wereld. "De kleinere bedrijven verdwijnen en de grote bedrijven groeien", merkt hij op.

"Je ziet echt een professionalisering van de sector. Als je als varkenshouder een goede toekomst wil, zul je moeten investeren. Bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Je ziet dat veel boeren bezig zijn met de toekomst. Naast het aanpassen van hun bedrijf aan de nieuwe wet- en regelgeving gaan velen van hen daarbij een stap verder. Ze zijn bezig met de vraag hoe ze meer voor hun producten kunnen krijgen en weer meer bestaansrecht op kunnen bouwen, bijvoorbeeld door kringlooplandbouw."

Dat lijkt een goede ontwikkeling, maar er zitten ook nadelen aan. "Voor jonge boeren is het vaak een hele kluif om zich in deze snel veranderende sector staande te houden. Je hebt als jonge ondernemer heel wat kennis en kunde, maar ook vermogen en ambitie nodig om een gezond boerenbedrijf te runnen. Dat is wel een bedreiging voor de agrarische sector. Het is te hopen dat er in de toekomst genoeg jongeren zijn die deze uitdaging aan willen gaan. "

Lees meer over impact van de stikstofcrisis op boerenbedrijven: