Sla het menu over en ga direct naar de content van deze pagina Sla het menu over en ga direct naar zoeken op Business Insider
Terug naar de homepage
  • Ondernemen
    • Strategie
    • Sustainable Business
  • Tech
    • Personal Tech
    • Zakelijke IT
  • Finance
    • Bedrijfsfinanciering
    • Geld & Vermogen
    • Beurs
    • Crypto
  • Carrière
    • Carrière & Ontwikkeling
    • HR
    • Vacatures
  • Auto
    • Auto
    • Reizen
  • Premium
    • Nederlands
    • Engels
    • Tools
  • Business Insider Live
  • Laatste nieuws
  • Contact
  • Adverteren
  • Alles
    • Secties

    • Ondernemen
    • Finance
    • Carriere-HR
    • Lifestyle
    • Auto-Reizen
    • Tech
    • Politiek
    • Sustainable-Business
    • Smalltalk
    • Edities

    • Verenigde Staten
    • Duitsland
    • Polen
    • Spanje
    • India
    • Japan
    • Mexico
    • Zuid Afrika
    • Specials

    • Laatste nieuws
    • Video
    • Business Insider Live
    • Internationaal
    • Over Business Insider

    • Cookies
    • Contact
    • Adverteren
    • Persbericht op Business Insider
    • Nieuwsbrieven
    • Algemene voorwaarden
    • Privacy- en cookiereglement
    • Werken bij Business Insider
  • Volg Business Insider Nederland op Facebook
  • Volg Business Insider Nederland op Twitter
  • Volg Business Insider Nederland op LinkedIn
  • Volg Business Insider Nederland op Instagram

Copyright © 2023 Business Insider Nederland. Alle rechten voorbehouden. Registratie of gebruik van deze site vindt plaats onder Algemene Voorwaarden en Privacybeleid.
Algemene voorwaarden | Privacybeleid | Cookie-overzicht | Adverteren | Vacatures

    • Mijn Account
    • Insider (US)
  • Abonneren Abo

Jaap Meijers

Neem contact op met Jaap Meijers via email
Bekijk de Twitter pagina van Jaap Meijers

Jaap Meijers

Jaap Meijers is freelance journalist. Hij schrijft onder meer over wetenschap en techniek, media en samenleving, ontwikkelingssamenwerking en datajournalistiek.

Het nieuwste type van de minicomputer Raspberry Pi is nog goedkoper en kleiner dan zijn voorgangers. Leuk voor scholieren en tech-hobbyisten, maar achter het succes van de minicomputer zit een voor ondernemers interessant verhaal. De Raspberry Pi blijft zich in een razend tempo doorontwikkelen. De minicomputer was al een indrukwekkend product: een complete computer met quad-core processor, 1 gigabyte intern geheugen en hoge resolutie video-output voor maar drie tientjes.

Extreem goedkope computer: produceren in Wales blijkt voordeliger dan in China

  • Jaap Meijers
01 dec 2015
Nieuwe Europese btw-regels zijn volgens de PvdA volslagen onwerkbaar voor webwinkels. De administratieve chaos door de regels is zelfs zo groot dat online-verkopers gedwongen zijn hun bedrijf op te geven. Tweede Kamerlid Ed Groot van de PvdA en zijn partijgenoot uit het Europees Parlement Paul Tang stellen dit dinsdag in schriftelijke vragen aan staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën en verantwoordelijk eurocommissaris Pierre Moscovici. Ze dringen aan op maatregelen. Sinds 1 januari van dit jaar gelden nieuwe btw-regels voor online-ondernemers die elektronische producten verkopen zoals films, muziek en e-books. Die ondernemers mogen niet langer het Nederlandse tarief van 21 procent in rekening brengen. Ze moeten het btw-tarief heffen van het land waar de consument woont. Volgens de PvdA'ers leidt dit tot chaotische toestanden. "Een Nederlands bedrijf dat bijvoorbeeld aan een Duitser een e-book verkoopt moet het Duitse btw-tarief van 19 procent aanrekenen. Dat geld moet hij dan aan de Duitse btw-dienst overmaken. Kleine ondernemers zijn niet in staat deze administratieve rompslomp uit te voeren."

Zo kan de zoekfunctie van jouw webshop veel beter

  • Jaap Meijers
20 nov 2015

Dingen uitleggen met animaties is hip, en het Rotterdamse Funk-e profiteert

  • Jaap Meijers
19 nov 2015
Het Amerikaanse mechanisatiebedrijf Farmlink uit Kansas hoopt de agrarische sector eens flink te kunnen vernieuwen. Dat doen ze door innovatieve ideeën van elders binnen de sector te introduceren. Via het programma MachineryLink kunnen boeren hun machines tijdelijk verhuren aan collega's of juist de machines van andere boeren inhuren, schrijft Boerenbusiness.nl. Zoiets scheelt een boel geld voor zowel huurder als verhuurder. Het idee voor Machinerylink kreeg directeur Jeff Dema door initiatieven als accommodatiesite Airbnb en taxi-app Uber. Met eerstgenoemde kun je tijdelijk je huis of kamer verhuren om extra geld mee te verdienen. Het concept is inmiddels zo populair dat Airbnb 1,5 miljoen panden aanbiedt in 34.000 steden over heel de wereld. Transport en service Dema hoopt dat het concept ook bij boeren aan kan slaan. Een veldspuit of combine staat de meeste dagen van het jaar in de schuur. Door hem online aan te bieden kun je jaarlijks tot 40.000 dollar extra verdienen, zegt de Farmlink-directeur op Agweb. Het bedrijf verhuurd zelf maaidorsers door heel de Verenigde Staten en gaat dat straks ook met machines doen. Om te beginnen met veldspuiten. Als akkerbouwer kun je de combine of een zaaimachine aanbieden. Farmlink zoekt de klant erbij en regelt de rest: het transport en – erg belangrijk – de service. Coöperaties en dealers Machinerylink start in de beginfase alleen voor coöperaties en dealers. Die hebben vaak veel machines stilstaan waar ze graag wat mee willen verdienen. Deze twee doelgroepen hebben het programma dit seizoen al getest. Het farmer-to-farmer deelprogramma gaat deze herfst van start. Op hun website kun je dan voor machines shoppen, zien voor hoeveel dagen het beschikbaar is en hoe betrouwbaar de aanbieder is via een rating. Geschikt voor Europa? De VS is een goede plek om een dergelijk initiatief te beginnen. Het is een groot land met veel gewassen en grote onderlinge verschillen. Zo dorst een boer in Texas zijn tarwe in mei en collega’s in New York die pas in augustus. Dat biedt perspectief om machines nuttig in te zetten. Niet geheel onbelangrijk: ze spreken ook nog eens allemaal dezelfde taal. Wil een dergelijk systeem hier slagen dan moet naar heel Europa worden gekeken. Weinig akkerbouwers zullen staan te springen om hun aardappelrooier of combine naar Zuid- of Oost-Europa te verschepen. Lees ook op Boerenbusiness.nl

Wat ondernemers van boeren kunnen leren: big data gebruiken

  • Jaap Meijers
06 nov 2015
Hoe is het om zaken te doen tussen de sjeiks en het woestijnzand? Liggen de oliemiljarden te wachten op Nederlandse ondernemers? De Golfstaten zijn nu al interessant en worden dat straks, als de handel met het nabijgelegen Iran loskomt, nog veel meer. Zakelijke gesprekken blijven in Nederland veelal zakelijk; al te amicaal ga je niet met elkaar op. Dat is niet zo in de Arabische landen rondom de Perzische Golf, ook wel bekend als de Golfstaten. “Daar bouw je een soort vriendschap op met je zakenpartner. Je praat eerst vijftig minuten over je familie en dan pas ga je het hebben over verkopen of waar je heen wil." Aan het woord is Giovanni Angiolini. Hij is voorzitter van de Netherlands Business Council for Dubai and the Northern Emirates (NBC), een netwerkorganisatie voor promotie van het Nederlandse bedrijfsleven gevestigd in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). De VAE bestaat uit zeven emiraten, waarvan Dubai en Abu Dhabi de bekendste zijn. Sinds 2008 vormen ze als Gulf Cooperation Council (GCC) één markt, compleet met een gemeenschappelijke munt. De emiraten zijn samen met Oman, Saudi-Arabië en kleine staatjes als Bahrein, Koeweit en Qatar weer onderdeel van de Golfstaten. Hard werken Angiolini zit zelf al 12 jaar in Dubai. Zijn bedrijf Gio Media verkoopt advertentiekanalen aan andere bedrijven en bestrijkt vanuit Dubai het hele Midden-Oosten. In de Golfstaten is zakendoen in heel veel opzichten anders dan in Nederland, vertelt hij. Het is een erg internationale omgeving; zo'n 85 procent van de mensen zijn expats. Hetzelfde geldt voor Abu Dhabi, waar de bevolking van ongeveer 2,5 miljoen mensen voor tachtig procent uit buitenlanders bestaat. “Elke dag heb je wel met een nieuw persoon te maken. Vandaag een Chinees, dan een Afrikaan of een Rus, dan een Arabier. Daar moet je mee om kunnen gaan.” Nieuwkomers moeten ervan uitgaan dat het hard werken is in Dubai. “Veel mensen werken zes dagen. Hier in Nederland heb je een 9-tot-5-mentaliteit, daar kan ik om vijf voor twaalf nog een broodje gaan halen. Altijd kan de telefoon gaan.” Rasonderhandelaars Een ander groot verschil is het onderhandelen, meent Angiolini. “Er heerst hier een gigantische onderhandelaarsmentaliteit. Een ondernemer wil altijd het onderste uit de kan, maar van de mensen hier zou een Nederlander makkelijk verliezen. Zij komen uit een eeuwenoude cultuur van handjeklap. Je moet heel sterk in je schoenen staan om dat aan te kunnen. Negen van de tien keer wint de ander.” Is dat wel zo leuk dan? “Hartstikke leuk, want je wordt rijk aan ervaring.” Onveilig hoef je je niet te voelen in de emiraten. “Mensen voelen zich er prettig, anders dan in de landen eromheen. Het is er ook heel westers. Voor vrouwen is het prettig, je hoeft er geen hoofddoekje op.” Verschillen tussen Golfstaten Er zijn natuurlijk ook verschillen tussen de Golfstaten. In Dubai gelden westerse standaarden, terwijl in buurlanden de sharia-wetten gelden. Dat merken ondernemers daar ook wel, volgens Angiolini. “Dan denk je dat je een overeenkomst hebt. Maar als het ze toch niet uitkomt, dan wordt je verteld: 'Hier geldt de sharia en die gaat voor'. Op die manier zijn er wel deals mislukt.” In tegenstelling tot Abu Dhabi heeft Dubai amper olie. Vastgoed, handel, (medisch) toerisme en transport zijn belangrijke sectoren. Voor Dubai zijn buitenlandse investeringen enorm belangrijk. Dat geldt veel minder voor Abu Dhabi en Saudi-Arabië. Ook dat merk je: “Zonder visum kom je er niet in. In korte broek of als vrouw zonder hoofddoek ook niet. In die landen heb je wel veel rijke kinderen die niks willen behalve genieten van alle rijkdom. Wat ik wel oké vind, is dat Oman en de VAE er van alles aan doen om veel te leren. Zij investeren veel in educatie en in alles zien ze een mogelijkheid. Daar is geen egoïstische houding, ze doen dat voor de hele regio.” Een bedrijf opzetten is makkelijk Het opzetten van een bedrijf in de Golfstaten gaat erg makkelijk. Overal zitten Nederlandse consultants en samenwerkingsverbanden zoals de Netherlands Business Council. Er zitten vijfduizend Nederlanders in de Verenigde Arabische Emiraten. Op de site van de Nederlandse vereniging in Dubai staat dat er zelfs een buddy-systeem is voor mensen die in de nabije toekomst naar het emiraat willen verhuizen. Volgens Angiolini zit daar jaren van ervaring bij elkaar. “Veel mensen die voor even kwamen, zitten er na jaren nog steeds, omdat ze zien hoe leuk het daar kan zijn. Wij als NBC zitten daar om Nederlandse belangen te behartigen. Daar valt ook legaal advies onder en adviezen bij het oprichten van een bedrijf. We werken nauw samen met het consulaat en de Nederlandse overheid.” Het is natuurlijk niet alleen máár feest. “Voor Nederlanders is het nu minder gunstig om daar wat op te zetten door de huidige dollarkoers. De VAE-dirham is gekoppeld aan de dollar, dus hij is een kwart in waarde gestegen ten opzichte van de euro. Dat is lastig.” Nog iets om rekening mee te houden: in de Golfstaten is geen sociale zekerheid. “Als je niet werkt, moet je weg.” Uitspraken Wilders en Mansveld Angiolini is niet te spreken over sommige Nederlandse politici die met hun uitspraken de handelsrelaties met de Golfstaten op het spel zetten. Begin vorig jaar zorgde Geert Wilders voor grote heibel door anti-islamstickers te laten drukken met de Saudische vlag als achtergrond. “Wat zo'n gast niet begrijpt, is dat hij niet alleen die landen daarmee heeft, maar ook de Nederlanders in die landen. Die hebben dan problemen om visa te krijgen.” Staatssecretaris Mansveld haalde zich vorig jaar ook de woede op de hals van sjeiks en Arabische CEO's, toen ze geen nieuwe landingsrechten op Schiphol meer wilde toekennen aan luchtvaartmaatschappijen Qatar Airways, Emirates en Etihad Airways. Die zouden zorgen voor oneerlijke concurrentie vanwege grote staatssteun. “Als Netherlands Business Council zijn we heel ver, maar na zo'n opmerking van een politicus kunnen wij opnieuw beginnen met netwerken. Ze begrijpen niet dat ze meer schade toebrengen dan dat het wat gaat opleveren. Ik hoop van harte dat Wilders nooit aan de macht komt. Ik ben ervan overtuigd dat het dan internationaal over is voor Nederland.” Uitbuiting en slavernij Op sommige vlakken is er natuurlijk wel flink wat mis in de Golfstaten. Uitbuiting van gastarbeiders en zelfs slavernij komen in Dubai, Saudi-Arabië en Dubai veel voor. Wat moet je daar nu mee als ondernemer die daar aan de slag wil? “Er leven mensen in minder goede omstandigheden dan wij die daar zitten als expats, dat voorop. Dat dwangarbeid noemen is een Nederlandse uitdrukking. Mensen uit India, Pakistan en Bangladesh gaan in groten getale naar de Golfstaten omdat ze het daar beter hebben dan in hun eigen land. Dat wil ik geen dwangarbeid noemen, al is het in Qatar veel minder verantwoord dan in Dubai. Maar die mensen kiezen er zelf voor om een betere toekomst op te bouwen.” Twee uur vliegen Angiolini signaleert dat er veel kansen liggen in de Golfstaten en wijst daarbij op de vele handelsmissies naar de regio. In februari reisde minister Hennis-Plasschert naar de VAE om de banden aan te halen, een maand later gevolgd door minister Ploumen. "Dat heeft ook te maken met de economie in Nederland. Hier is het alleen gezeik, de kansen liggen daar", aldus de NBC-voorzitter. "In mijn branche, media en marketing, maar ook in de retail, de petrochemie en energie zijn de kansen nog heel erg groot. Dat maakt de regio superinteressant.” Als Iran opengaat, worden de Golfstaten nog belangrijker. “Als die boycot wordt opgeheven dan gaat er een grote markt open. Maar niemand die daar wil wonen natuurlijk. In Dubai woon je heel vrij, én het is maar twee uur vliegen naar Teheran.” Dit is het vierde artikel in een reeks van De Maand van de Export. Deze maand wordt mogelijk gemaakt door ING.

Zakendoen in de Golfstaten: eeuwenlange ervaring met handjeklap

  • Jaap Meijers
29 okt 2015
azo coa vluchtelingen

Lokale ondernemers morren: opvangorgaan asielzoekers kiest voor grote bedrijven bij bouw opvangcentra

  • Jaap Meijers
23 okt 2015
Geld tellen is het leukste wat er is, zou je denken. Maar als je het elke dag doet, wordt snel minder leuk. Zeker als je meerdere kassa's moet opmaken terwijl je moe bent van een dag hard werken. Kassatellen.nl is een online kasboek dat het leven van winkeliers en horeca-ondernemers én dat van hun accountants een stuk makkelijker moet maken. Het doel van Kassatellen.nl is simpel. In plaats van gehannes met papier of met Excel-bestanden, voert degene die de kas opmaakt direct de gegevens in met een smartphone, tablet of computer. Het systeem rekent de rest voor je uit. Omzetten en kasverschillen zijn direct online inzichtelijk. De boekhouder kan eens per maand alle gegevens met één druk op knop importeren. Geen ingewikkelde kasverschillen meer door tikfouten, en geen kwijtgeraakte staatjes. Sjoerd Heijmans en Geert Leijen vormen samen accountantskantoor IBEO, wat staat voor 'Ik ben een ondernemer'. Anderhalf jaar geleden begonnen ze met Kassatellen.nl als een project voor erbij, samen met een horecaondernemer en een programmeur. “Na ons eerste bedrijf was het niet zo moeilijk om er iets bij te doen. En ondernemen is gewoon superleuk natuurlijk.” Geen goed alternatief voor kasboek Het idee voor Kassatellen werd geboren vanuit de praktijk. “We liepen er in ons kantoor zelf tegenaan dat er geen goede oplossing is voor het kasboek. We hebben veel horecaklanten, die aankwamen zetten met papiertjes en excelletjes. Dat wordt dan overtypen. Met Kassatellen.nl kun je op het hele administratieve proces tijd besparen.” En zo kun je dus op boekhoudkosten besparen. Een abonnement op de online tool kost 15, 20 of 30 euro per maand, maar dat haal je er snel uit, zegt Heijmans. “Als je een goedkope boekhouder hebt, dan kost hij 40 euro per uur. Een sheetje invoeren daar rekent hij een uur voor. Dat dat niet meer hoeft, scheelt dus al snel flink.” Hotelschool en accountancy-opleiding Heijmans en Leijen zijn allebei 30 jaar, deden beiden hotelschool en een accountancy-opleiding en werkten ook allebei bij Deloitte als business analist. “We zagen wel dat er redelijk wat mogelijkheden waren. Accountancy is toch een vrij stoffig gebeuren. Wij doen het echt anders dan andere kantoren. We zagen wat je allemaal met software kunt doen, en wilden daar zelf iets mee gaan doen.” Maar waarom zouden ondernemers gaan werken met Kassatellen.nl? Met een spreadsheet bijhouden hoeveel geld eruit en erin is gegaan, kan toch ook? “Natuurlijk kan het ook in Excel. Als jij een supermooi spreadsheet hebt dat alle velden perfect doortelt, dan kan het ook best snel. Maar met ons online kasboek is er minder kans op fouten. Zeker met meerdere medewerkers en verschillende kassa's. Medewerkers zien alleen de gegevens van die ene dag. De ondernemer kan op afstand alles zelf bekijken en accorderen, en aan het einde van de maand schiet je alle mutaties direct vanuit Kassatellen.nl naar het boekhoudpakket.” Heijmans benadrukt dat Kassatellen.nl niet alleen een tool is voor zijn eigen kantoor. “We hebben bij onszelf kunnen testen, maar andere kantoren vinden het ook gemakkelijk en beginnen hun klanten op Kassatellen.nl over te zetten.” Op dit moment heeft Kassatellen.nl 350 à 400 klanten, aldus Heijmans. De volgende stap is uitbreiden naar het buitenland. “In Engeland zijn ze nog iets minder ver met automatisering, dus zijn er voor ons nog veel meer kansen.” Er kan al gekoppeld worden met softwarepakketten die daar veel draaien, zoals Xero en Quickbooks Online. “We zijn onze software en site nu aan het vertalen. Voor einde van het jaar gaan we internationaal beginnen met thenextbalance.com. Dat wordt de vervanger van Kassatellen.nl.” Data wordt versleuteld Maar eh… boekhouding in de cloud? Moeten we niet huiverig zijn om zulke informatie online op te slaan? “Onze sites en app zijn versleuteld. De kans dat iemand erbij komt is nul. Alle data wordt ge-encrypt opgeslagen bij Transip, een vooraanstaande hosting-partij. Zij zorgen ook voor backups. Als hier in Amsterdam een bom ontploft, dan staat alles nog in Delft. Dat betekent voor ons wel aanzienlijke kosten, maar zo kunnen we wel garanderen dat de gegevens veiliger zijn dan wanneer ze bij jou thuis staan.” Lees ook Mobiel betalen: welke alternatieven heb je als ondernemer?

’t Gat in de markt: geen gehannes meer met papier of Excel door online kasboek

  • Jaap Meijers
19 okt 2015
De Crownstone is een slim stopcontact. Afhankelijk van wie er in de buurt zijn, kan de Crownstone apparaten aan- of uitschakelen en lampen dimmen. Hij weet ook welk apparaat wordt ingeplugd of aangezet, zodat je met je mobiele telefoon kunt bijhouden wanneer er wordt aangebeld, hoe laat de tv wordt uitgezet of wanneer de koelkast ermee stopt. Wat je daaraan hebt? Volgens de makers van het product, de Rotterdamse startup DoBots, verhoogt de Crownstone je wooncomfort en verlaagt hij je stroomrekening. Als je even boodschappen gaat doen, hoef je niet zelf elk apparaat en elke lamp uit te doen. De Crownstone vervangt dimmers, standby-killers, iBeacons, wake-up lights, timers en slimme meter, somt CEO Hans Abbink op. “We willen een huis dat jou begrijpt. Je huis weet dat jij er bent en zet bijvoorbeeld het licht aan zoals jij het wil. Dat betekent dat een kamer leert welke apparaten aan moeten als je binnenkomt. Dat noem ik geen domotica meer, dat is een robot waar je in kunt wonen.” Om het goed te laten werken, moet je wel altijd met je smartphone door het huis lopen, of in ieder geval met iets waar bluetooth in zit, zoals het fitnessarmbandje Fitbit. Er zijn twee smaken: je kunt de Crownstone onzichtbaar inbouwen in je wandcontactdoos en hij is beschikbaar als aparte stekker. Kickstarter-campagne De Crownstone is nu te krijgen in de voorverkoop via een Kickstarter-campagne. Het streefbedrag van die campagne is twee ton, maar de teller staat met nog iets meer dan een maand te gaan op 67.000 euro. Is het misschien een lastig product om te verkopen? “Nu is de doelgroep nog beperkt tot mensen die lasdozen open durven te maken. Dat we toe willen naar een huis dat zelf leert van jouw gewoontes, moet ik nog wel uitleggen. Dat moet wel gaan lukken als we naar een grotere markt willen gaan dan alleen de techneuten.” Is de prijs niet ook een obstakel? Een kit met twee stekkers of drie inbouw-Crownstones kost 75 euro exclusief btw. De prijs in de winkel wordt 60 euro per stuk, inclusief btw. Wie alle lampen en apparaten in zijn huis telt, zit zo op twintig à dertig stuks. Een flinke investering, geeft Abbink toe. “Je kunt nu op onze Kickstarter-pagina dertig Crownstones krijgen voor 690 euro. Ze zijn de helft goedkoper dan wat je verder aan slimme stekkers kunt krijgen, en er zit veel meer functionaliteit in. En je kunt natuurlijk ook beginnen met alleen je huiskamer of slaapkamer, of de wc.” Volgens Abbink haal je de kosten er vanzelf uit doordat de Crownstones werken als standby-killer. Tv's en spelcomputers vreten immers energie, óók als ze uit staan.” Certificering DoBots wil de slimme stekkers gaan uitleveren vanaf september 2016. Maar voordat de Crownstones daadwerkelijk op de markt gebracht kunnen worden, moeten ze wel eerst het stempel 'veilig' krijgen. CE- en FCC-certificering is een duur proces. De Kickstarter-campagne moet die kosten én de eerste productiekosten dekken. Maar wat nu als de campagne zijn doel niet haalt? Gaat het feest dan niet door? Abbink lacht een beetje: “We gaan toch wel door hoor. We hebben al business aan de bedrijvenkant.” Waarom was een Kickstarter dan belangrijk? “Het is natuurlijk belangrijk dat we ons doel halen. Maar we zijn ermee begonnen om te laten zien dat we zo ver zijn, om onze ideeën goed bekend te maken.” Startupmachine Hans Abbink is oprichter van Almende, een “researchclub tussen bedrijfsleven en onderzoeksinstelilngen in”. Uit Almende zijn al een stuk of zes bedrijven voortgekomen, die voornamelijk doen in software en artificiële intelligentie. Eén onderneming zit in de logistiek, met software om pakketjes te volgen. Een andere spin-off verzorgt ICT waarmee bedrijven in de gaten kunnen houden waar mensen zijn, bijvoorbeeld om te zien of er genoeg BHV'ers aanwezig zijn. Het kantoor van Almende aan het Westplein in Rotterdam is nu voor een groot deel ingeruimd voor de nieuwste startup DoBots, dat zich vooral richt op Internet of Things (IoT), robotica en big data. Op de zolder wordt geknutseld met hardware. Er staan soldeerbouten, oscilloscopen, een 3D-printer en een kleine hovercraft van piepschuim die half af is. Eén verdieping lager wordt software geschreven voor de Crowstone. Een man of zes werkten er het afgelopen anderhalf jaar aan de ontwikkeling van Crownstone. Samen met de kosten voor materialen en het produceren van prototypes komen de investeringen op “een kleine miljoen of zo”, aldus Abbink. “Dat hebben we gedeeltelijk gefinancierd door projecten te doen en verder hebben we zelf gedragen. Dat is de formule met Almende, dat we van daaruit dingen kunnen opstarten.” Net als eerdere spin-offs zal het bedrijf als het eenmaal volwassen is een eigen plek moeten gaan zoeken, legt Abbink uit. “Alle bedrijven worden eruit gegooid. Volgend jaar zal het wel vertrekken.” Indoor track en tracing Crownstone zal er ook wel komen voor bedrijven, zij het in een andere vorm. In grotere gebouwen kun je zo mensen lokaliseren en volgen. “Dat is een stevige markt”, aldus Hans Abbink. “Ik denk dat het niet zo heel lang duurt voordat alle gebouwen indoor track en tracing hebben”. Dat is handig voor de beveiliging, maar ook om een gebouw goed te kunnen ontruimen, economisch te bezetten en efficiënt schoon te maken. Als je ziet dat een toilet zelden wordt gebruikt, dan hoef je het ook minder vaak schoon te maken. Apparaten volgen kan ook. Handig voor ziekenhuizen, waar infuuspompen steeds kwijt schijnen te zijn. Ook al zijn de prototypes af, de ontwikkeling van Crownstone gaat dan ook gewoon door. In Rotterdam maar ook daarbuiten, want alles wat DoBots maakt is open source. “Als jij in de kamer zit en ik kom binnen, is het dan wel zo leuk als het licht helemaal verandert? Ik kan me nu voorstellen dat degene die er het eerst is het bepaalt, maar die etiquette moeten we nog een beetje verder uitproberen.”

Crownstone: met dit slimme stopcontact kun je energie besparen in huis

  • Jaap Meijers
08 okt 2015
Televisieschermen zijn voor veel bedrijven een goede manier om informatie te verspreiden. Je kunt bijvoorbeeld het laatste nieuws over het bedrijf erop zetten, de aanbieding van de week of wie in welke vergaderzaal wordt verwacht. Jaap Meijers knutselde zelf een buienalarm in elkaar van een oude Philips-tv en een Raspberry Pi. Zulke schermen worden 'digitaal display' of 'digitale signage' genoemd, om ze te onderscheiden van kartonnen displays in winkels. Interieurbouwers zijn gewend om grote professionele beeldschermen te verkopen, vaak in een netwerk waarbij meerdere televisies dezelfde presentatie laten zien. Meestal worden die schermen in trams, fastfood-ketens en winkelcentrum aangestuurd door een centrale server. Een los scherm kan ook; dan wordt vaak een touchscreen gebruikt met ingebouwde computer. Zulke all-in-ones beginnen bij 600 euro en lopen in prijs op tot zo'n 17.000 euro (exclusief btw) voor een 80 inch-model met randverlichtingsysteem, microfoons, camera en Windows erop. Prachtig natuurlijk als je daar budget voor hebt, zeker als er nog kapitaal overschiet om content management in te kopen. Met narrowcasting of 'digital out of home' (DOOH) kun je specifieke doelgroepen targeten, met verschillende advertenties voor verschillende plekken en tijdstippen. Maar misschien is het goed om te weten dat er ook een eenvoudiger oplossing is, waarmee je met een kleine investering toch een professionele presentatie kunt neerzetten. De budget-oplossing met Raspberry Pi Sinds 2012 is de Raspberry Pi beschikbaar. Het is een mini-computer die is ontworpen voor educatieve doeleinden, maar waar ontzettend veel toepassingen voor zijn te bedenken. Het ding kost namelijk maar een paar tientjes en de videoprestaties zijn desondanks zó goed dat mensen hem als thuisbioscoop gebruiken. De Raspberry Pi is met HDMI aan te sluiten op de grootste televisies en met een extra verloopje van 12 euro ook op oudere computerschermen. Ook qua elektriciteitsverbruik is de Raspberry Pi een verwaarloosbare kostenpost. Zelfs het nieuwste model, dat zes keer sneller is dan zijn voorganger, verbruikt minder dan een tientje per jaar aan energie. En qua ruimte is het ook geen probleem: je schroeft hem direct achter de monitor of je zet hem op het systeemplafond erboven. Buienalarm aan de muur Het is makkelijk om enthousiast te worden over de mogelijkheden, dus zelf ook maar eens aan de slag. De verslaggever bouwde een oude televisie om tot een scherm voor lunchwinkel Sid en Liv in Nijmegen. De zware beeldbuis en de elektronenbuizen, waar nog 'Philips, made in Holland' op stond, werden vervangen door een Raspberry Pi en een tweedehands computer-monitor. De Raspberry Pi kreeg opdracht om Buienradar te laten zien, onderbroken door eens in de zeven minuten het logo van de zaak. buienradar Mirjam van Rijt, één van de twee eigenaren van de lunchwinkel, liep al langer rond met het idee voor zo'n scherm. “Dit is een dagzaak en iedereen heeft het de hele dag over het weer. We wonen nou eenmaal in Nederland. Wij hebben een tuin met een terras – als het begint te regenen, komt iedereen naar binnen en na zo'n bui is natuurlijk de vraag of iedereen weer naar buiten kan. We keken daarvoor steeds op onze telefoon, maar je bent gekke Henkie als je de hele dag met je telefoon gaat staan. Zo kwam ik op het idee dat ik wel iets van een buienalarm aan de muur zou willen.” De Philips-televisie uit 1958 staat nu in de kast achter de counter. Mooier dan gewoon een los scherm, vindt Van Rijt. “Onze lunchwinkel is ingericht als een huiskamer. Een beamer zou hier minder goed passen. Dat is minder charmant dan zo'n tv, en kost ook veel meer stroom. Dit is een vriendelijker oplossing.” Scherm in etalageruit Terwijl we het systeem installeren, staat de eigenaar van een dansstudio verderop in de straat toe te kijken. Enrique van Doezelaar vertelt dat hij ook een scherm in zijn etalageruit heeft neergezet met een Raspberry Pi. “Iemand die mij vaker helpt kwam ermee. Hij is nogal een techneut en wist dat je zo makkelijk een filmpje kunt laten lopen en op bepaalde tijden de monitor ook weer uit kunt zetten.” Wat hem betreft is het een goed reclamemedium. Op het scherm zijn dansende mensen te zien en wat actuele informatie over danscursussen. Maar je moet wel iemand weten die er handig mee is, vindt Van Doezelaar. “Ik zou hem zelf niet kunnen programmeren. De video verwisselen vraagt nog best wat inzicht, dat is minder simpel dan op een normale desktop-computer. Maar ik moet zeggen dat hij wel een hoop verschillende videoformaten aankan. En het kost bijna niks.” Info personaliseren Willen inmiddels niet juist méér mensen in de lunchwinkel het over het weer hebben? Mirjam van Rijt: “Ja. Mensen gaan er voor stilstaan en over het weer praten. Maar ach, het is wel grappig. Je hebt weer iets unieks. We hebben er ook al flink wat aandacht voor gekregen. Zelfs Buienradar het heeft opgepikt.” Helemaal af is het project wat haar betreft nog niet. “Ik zou het leuk vinden om hem nog iets meer te personaliseren. Dus af en toe onze slogan ertussen en iets van info over onze diners in de avond. Het moet tenslotte ook geen behang worden.” Ook een informatiescherm in elkaar knutselen met een Raspberry Pi? Check dan deze handleiding van Jaap Meijers.

Zo maak je van een oude tv en Raspberry Pi een infoscherm voor je bedrijf

  • Jaap Meijers
25 sep 2015
Wie kinderen heeft, moet vaak nieuwe spullen kopen. Het nageslacht groeit immers als kool en om dat bij te benen, blijf je als ouders nieuwe kleren, bedjes en stoeltjes kopen. Voor fietsen is nu een oplossing. Het bedrijf Infento heeft een bouwpakket bedacht waarmee ouders samen met hun kinderen steeds een bijpassende fiets kunnen bouwen. Begin deze maand begon Infento, een bedrijf uit Den Dolder, een campagne op Kickstarter. Het streefbedrag van 50.000 dollar was binnen drie dagen behaald. Inmiddels gaat het opgehaalde bedrag al richting de twee ton, met nog 16 dagen te gaan. Met de onderdelen in de constructiekit van Infento en een inbussleutel kunnen veel verschillende voertuigen worden gemaakt: een loopwagen en een driewieler voor kinderen tot vier jaar, en een step, bakfiets, skelter, slee of een fiets voor kinderen tot 10 à 12 jaar. Gedurende de hele jeugd is er maar één bouwpakket nodig én het is nog leerzaam ook. Educatie is een belangrijk aspect van het product, zegt Sander Letema, een van de twee oprichters van Infento: “Voor ons is dat een heel belangrijk doel, om kids belangrijke skills mee te geven. We willen ze graag weghalen achter de televisie en iPad en zorgen dat ze lekker wat kunnen gaan maken met hun handen. Daar samen de tijd voor nemen, versterkt de band tussen ouders en kinderen.” Infento is begonnen in 2010 als het bedrijf van Letema en zijn zwager Spencer Rotting. Die doet veel jeugdwerk en had daarvoor iets leuks bedacht. Hij vroeg een vriend van hem die in productielijnen doet om wat constructiemateriaal. Hij maakte er een handleiding bij voor hoe je er karretjes van kon maken. De kinderen mochten eerst schroeven en daarna racewedstrijdjes houden. “Het was een groot succes”, vertelt Letema, “ze wilden niet meer naar binnen”. Lego-fanaat Op een verjaardag bespraken de zwagers het idee: “Ik zag het meteen helemaal zitten. Ik ben zelf een Lego-fanaaat geweest toen ik klein was. Dat werd al gauw lassen en een motortje op een skeltertje zetten. Die ervaring van zelf iets creëren willen we voor groot publiek toegankelijk maken. Niet iederen kan zagen of lassen, maar met een extrusieprofiel gemakkelijk iets in elkaar zetten is al een oud idee, dat heeft zich bewezen. Daar zijn op voort gaan borduren.” Letema heeft het modulaire systeem ontworpen, met zo'n 60 onderdelen, en Rotting maakt daarmee de verschillende modellen. “Ik ben begonnen een grote skelter in 3D te tekenen. Sindsdien zijn we niet meer te stoppen.” Aanvankelijk waren de uitvinders van plan om bestaande componenten in te kopen, die in een doos te stoppen en door te verkopen. “Waarom zou je koppelstukken bedenken als het al bestaat? Maar met een simpele berekening werd duidelijk dat dat al snel niet meer te betalen zou zijn. Toen zijn we prijzen op gaan vragen voor eigen productie in het buitenland. Dat scheelde zo veel, dat we zelf koppelstukken zijn gaan maken. Toen kon ik ook alles bij elkaar passend ontwerpen. We gebruiken nu hoogwaardige nylon koppelstukken, met speciale glasvezelvulling zodat ze de druk van strak aangedraaide bouten aankunnen.” Als de onderdelen vanuit het buitenland aankomen in de werkplaats in Den Dolder, staat een team van jongeren klaar om ze op maat te zagen, lagers te persen en orders te picken. Infento werkt met jongeren die een achterstand hebben op de arbeidsmarkt, vertelt Letema: “We hebben dertig verschillende lengtes nodig. We zouden dat profiel perfect op maat uit China kunnen laten komen, maar we kwamen in contact met een zorginstelling en we bedachten dat we wel wat meer technische handelingen hier konden doen. Daardoor kunnen we nu steeds zelf maken wat we nodig hebben.” Het team van Infento bestaat nu uit drie man, plus wat stagiairs en gemiddeld acht jongeren. “Ze worden continu begeleid door een arbeidstrainer die ze leert op tijd te komen en opdrachten uit te voeren. Als de trainer denkt dat ze klaar zijn voor een betaalde baan, dan stromen ze door.” Succesvolle campagne op Kickstarter Infento richtte zich in het begin vooral op scholen: “We hebben een pakket gemaakt waar zo'n zeventig scholen nu mee werken. In het begin hadden we weinig marketingbudget en we dachten 'scholen kunnen we opbellen, particulieren niet! Maar een jaar geleden is er een investeerder ingestapt, en die zag de particuliere markt helemaal zitten. We zijn een jaar bezig geweest met marketing, een website opzetten en een Kickstarter-campagne voorbereiden.” Die campagne loopt dus op wieltjes. Toch zal break-even nog wel duren voor Infento, zegt Letema: “Het is nu nog vooral investeren. Er zit al flink wat startkapitaal in Infento, tegen het miljoen. Maar dit helpt wel. Het is letterlijk een mooie kickstarter. En internationaal gaan is prachtig, helemaal voor onze naamsbekendheid.” Infento heeft ervoor gekozen om in Amerika een bedrijf op te zetten met een bankrekeningnummer daar, om twee redenen. Sinds begin dit jaar is het mogelijk om als Nederlands bedrijf een campagne te beginnen. Je moet dan de bedragen bij de beloningen invullen in euro's, maar Kickstarter rekent die om naar dollars – zodat je hele lelijke bedragen krijgt. Daarnaast kwam Infento erachter, door te analyseren welke bedrijven succes hebben op Kickstarter, dat Amerikaanse bedrijven het veel beter doen. Sander Letema: “We wilden er alles aan doen om het te laten slagen.” Maar ligt de Nederlandse markt niet veel meer voor de hand, voor zelfbouw-fietsen? “Nederland is zeker een fietsland. Maar wij merken toch wel dat Nederland een erg moeilijk land is voor een nieuw product. In de marketing wordt ook wel geroepen dat als het je lukt om geld uit Nederlandse zakken te peuteren, je een garantie hebt voor heel Europa. Nederlanders zijn harde werkers, ze sparen en geven hun geld niet zo makkelijk uit. Op Facebook vragen Amerikanen 'Were can I buy this?' en 'ik wil er twee!' Niet zo van 'wat moet het kosten?' Amerikanen zijn ook meer impulsaankopers.” [google-drive number='1'] Lees ook 5 Nederlandse bedrijven die al succes hadden op Kickstarter

Deze kinderfiets van Infento is echte ‘Transformer’ en haalde al 2 ton op met crowdfunding

  • Jaap Meijers
18 sep 2015
Vorige 1 2 3 4 5 6 Volgende
Terug naar de homepage
  • Volg Business Insider Nederland op Facebook
  • Volg Business Insider Nederland op Twitter
  • Volg Business Insider Nederland op LinkedIn
  • Volg Business Insider Nederland op Instagram
Terug naar de homepage

Copyright © 2023 Business Insider Nederland. Alle rechten voorbehouden. Registratie of gebruik van deze site vindt plaats onder Algemene Voorwaarden en Privacybeleid.
Algemene voorwaarden | Privacybeleid | Cookie-overzicht | Adverteren | Vacatures