Sla het menu over en ga direct naar de content van deze pagina Sla het menu over en ga direct naar zoeken op Business Insider
Terug naar de homepage
  • Ondernemen
    • Strategie
    • Sustainable Business
    • CMO Insider
  • Tech
    • Personal Tech
    • Zakelijke IT
  • Finance
    • Bedrijfsfinanciering
    • Geld & Vermogen
    • Beurs
    • Crypto
  • Carrière
    • Carrière & Ontwikkeling
    • HR
    • Vacatures
  • Auto
    • Auto
    • Reizen
  • Business Insider Live
  • Laatste nieuws
  • Contact
  • Alles
    • Secties

    • Ondernemen
    • Finance
    • Carriere-HR
    • Lifestyle
    • Auto-Reizen
    • Tech
    • Politiek
    • Sustainable-Business
    • Smalltalk
    • Edities

    • Verenigde Staten
    • Duitsland
    • Polen
    • Spanje
    • India
    • Japan
    • Mexico
    • Specials

    • Laatste nieuws
    • Video
    • Business Insider Live
    • Internationaal
    • Over Business Insider

    • Cookies
    • Contact
    • Nieuwsbrieven
    • Algemene voorwaarden
    • Privacy- en cookiereglement
    • Werken bij Business Insider
  • Volg Business Insider Nederland op Facebook
  • Volg Business Insider Nederland op Twitter
  • Volg Business Insider Nederland op LinkedIn
  • Volg Business Insider Nederland op Instagram

Copyright © 2024 Business Insider Nederland. Alle rechten voorbehouden. Registratie of gebruik van deze site vindt plaats onder Algemene Voorwaarden en Privacybeleid.
Algemene voorwaarden | Privacybeleid | Cookie-overzicht | Adverteren | Vacatures

Advertentie

Herwin Thole

Redacteur

Neem contact op met Herwin Thole via email
Bekijk de Twitter pagina van Herwin Thole
Bekijk de Facebook pagina van Herwin Thole
Bekijk de Google Plus pagina van Herwin Thole

Herwin Thole

De Europese Commissie wil digitale innovatie stimuleren, maar het beboeten van Google is daarvoor niet het juiste middel. Beter maakt Brussel haast met het invoeren van één digitale markt. ‘Don’t be evil.’ Dat is het motto dat Google rond de eeuwwisseling voor zichzelf bedacht. Een slogan die zich vroeg of laat tegen het zoekbedrijf uit Mountain View moet keren. Volgens eurocommissaris Margrethe Vestager is dat moment nu aangebroken. De Europese Commissie klaagde Google woensdag formeel aan wegens misbruik van de dominante positie van de zoekmachine. Google zou de eigen prijsvergelijker voor producten voortrekken in de zoekresultaten. Zoek maar eens op een product als ‘Nike Air Max’ of ‘Samsung Galaxy S6’. De resultaten van Google Shopping verschijnen prominent in beeld, met links naar de webwinkels waar je de schoen of telefoon kunt kopen. Voorbeeldzaak Het ogenschijnlijk bevoordelen van eigen diensten is de Europese Commissie al langer een doorn in het oog. De formele aanklacht van woensdag is de uitkomst van een vijfjarig onderzoek naar de praktijken van het Amerikaanse bedrijf. In die periode heeft Google meerdere keren aanpassingen gedaan aan de pagina’s met zoekresultaten, om tegemoet te komen aan de eisen van de Europese Unie en klagende concurrenten. Maar die aanpassingen bleken onvoldoende om de onrust weg te nemen. Vestager kiest nu voor een formele aanklacht, om eindeloze discussies over een zo eerlijk mogelijke opmaak van de zoekresultaten te vermijden. Daarbij richt de Deense eurocommissaris haar pijlen op één dienst, namelijk Google Shopping. Als de uitkomst is dat Google de eigen prijsvergelijker net zo moet behandelen als rivaliserende diensten, dan kan die uitspraak naadloos worden toegepast op andere producten van Google, zo redeneert Vestager. Het is een principezaak. Marktdominantie brengt verantwoordelijkheid Dat Google dominant is, daarover bestaat geen twijfel. In de meeste Europese landen -- ook Nederland -- gebruikt meer dan 90 procent van de internetters de Amerikaanse zoekmachine. Vestager vindt dat bedrijven met een groot marktaandeel een speciale verantwoordelijkheid hebben om de concurrentie niet te verstoren. “Dat is in het belang van de consumenten en van innovatie”, aldus de eurocommissaris. Maar zijn consumenten echt slechter af in dit geval? Bij het opbreken van een kartel of monopolie is de samenleving duidelijk gebaat. Door verboden prijsafspraken of gebrek aan concurrentie is de consument duurder uit. Maar de zaak tegen Google Shopping is complexer. Google Shopping relatief klein Als Google zijn dominante positie had gebruikt om een gigantische webwinkel à la Amazon uit de grond te stampen, dan was de zaak vergelijkbaarder met Brussels kruistocht tegen Microsoft. De Windows-maker leverde onder meer een gratis webbrowser bij het besturingssysteem, waardoor concurrenten uit de markt werden gedrukt. Door die bewuste strategie legde browserbedrijf Netscape eind jaren negentig het loodje. Wat dat betreft staat de Europese Commissie sterker met een zaak tegen Android, waar het woensdag officieel een onderzoek naar opende. Google zou van fabrikanten eisen dat ze Google-apps meeleveren bij Android-telefoons, eenzelfde verwijt als waarvoor Microsoft op de vingers werd getikt. Maar Google Shopping, dat al twee keer een doorstart maakte wegens te weinig succes, is slechts een kleine speler in de wereld van de e-commerce. De meeste mensen gaan direct naar Amazon, eBay, of in ons land Marktplaats om spullen te kopen. Bovendien is de concurrentie slechts een klik verwijderd, zoals het standaard antwoord van Google luidt op beschuldigingen van machtsmisbruik. Google’s missie is om de beste zoekresultaten te leveren. Het bedrijf wil gebruikers direct het antwoord geven waar ze naar op zoek zijn. Of dat nu is hoe oud Mark Rutte is, hoe laat de trein vertrekt of waar een Weber-barbecue het goedkoopst is. Die service waardeert de consument, blijkens het enorme marktaandeel van de zoekmachine. Angst voor techmonopolies De zaak tegen Google lijkt dan ook vooral voort te komen uit de angst van Europese bedrijven en politici voor de dominantie van het Amerikaanse concern. Aangewakkerd door de anti-Google-lobby van uitgevers in Duitsland en Spanje, die miljarden aan advertentie-inkomsten kwijt zijn geraakt aan internetgrootmachten. De vrees is niet ongegrond. Door de combinatie van netwerkeffecten en schaalvoordelen blijft er op digitale markten vaak één grote speler over. Denk aan Google in de zoekbranche, Facebook bij sociale netwerken en Amazon bij webwinkels. Waakzaamheid is geboden, zeker als het gaat om internetgiganten die geld verdienen met gegevens van gebruikers. Sinds Edward Snowden de afluisterpraktijken van geheime diensten blootlegde, staat privacy hoog op de politieke agenda in Europa. Bedrijven nooit lang dominant Maar de vraag is of ingrijpen soelaas biedt. De historie leert dat in de techbranche grote bedrijven nooit lang dominant zijn. Ze vallen uiteindelijk van hun voetstuk, doordat ze niet tijdig reageren op razendsnelle verschuivingen in de markt. IBM was in de jaren tachtig marktleider in mainframes voor bedrijven, maar ze verloren hun leidende positie aan de combinatie van Microsoft en Intel die goedkopere en flexibelere systemen leverde. Microsoft miste op zijn beurt de boot op terreinen als smartphones en tablets en zag Apple en Samsung langszij komen. Voor Google, dat zijn geld verdient met advertenties, is de zwakke plek wellicht de opkomst van de smartphone, waar de reclame-inkomsten beduidend lager liggen dan op de desktop. Facebook ontpopt zich met name op de mobiele advertentiemarkt tot een serieuze concurrent. Door nu in te grijpen in iets wat de markt mogelijk zelf regelt, kan de Europese Commissie meer schade berokkenen dan dat het goed doet. Slepende zaak Rest de vraag of een megaboete het juiste middel is om innovatie op de digitale markt aan te wakkeren. De mededingingstak van de Europese Commissie kan Google een geldstraf opleggen van maximaal 10 procent van de jaaromzet. Dat komt neer op ruim 5,6 miljard euro. Maar daarmee is de kous niet af. Google kan beroep aantekenen bij het Europese Hof in Luxemburg. Komt de zaak voor de rechter, dan kan het juridisch getouwtrek nog jaren duren. Als de Europese Commissie echt innovatie en competitie wil bevorderen, dan kan het beter haast maken met het realiseren van een digitale interne markt, zoals The Economist bepleit. Europese internetbedrijven die buiten hun eigen langsgrenzen actief willen zijn, moeten nu per land aan verschillende regels voldoen. Als Brussel een einde kan maken aan die bureaucratische rompslomp, kan er wellicht een Europese internetgigant zoals Google opstaan. En daar zal de Europese Commissie vermoedelijk minder problemen mee hebben.

Als Brussel meer digitale competitie wil, moet het Google met rust laten

  • Herwin Thole
16 apr 2015
Een nieuwe generatie robots is kleiner, vaardiger en flexibeler. Ze zijn zo veilig dat ze met mensen aan de loopband kunnen werken. "Wij hebben de robot uit de kooi gehaald", zegt Ulrich Spiesshofer, topman van het Zwitserse ABB. Zijn bedrijf onthulde maandag op een beurs in Hannover een flexibele, kleine robot, schrijft The Wall Street Journal. De YuMi is zo precies, dat het een draad door het oog van de naald kan halen, aldus Spiesshofer. Dat is een groot contrast met de meeste robots in de industrie, die krachtpatsers zijn. Ze tillen zware dingen of lassen onderdelen in elkaar. Honderden keren per dag, zonder moe te worden. Maar deze robots zijn niet veilig om naast mensen te zetten. Daarom staan ze in metalen kooien. De YuMi brengt daar verandering is. Het tweearmige apparaat van 40.000 dollar is kleiner, flexibeler en sneller te programmeren dan zijn oudere robotcollega's. De YuMi is zo veilig, dat-ie naast mensen aan de loopband kan staan. Je spreekt het uit als 'you' en 'me'; het samenwerken zit dus al in de naam. Kleinere robots de trend Ook andere fabrikanten bouwen kleinere robots voor op de werkvloer. ReThink Robotics uit Boston onthulde vorige maand de Sawyer, een robotarm van 29.000 dollar die fabrieksmachines kan bedienen en printplaten kan testen. Universal Robots uit Denemarken maakt voor 23.000 dollar de UR3, een flexibele arm voor op de productievloer. Het Japanse Fanuc komt binnenkort met de CR-35iA op de markt, een robot die vergelijkbaar is met de YuMi. Delicaat werk Wat deze robots gemeen hebben, is dat ze delicaat werk uit kunnen voeren. Klussen die vroeger uitsluitend door een mens uitgevoerd konden worden, komen steeds meer binnen het bereik van robots. Denk aan het in elkaar zetten van smartphones en laptops, iets dat nu vooral door laagbetaalde werknemers in China gebeurt. Het Duitse bedrijf Kuka Roboter liet in Hannover een robot zien die een slang in een vaatwasmachine kan monteren, door het rubberen buisje net zolang heen en weer te wiebelen tot het op zijn plaats zit. De menselijke hand is vervangen door een set sensoren en slimme software. Z24 schreef onlangs over de Delftse startup Lacquey, die een robothand maakt die groente en fruit op kan pakken. Dat klinkt eenvoudig, maar om dat te doen zonder de paprika of tomaat te beschadigen is veel fijngevoeligheid vereist. Pas in de afgelopen vijf jaar is de techniek zover dat dit mogelijk is. Praktijktest De YuMi is al in de praktijk getest op een afdeling van het Zwitserse ABB. De robot moest samen met menselijke collega's contactdozen in elkaar zetten. Twee YuMi-robots en twee werknemers van vlees en bloed produceerden binnen 220 seconden tien onderdelen. De robotcollega die samenwerkt met mensen zal de komende jaren steeds vaker te zien zijn op fabrieksvloeren. Je moet alleen niet verwachten dat hij koffie voor je gaat halen. Bekijk meer informatie over de YuMi in de onderstaande video.

Deze nieuwe generatie robots staat straks met mensen aan de lopende band

  • Herwin Thole
14 apr 2015
De vrachtafdeling van Air France-KLM is specialist in dierenvervoer, in het bijzonder van paarden. Maar net als bij passagiersvluchten laten maatschappijen uit het Midden-Oosten zich ook hier steeds meer gelden. Veertig paarden met een totale waarde van 150 miljoen euro staan afgelopen zaterdag in de vroege uurtjes op luchthaven Schiphol. Onder hen Glock’s Flirt, de 14-jarige hengst van de Nederlandse ruiter Hans Peter Minderhoud. Maar ook Valegro, de in Nederland gefokte kampioen van de Britse dressuuramazone Charlotte Durjardin. De bestemming: Las Vegas, waar deze week de wereldbekerfinale voor de paardensport van start gaat. De spring- en dressuurpaarden maken de reis in speciale containers, waar plek is voor drie edele viervoeters. De mobiele stallen worden in het ruim van het vrachttoestel geladen. Dat vliegtuig is er niet één van KLM, specialist en wereldmarktleider in paardenvervoer. Nee, de toppaarden gaan vanaf de thuisbasis van KLM in een toestel van Qatar Airways de Atlantische Oceaan over, schrijft paardensite Horsetalk. Dat is op zich niet ongebruikelijk, laat woordvoerder Robbert Veldhuizen van de Nederlandse luchtvaartmaatschappij weten. Meerdere maatschappijen zijn toegerust op het vervoeren van paarden. De keuze voor een bepaalde vervoerder hangt van een boel factoren af: de voorkeur van de klant, de beschikbaarheid van vluchten, waar de vlucht vandaan komt, etc. Maar dat Qatar Airways de opdracht binnen heeft gesleept past in een bredere trend: snelgroeiende maatschappijen uit het Midden-Oosten leggen zich niet alleen toe op passagiersvluchten, maar ook op paardentransport. Paardentransport big business Het vervoeren van paarden is lucratieve business. Een hengst of merrie van Europa naar Noord-Amerika vliegen kan tot wel 10.000 euro kosten, twee tot drie keer de prijs van een vergelijkbare retourvlucht voor tweevoeters in de eerste klasse. De winstmarge op speciaal dierenvervoer is bovendien een stuk hoger dan op regulier vrachttransport. Maar daarvoor moeten maatschappijen wel investeren in bijzondere faciliteiten. Zo runt Air France-KLM op Schiphol een dierenhotel voor de opvang en verzorging van honden, katten, dierentuindieren, siervissen, varkens en andere beesten die naar het buitenland gaan. Ook paarden worden in deze loods ondergebracht in afwachting van verder luchtvervoer. Het gaat bijvoorbeeld om paarden die in Nederland zijn gekocht en naar hun nieuwe eigenaar in Amerika of Azië verhuizen, of dieren die in het buitenland aan wedstrijden meedoen. Elk jaar maken zo'n 24.000 paarden een reis per vliegtuig. Dat doen ze met onder meer Lufthansa, Cargolux, FedEx en Cathay Pacific. De grootste speler is Air France-KLM, dat ruwweg de helft van alle paarden vervoert. Snel rekensommetje: dat levert het fusiebedrijf jaarlijks rond de 100 miljoen euro aan inkomsten op, ofwel zo'n 4 procent van de totale omzet van de vrachtdivisie. De inkomstenbron is bovendien redelijk stabiel, in tegenstelling tot het normale vrachtvervoer dat sterk afhankelijk is van het economische tij. Emirates en de Godolphin-renstal Dat hebben ook andere luchtvaartmaatschappijen de afgelopen jaren ontdekt: die uit de Golfregio. Etihad, Emirates en Qatar Airways zijn het afgelopen decennium explosief gegroeid, al dan niet met tientallen miljarden aan ongeoorloofde staatssteun. Met name de laatste twee steken ook hun kop op in de wereld van het paardenvervoer, door toedoen van hun paardengekke leiders. Het 30 jaar oude Emirates uit Dubai vervoert de dieren uit de befaamde Britse Godolphin-renstal, die eigendom is van sjeik Mohammed bin Rasjid Al Maktoem. De machthebber van Dubai is een fervent paardenliefhebber en Godolphin is het uithangbord voor zijn familie. Met honderden kampioenspaarden is de renstal één van de succesvolste uit de recente geschiedenis, al kwamen de overwinningen twee jaar geleden door een dopingschandaal wel in een ander daglicht te staan. Sjeik Maktoem organiseert sinds 1996 tevens de Dubai World Cup, met een prijzenpot van 10 miljoen dollar het rijkste paardensportevenement ter wereld. Qatar bestormt de paardenwereld Qatar wil dat kunstje kopiëren. De Golfstaat pompt miljoenen in de paardensport door onder meer zijn naam te verbinden aan prestigieuze paardenraces. Zo staat één van de hoogtepunten van de Britse racekalender, Glorious Goodwood, de komende tien jaar bekend als Qatar Goodwood Festival. Een eigen paardenwedstrijd zoals Dubai heeft Qatar nog niet, maar dat zal niet lang meer duren. Drijvende kracht achter de initiatieven is sjeik Joaan Bin Hamad Al Thani, die met zijn renstal Al Shaqab de paardenwereld bestormt. De broer van de Qatarese emir heeft bijna oneindig diepe zakken en koopt links en rechts toppaarden op. In het kielzog van Al Thani legt Qatar Airways zich toe op paardenvervoer. Tussen januari 2012 en juli 2014 transporteerde de maatschappij bijna 2.000 paarden. De peperdure luchthaven in hoofdstad Doha, die in 2013 in gebruik is genomen, heeft een dierenopvangcentrum van 4.300 vierkante meter. Paarden net als mensen De vlucht naar Las Vegas van afgelopen zaterdag voerde Qatar Airways uit met een bijna hagelnieuwe Boeing 777. "Qua luxe is dit de Cadillac van het paardentransport", zegt Tim Dutta tegenover Horsetalk. Hij had met zijn bedrijf de leiding over het transport en zit al 26 jaar in het paardenvervoer. "Het vliegtuig is fantastisch. De paarden vlogen in gloednieuwe stallen. Ze krijgen het beste van het beste." In de stallen, die gebouwd zijn door het Rotterdamse bedrijf VRR, is plek voor maximaal drie paarden. Maar voor deze vlucht kreeg elk paard anderhalve stal toebedeeld. Tien verzorgers staan de dieren onderweg bij en geven ze wortels of hooi. Volgens Dutta zijn paarden net mensen. "Sommige vallen in slaap voor vertrek en tukken de hele vlucht. Andere beginnen met bidden vanaf de eerste minuut dat ze in de lucht zijn en stoppen pas als het vliegtuig geland is. Maar de meeste zijn als doorgewinterde topmannen; ze hebben zo vaak gevlogen dat ze het gewoon accepteren." De 8564 kilometer lange reis naar Las Vegas duurde 10 uur en 8 minuten. De paarden zijn veilig aangekomen, twitterde de ruiter Hans Peter Minderhoud. Het was een klus die KLM ongetwijfeld graag had uitgevoerd.

Oliesjeiks bedreigen lucratief paardenvervoer KLM

  • Herwin Thole
13 apr 2015
Artsen zijn in het ziekenhuis van Grenoble begonnen met de procedure om racelegende Michael Schumacher uit zijn kunstmatige coma te halen. Dat meldt de Franse sportkrant L'Equipe woensdag op basis van eigen bronnen. Volgens een expert op neurologisch gebied is 4 weken de maximale termijn om deze methode bij een patiënt toe te passen. Ski-ongeluk: helm in stukken De 45-jarige Schumacher liep op 29 december tijdens een skiongeluk in de Franse Alpen zwaar hersenletsel op. Zijn helm is bij de klap op een rotsblok in meerdere stukken gebroken. De oud-coureur was bij kennis toen hij arriveerde in het ziekenhuis van Grenoble. Hij slaagde er niet in alle vragen te beantwoorden en was in de war. Sinds het ongeluk werd bij in coma gehouden. Volgens diverse verklaringen van de doktoren was al die tijd zijn toestand kritiek doch stabiel. Schumacher reageert positief Volgens L'Equipe zou de zevenvoudige wereldkampioen in de Formule 1 positief reageren op de eerste pogingen om hem langzaam te doen ontwaken. De geraadpleegde deskundige legt in de Franse krant uit hoe dat meestal in zijn werk gaat. "Nadat de patiënt zijn ogen heeft geopend, wordt het vermogen tot communiceren gecontroleerd. Dat gebeurt met simpele bevelen: 'open je ogen, sluit je ogen, open je mond, schud mijn hand.' De komende 2 maanden zal Schumacher zich verward en passief voelen. Op langere termijn is zijn toekomst moeilijk te voorspellen. Bij ernstig hersenletsel is de werkelijke schade pas over een aantal jaar vast te stellen." Lees ook Michael Schumacher liep in 2009 al hersenletsel op, zegt zijn lijfarts

Michael Schumacher is de rijkste racer met een vermogen van 780 miljoen dollar

  • Herwin Thole
17 mrt 2015
De Apple Watch is het eerste écht nieuwe product van Apple sinds de iPad. De eerste indrukken zijn wisselend. Dat hebben we eerder gehoord. "Ze hebben een product gelanceerd dat de bestaande spelers in de industrie graag zullen willen verslaan: het is niet werkelijk vernieuwend. De geschiedenis leert dat de kans op succes beperkt zal zijn." • Clayton Christensen, auteur van The Innovator's Dilemma, in een interview met Bloomberg "Stopt te veel functies in één apparaat. [...] Vraagt veel meer toewijding dan een gewone gebruiker zal willen investeren in het leren en onthouden van de bediening." • David S. Platt, auteur van Why Software Sucks...and What You Can Do About It, op zijn blog "Niets meer dan luxe snuisterij die alleen een paar gadgetfreaks aan zal spreken." • Financieel journalist Matthew Lynn in een opiniestuk op Bloomberg Drie citaten over een nieuwe vinding van Apple. Eentje die met veel bombarie werd aangekondigd tijdens een presentatie in San Francisco en waar de pers al maanden van tevoren niet over uitgesproken raakte. Gaat het over de Apple Watch, waar topman Tim Cook vorige week meer details over bekendmaakte? Nee, het zijn drie uitspraken over de eerste iPhone. Juist, de telefoon die Apple tot waardevolste bedrijf ter wereld maakte en de smartphonemarkt op z'n kop zette. De eerste reacties zijn in 2007 overwegend positief. Maar niet iedereen is overtuigd van Apple's poging om een mp3-speler, telefoon en internettablet in een apparaat te verenigen, zoals blijkt uit de bovenstaande quotes. Bezwaren iPhone Waar vallen criticasters over? Ze denken dat de iPhone te veel functies in een toestel propt en daardoor veroordeeld is tot de middelmaat. Neem de 2-megapixel camera van de iPhone, die bij lange na niet kan tippen aan de kwaliteit van digitale fototoestellen. Bovendien heeft de iPhone geen flitser of optische zoom. Wie op vakantie gaat, moet wel een losse camera meenemen om mooie kiekjes te maken. Ook als mp3-speler is de iPhone niet ideaal. Tegelijkertijd muziek luisteren, e-mailen en websites bekijken is maar lastig. En er passen gewoonweg veel meer liedjes op een iPod. Bovendien gaat de accu van de iPhone niet lang mee. Wil je continu bereikbaar zijn, dan heeft een 'domme' telefoon de voorkeur. Er zijn meer bezwaren. Zo zal volgens critici niemand kunnen wennen aan het touchscreen. Liever fysieke toetsen zoals op de dan populaire BlackBerry Curve of Palm Treo. Dat typt beter en is bovendien praktischer. Want stel je voor dat iemand met zijn ogen dicht muziek luistert en naar het volgende nummer wil skippen. Met echte toetsen kan dat op de tast, net zoals je vroeger blindelings een sms verstuurde op een T9-toetsenbord. Maar met de iPhone kun je niet voelen wat je doet; de ogen moeten open om te zien waar de softwareknoppen op het scherm zitten. En dan de prijs: met 499 dollar is de iPhone gedoemd om een nicheproduct te blijven. Bovendien is de concurrentie van andere telefoonmakers als Nokia en Motorola moordend. Nee, Apple kan maar beter de stekker uit de iPhone trekken voordat het gezichtsverlies lijdt. Vergelijken met het bekende Acht jaar later is duidelijk dat de criticasters er volledig naast zaten. Apple verkocht bijna 75 miljoen iPhones in de laatste drie maanden van vorig jaar, iPhones die ook nog eens een paar honderd dollar duurder zijn dan het allereerste model. Ook de concurrenten van de iPhone zijn populair; bijna driekwart van de Nederlanders heeft inmiddels een smartphone. Touchscreens zijn zo ingeburgerd dat alleen BlackBerry nog toestellen met een fysiek toetsenbord maakt. Van de iPod worden nog zo exemplaren weinig verkocht dat Apple zijn mp3-speler niet eens meer noemt tijdens presentaties. En iPhone-foto's pakken zelfs prijzen bij de jaarlijkse fotowedstrijd van World Press Photo. Dat critici in 2007 niet inzagen dat de iPhone de smartphonemarkt drastisch zou veranderen, is niet verwonderlijk. Een nieuw product kun je alleen vergelijken met wat je kent. Destijds waren Nokia's en BlackBerry's zonder aanraakscherm de standaard en kon je apps niet downloaden uit een online winkel. Internetbankieren, videobellen of de tv bedienen met je telefoon leek onvoorstelbaar ver weg voor het gros van de mensen. Maar geleidelijk aan raken we gewend aan nieuwe technologie en verzetten we ongemerkt de bakens. Pas bij het doorlezen van oude recensies valt op hoe groot de denksprong is die we hebben gemaakt. Kritiek op Apple Watch Nu is er de Apple Watch en zijn er soortgelijke kritische geluiden te horen als bij de eerste iPhone. De software zou niet intuïtief zijn, de twee knoppen aan de zijkant verwarrend en het prijskaartje te fors: in bijna alle gevallen is de Apple Watch duurder dan een iPhone, terwijl het een accessoire voor de telefoon is. Bovendien heeft Apple de belangrijkste vraag niet beantwoord: waarom zou je er een kopen? Het horloge kan zo’n beetje alles wat de iPhone kan, maar dan zonder dat je de telefoon uit je broekzak hoeft te halen. Een telefoontje aannemen, een bericht lezen, betalen met Apple Pay of inchecken voor een vlucht: het kan vanaf je pols. Maar honderden euro's uitgeven om enkele seconden tijdswinst te boeken, lijkt een dwaze investering. Beoordelen op huidige kunstjes Hebben de critici het weer mis? Dat is natuurlijk afwachten. Maar net als bij de eerste iPhone wordt de Apple Watch beoordeeld in het denkkader dat nu de overhand heeft. En in dat denkkader staat de smartphone centraal. De Apple Watch en andere slimme horloges worden gezien als verlengstuk van de telefoon; een polsgadget om vluchtig de notificaties te zien die binnenkomen op de smartphone. Of om te dragen tijdens het sporten, zodat je de telefoon niet meer in zo'n plastic hoesje om je bovenarm hoeft te stoppen. De Apple Watch zien we als een mini-smartphone, die grotendeels hetzelfde kan maar dan een fractie sneller. Maar de Apple Watch kan net als de smartphone ons leven stilletjes veranderen, op een manier die nu nog onwaarschijnlijk lijkt. Neem bijvoorbeeld de volgende situatie, eentje die illustreert hoe de Apple Watch een impact kan hebben. Je hebt je handen vol boodschappen en staat voor je eigen achterdeur. Normaal gesproken moet je eerst een stuk kaas, een pak melk en een zak aardappels op de grond zetten, te lang zoeken in je jaszak, de deur openen en alles weer oppakken. Met een smartwatch zou een 'slim slot' kunnen herkennen dat jij thuiskomt en de deur alvast ontgrendelen. Hetzelfde geldt voor deuren op het werk of van auto's of hotelkamers. Betalen in de winkel doe je door je pols voor een apparaat te houden. En op het station kun je zo de trein inlopen, omdat je automatisch bent ingecheckt. Afzonderlijk zijn al deze functies niet baanbrekend. Maar als je genoeg van deze kleine momenten van frictie wegneemt op een dag, kan dat bij elkaar opgeteld voor een groot verschil zorgen. Zodanig, dat we over vijf jaar misschien niet meer zonder smartwatch willen. Zover is het nog niet. Eerst moeten er meer smartwatches in omloop zijn en moeten er meer sensoren en betaalterminals worden geplaatst. Waarschijnlijk komt de Apple Watch dan pas uit de verf, en lezen we de commentaren van critici met evenveel ongeloof terug als bij de eerste iPhone.

De Apple Watch wordt verguisd als ‘luxe snuisterij’ – waar hebben we dat eerder gehoord?

  • Herwin Thole
16 mrt 2015
Het Delftse bedrijf Lacquey werkt al vijf jaar aan een robothand die groente en fruit kan oppakken en wegleggen. Zo wil de startup laaggeschoolde arbeiders vervangen en de voedselindustrie automatiseren. "Bedrijven staan te trappelen, maar niemand wil de eerste zijn." "Kun je zo even terugbellen? We hebben net een taartmomentje." Directeur Richard van der Linde van de Delftse startup Lacquey viert maandagochtend met zijn vierkoppige team dat ze een grote investeerder en partner hebben gevonden. Food Technology Noord-Oost Nederland (Ftnon), dat machines bouwt voor de verwerking van groente en fruit, neemt een belang van 51 procent in de robotmaker. "We hebben anderhalf jaar naar dit punt toegewerkt. Dan vier je het ook met des te meer plezier." Want het vinden van een geldschieter was volgens 44-jarige Van der Linde een lang en moeizaam traject. "Robotica is nieuw. Er zijn nog niet veel commerciële successen. Dat maakt het lastig om aan investeerders aan te tonen dat je hier straks geld mee gaat verdienen." Voorzichtige robothand Van der Linde doelt op de robothand die zijn bedrijf Lacquey (oud-Engels voor lakei) maakt. Die kan groente en fruit oppakken en wegleggen, klaar om verpakt of versneden te worden door machines zoals die van Ftnon. Dat klinkt als een eenvoudige taak - iets dat een mensenhand zonder problemen kan - maar voor een robot is dat een grote uitdaging. Het vastgrijpen moet heel voorzichtig gebeuren, anders komen er deukjes in de appel, tomaat of kool. Of nog erger: dan prikt de robot in de vrucht of groente. "Bovendien is geen paprika of krop sla hetzelfde", zegt Van der Linde. "Dat is heel anders dan in de auto-industrie, waar ieder onderdeel identiek is." Robots worden bij het maken van auto's al sinds de jaren zestig ingezet om dagelijks duizenden dezelfde onderstellen in elkaar te lassen, schroefjes vast te draaien en panelen te spuiten. Ook in de elektronica- en metaalsector knappen robots het vuile werk op. Maar de voedselindustrie is nauwelijks geautomatiseerd, blijkt uit statistieken van de Internationale Federatie voor Robots. [google-drive number='2'] Voor robots is het lastig om om te gaan met de diverse vormen van groente en fruit. Er ligt een enorme kans voor ondernemers om dat te verbeteren. Jaarlijks gaat er meer dan 2 biljoen euro om op de markt voor voorverpakt voedsel, aldus marktonderzoeker Euromonitor. Handprothese inzetten voor ander werk In 2009 pakt Van der Linde samen met Martijn Wisse de handschoen op. Beiden houden zich aan de TU Delft bezig met toepassingen van robots. "We dachten: laten we een bedrijf opzetten, anders blijft het zo academisch", zegt Van der Linde, die in 2001 promoveerde in de robotica aan de Delftse technische universiteit. Hij is tevens mede-oprichter van het Robotics Institute aldaar. De robothand bestaat dan al; Delft doet al jarenlang onderzoek naar handprothesen die voorzichtig voorwerpen vast kunnen pakken. De kneep zit 'm in de zogenoemde underactuation-technologie. Die zorgt dat de motorkracht evenredig over de vingers verdeeld wordt, zodat er nergens drukplekken ontstaan. De vingers vouwen zich afzonderlijk om een object heen totdat ze allemaal contact maken. Daarna wordt de kracht langzaam opgevoerd tot een vooraf ingesteld maximum. Van der Linde en Wisse willen dezelfde techniek gebruiken om mensenhanden te vervangen bij laaggeschoold fabriekswerk. De keuze valt op de voedingsindustrie, omdat daar nog nauwelijks robots worden ingezet voor het verpakken en verwerken van groente en fruit. In de beginjaren ligt de focus op de ontwikkeling van de robothand. Maar al gauw ontdekken de academici dat alleen de mechanische grijper niet genoeg is. "Het is niet iets ontwikkelen, neerzetten in een fabriek en dan hard wegrennen. Nee, je moet ervoor zorgen dat de robot blijft draaien en dat een klant tevreden is", zegt Van der Linde. Lacquey bouwt software en diensten om de robothand heen. Zo kunnen medewerkers bijvoorbeeld inloggen op afstand als de machine hapert om problemen op te lossen. Negen basismodellen De eerste robothand van Lacquey draait sinds 2013 bij het Zuid-Hollandse handelsbedrijf Haluco. Eén van de geautomatiseerde taken is het verpakken van stoplichtpaprika's, de mix met drie kleuren die je in elke supermarkt kunt kopen. De robothand pakt een rode paprika van de lopende band, dan een gele en vervolgens een groene, en legt ze in de goede volgorde, klaar om verpakt te worden. In het onderstaande filmpje zie je hoe dat in zijn werk gaat. [google-drive number='1'] Ondertussen zijn er ook handjes ontwikkeld voor onder andere kolen, sla, uien en kipfilet. "Het lijkt allemaal op elkaar, maar ieder product heeft zo zijn eigen problemen", zegt Van der Linde. Zo kunnen paprika's door condensvorming heel glad zijn en is opstapelend zetmeel een probleem bij het vastgrijpen van aardappels. Van der Linde wil echter niet voor elk product een unieke oplossing ontwikkelen. "Je wilt een bepaalde mate van standaardisering om het schaalbaar te maken", zegt hij. "We hebben nu negen basismodellen. Daar komen in de toekomst misschien nog een paar bij." Stap naar versindustrie Bij het verpakken van groente heeft Lacquey inmiddels zijn meerwaarde bewezen. De volgende uitdaging is om de robothand succesvol in te zetten in de voedselverwerkende industrie, waar bijvoorbeeld groenten worden versneden. Die stap is groter dan het lijkt. "In die fabrieken is het veel natter en kouder", zegt Van der Linde. "Daar moet je hele systeem op ingericht zijn." Ook zijn de hygiëneregels strenger dan in de verpakkingsindustrie. De machines die kipfilets verwerken worden iedere avond schoongemaakt met een hogedrukspuit, met een cocktail van chemicaliën om alle bacteriën te doden. "Daar moet de robothand tegen kunnen, anders is-ie binnen een week stuk", aldus Van der Linde. Uiteindelijk wil Lacquey de robothand 3D-taken aanleren, zoals broccoli of bloemkool met de steel naar boven op de band leggen zodat de machine er roosjes van kan maken. "Dan moet je met meerdere camera's naar het product kijken, niet alleen van boven", zegt Van der Linde. "Het oriënteren van zo'n groente is een stuk complexer. Technisch ligt daar nog een grote uitdaging." Nuchtere familiebedrijven De voedselindustrie staat volgens de Lacquey-directeur te trappelen om mensenwerk te automatiseren. Nu zijn laaggeschoolde werknemers de hele dag bezig paprika's van de lopende band te pakken en ze in bakjes te doen. De robothand, die zo'n 100.000 euro kost, kan de menselijke arbeidskrachten vervangen. De terugverdientijd is 1,5 tot 2,5 jaar. "Iedereen weet dat dit gaat komen, maar niemand wil de eerste zijn", geeft Van der Linde aan. "Mijn gok is dat er vroeg of laat een omslagmoment komt, dat de hele industrie ineens de technologie omarmt. Dan kan het hard gaan en kunnen we de robothanden waarschijnlijk niet aanslepen." Het team van Lacquey (vlnr): Martijn Wisse, Richard van der Linde, Mathijs Vermeulen, Eduart Stigter en Sjors van Elderen. Het team van Lacquey (vlnr): Martijn Wisse, Richard van der Linde, Mathijs Vermeulen, Eduart Stigter en Sjors van Elderen. Van der Linde heeft wel een verklaring voor de afwachtende houding. "Er zijn maar weinig echte multinationals in deze industrie. Het zijn vaak nuchtere familiebedrijven. Die willen eerst zien dat het werkt, voordat ze het kopen." Dat levert wel een probleem op voor een bedrijf als Lacquey, dat eerst flink moet investeren in het product om te bewijzen dat het werkt. "Zeker in de eerste jaren was het een gevecht tegen cashflow", zegt Van der Linde. Lacquey wist te overleven door een mix van subsidies, productverkopen en eigen geld van de oprichters. "Zo houd je dat vijf jaar lang vol, maar dat is niet houdbaar." Investeerder zoeken De noodzaak om een investeerder te vinden dringt twee jaar geleden door. Maar dat betekent een hele omschakeling voor Van der Linde, die voor Lacquey niet eerder een bedrijf leidde. "Als startup denk je aan de dag van morgen. Ik was chef krullenzetter, maakte de lonen over, enzovoorts. Je bent niet bezig met strategische vragen die over vier jaar pas spelen, maar dat zijn wel dingen die een investeerder van je verlangt." Van der Linde volgt onder meer een cursus bij Yes Delft, de broedplaats voor jonge bedrijven waar Lacquey sinds 2011 deel van uitmaakt, over hoe om te gaan met durfkapitalisten. "Al was het alleen maar om het jargon te leren." Via het netwerk van Yes Delft vindt hij ook mensen die helpen met het schrijven van een businessplan. "Dat moet je niet in je eentje willen uitvinden, daar heb je de tijd niet voor." Uiteindelijk kan Lacquey kiezen uit een aantal partijen uit het binnen- en buitenland. De keuze voor Ftnon ligt voor de hand, omdat beide bedrijven al anderhalf jaar samenwerken. "Het is ook het bedrijf waar wij de snij-industrie mee in willen gaan", zegt Van der Linde. "Achter Ftnon zat al een mooie partner, toen was de link snel gelegd." Van der Linde doelt op de Amsterdamse participatiemaatschappij Active Capital, die sinds eind 2013 eigenaar is van de Almelose machinemaker. Active Capital legt tevens het geld op tafel voor het belang in Lacquey. Om welk bedrag het gaat, willen de partijen niet zeggen. Stap naar het buitenland Met het kapitaal wil Lacquey de stap naar het buitenland zetten. "Daar ligt de echte markt en zijn er veel meer robothandjes nodig", zegt Van der Linde. Ftnon is daarbij een gedroomde partner. Het bedrijf, dat een jaaromzet heeft van zo'n 25 miljoen euro, is actief in meer dan vijftig landen, waaronder de VS, Engeland en China. Over twee jaar wil Van der Linde de eerste geautomatiseerde productielijnen hebben opgeleverd in de snij-industrie. Het leegkiepen van de kratten tot en met het snijden van de groente moet zonder tussenkomst van mensenhanden kunnen gebeuren. "Dan, na twee jaar, kunnen we echt schalen." Veel langer moet het volgens Van der Linde niet duren. Want hoewel een directe concurrent ontbreekt, is tijd Lacquey's grootste vijand. "Technologie gaat zo gruwelijk snel", zegt hij. "Als wij dit schaapje niet binnen vier jaar geschoren hebben, dan gaat iemand anders het doen." Lees ook Sandra Phlippen: de robot die mens overbodig maakt is nog niet terug te vinden in de harde cijfers

Deze robot uit Delft wil mensenhanden vervangen in de voedselindustrie

  • Herwin Thole
04 mrt 2015
Siebrand Dijkstra

Hoe deze Friese IT-ondernemer drie bedrijven opbouwde en verkocht voor miljoenen

  • Herwin Thole
25 feb 2015

Zwaluwspuug in je koffie: bereikt deze booming business in Azië ook het westen?

  • Herwin Thole
24 feb 2015
De Zaanse salademaker Hansel nam begin deze eeuw de kleine hummusfabrikant Maza over en bouwde het in tien jaar tijd uit tot sterk consumentenmerk. En Maza kan nog flink verder groeien, vooral buiten de Randstad. "Mensen zijn daar iets minder gauw bereid om iets nieuws te proberen." In de stad van mosterd en chocolade, verscholen op een alledaags industrieterrein, zit Maza, één van Europa's grootste makers van hummus en andere mediterrane specialiteiten. Per week produceert het bedrijf tienduizenden kilo’s aan etenswaren, die in Nederlandse supermarkten komen te liggen maar ook de grens overgaan naar landen als Duitsland, Denemarken en Spanje. "Wij zijn echt een familiebedrijf", zegt commercieel directeur Roberto Oberegger (35). Hij is samen met zijn vader en jongere broer eigenaar van Maza en zusterbedrijf Hansel, dat salades en sauzen maakt. Er werken zo'n zestig werknemers voor beide firma's, die huizen op dezelfde locatie. "Sommige mensen werken hier al meer dan dertig jaar", zegt Oberegger, wiens moeder en vriendin ook in dienst zijn bij de firma. "Er heerst een familiaire band." Vaders, zoons, broers, zussen, zwagers en stelletjes; ze staan dagelijks naast elkaar op de werkvloer. Kok in Oostenrijks wintersportgebied Hoe wordt een familiebedrijf uit Zaandam een grote producent van zoiets uitheems als hummus? Dat verhaal begint veertig jaar geleden in Oostenrijk, waar Obereggers ouders elkaar ontmoeten. Zijn vader werkt als kok in een wintersportgebied en zijn moeder is daar op vakantie. De twee worden verliefd en de Oostenrijkse kok besluit zijn geluk te beproeven in de Amsterdamse horeca. Na een tijdje in diverse restaurants gewerkt te hebben, wil hij voor zichzelf beginnen. In het maken van salades en sauzen ziet hij goede kansen. “Toen had je nog veel haringstallen staan op de grachten”, zegt Oberegger. "Met het verkopen aan de visboeren is het allemaal begonnen." Op 1 april 1976 ziet Hansel het levenslicht. Bijna veertig jaar later maakt de onderneming nog steeds salades. Maar anders dan bij concurrent Johma prijkt de naam van het bedrijf niet prominent op verpakkingen in de supermarkt. De spreads met onder meer tonijn, krab en kerrie belanden tussen de voorverpakte boterhammen van sandwichmakers of worden verkocht als huismerk bij diverse grootgrutters en zelfs slagers. "Die zeggen dan dat ze het zelf hebben gemaakt en dat is voor ons het mooiste compliment”, aldus Oberegger. “Het betekent dat zij er volledig achterstaan." Maza uit IJmuiden Maza komt vlak na de eeuwwisseling in beeld bij Hansel. De kleine hummusmaker uit IJmuiden is dan op zoek naar een nieuwe productieplek en de joodse oprichters komen via via uit bij Hansel. Elke zondag verwerken ze kikkererwten en andere ingrediënten in Zaandam, maar dat wordt op een gegeven moment zo weinig dat Hansel besluit de onderneming te kopen. "We zagen er wel wat in", zegt Oberegger. "We wilden ons aanbod verbreden en de producten meeverkopen aan onze klanten." maza hummus Onder Hansel gaat de identiteit van Maza grondig op de schop. "Er was alleen een naam, verder niks", geeft Oberegger aan. "Dus zijn we na gaan denken: waar staat Maza voor?" Hansel besluit het aantal producten van het merk drastisch te verkleinen en Maza in de markt te zetten als vegetarisch, halal en koosjer. Dat is het nog steeds. Ook wordt er gesleuteld aan de receptuur en komen de spreads in de kenmerkende ovalen bakjes. Onverwacht telefoontje Op een dag krijgt Hansel een onverwacht telefoontje van een C1000-filiaal in Amsterdam-Oost. De bedrijfsleider heeft een klacht over Maza; Oberegger weet niet eens meer welke. Hij herinnert zich wel dat hij verbaasd was: "Wij hadden geen idee dat Maza in de supermarkt lag." De partij hummus, die de vestiging op eigen houtje had ingekocht, blijkt bij navraag goed te verkopen. Wederom een verrassing. "Wij dachten dat onze doelgroep in Zuid woonde, joodse mensen en moslims", zegt Oberegger. Maar hummus blijkt ook in andere delen van Amsterdam populair. "Dat was voor ons een signaal van: we kunnen hier meer van verkopen dan we denken." Stap naar de consument Daarvoor moet Hansel wel iets doen wat het bedrijf niet gewend is: rechtstreeks de consument benaderen. "Dat moesten we leren, en dat zijn we eigenlijk nog steeds aan het doen", aldus Oberegger. Hansel koopt in 2008 een busje en gaat daarmee op evenementen staan zoals festivals en huishoudbeurzen. “Eigenlijk een foodtruck”, zegt Oberegger. “Dat is nu helemaal hip; wij waren er vroeg bij.” Ook benadert het bedrijf zelf supermarkten om Maza in de schappen te krijgen. In het begin is binnenkomen bij de grootgrutters lastig, omdat hummus relatief onbekend is. De Noord-Hollandse keten Deen is de eerste die het aandurft, later komen daar onder meer Jumbo, Plus en Spar bij. Bij Albert Heijn ligt Maza in vestigingen met een Halal-assortiment. maza foodhallen Sinds oktober vorig jaar heeft Maza tevens een kraam in de Amsterdamse Foodhallen, een overdekte markt met een twintigtal restaurants. “We staan nu elke dag met de consument in contact”, zegt Oberegger, die zelf ook een dag per week meedraait in de Foodhallen. Iedere maand staat er een wisselende hummus op het menu. Voor februari is dat met rode biet, mierikswortel en dille. Zo kan Maza direct testen wat wel en niet in de smaak valt. “Het is onze manier van marktonderzoek”, aldus Oberegger. “Het is misschien minder wetenschappelijk, maar er zit wel meer gevoel in.” Concurrentie van Sabra Het kleine Maza is qua inkomsten ‘grote zus’ Hansel inmiddels voorbijgestreefd. Vorig jaar nam de omzet van de hummusmaker met 80 procent toe vergeleken met een jaar eerder. Dit jaar denkt Oberegger aan een omzetstijging van 40 procent. “Uiteindelijk zal de groei afzwakken en stabiliseren”, zegt Oberegger. “Maar de komende drie jaar zijn we nog wel even onderweg.” Maza profiteert van de groeiende populariteit van hummus. In twee jaar tijd hebben supermarkten de verkoop van de kikkererwtenspread zien verdubbelen, blijkt uit cijfers van marktonderzoeker Nielsen. Maar er zijn ook steeds meer concurrenten bijgekomen. Zo voeren Albert Heijn en HEMA een eigen huismerk en hebben zelfs Aldi en Lidl hummus in hun assortiment opgenomen. Maza’s grootste concurrent is Sabra, eigendom van het Israëlische Osem, dat weer in handen is van het grootste voedingsbedrijf ter wereld, Nestlé. Heeft Oberegger het gevoel dat hij tegen Sabra op moet boksen? "Een beetje wel", geeft hij toe. Maar qua verkoop doen beide merken volgens hem niet voor elkaar onder. "Samen maken we hummus bekender. Als je dat in je eentje moet doen, dan is het een hele taaie strijd." Proeven in de supermarkt Maza doet veel supermarktdemo's om hummus te laten proeven. Met name in het oosten en zuiden van Nederland is het smeersel nog onbekend. "Mensen zijn daar minder gauw bereid om iets nieuws te proberen", zegt Oberegger. Hij hoort vaak dat consumenten het wel hebben zien staan in de winkel, maar het niet durven kopen. "Stel je voor dat je het niet lekker vindt, dan ben je wel bijna twee euro kwijt voor zo’n bakje." Soms is het frustrerend, als mensen aangeven nog nooit van hummus gehoord te hebben. "Dan denk ik: onder welke steen heb je gelegen? Aan de andere kant betekent het dat we nog lang niet klaar zijn als bedrijf. Dat is wel een drijfveer." Uitbreiden rest van Europa Buiten de Randstad valt er voor Maza dus nog een hoop te winnen. En ondertussen timmert het bedrijf ook in Europa aan de weg. Ongeveer een tiende van de omzet komt van buiten Nederland. "We zien veel groei in Oostenrijk", zegt Oberegger over het thuisland van zijn vader. Daar ligt Maza sinds twee jaar in de supermarkten, net als in Duitsland, Denemarken, België en Spanje. Plannen om stappen buiten Europa te zetten heeft het bedrijf niet. "Spanje is al redelijk ver", zegt Oberegger. “We krijgen vaak aanvragen uit onder meer Rusland, Arabische landen, de VS. Ik geloof daar niet zo in.” Maza wil de ecologische voetafdruk beperken. Oberegger ziet er niks in om de kikkererwten, die komen van leveranciers uit Turkije en Canada, in Nederland te verwerken en de hummus vervolgens op een koeltransport naar bijvoorbeeld Noord-Amerika te zetten. “Wat dat betreft zouden we het liefst kikkererwten uit Nederland hebben, maar door het klimaat en de bodem is dat niemand hier nog gelukt”, zegt Oberegger. Maza heeft een aantal keer nul op het rekest gekregen van boeren, die zich er niet aan willen wagen. “Dat is jammer, want we nemen veel af”, aldus Oberegger. "Als er een akkerbouwer is die het wil proberen, dan staan we daar zeker voor open.” Zo wordt hummus gemaakt Hummus is een eeuwenoud gerecht uit het Midden-Oosten dat in de basis bestaat uit kikkererwten, tahine (sesamzaadpasta), olijfolie, knoflook en wat kruiden. De gedroogde kikkererwten komen bij Maza aan in grote zakken van 1000 kilo. Het bedrijf bestelt doorgaans bij een leverancier in Turkije of Canada, afhankelijk van de oogst en de prijs. Eerst wordt handmatig gecheckt of er geen troep tussenzit zoals steentjes. “We hebben in het verleden weleens missers gemaakt met kikkererwten uit andere landen zoals India”, zegt Roberto Oberegger, commercieel directeur van Maza. “Dan kregen we een levering met spinnen of peuken ertussen, echt heel vies. Nu hebben we goede leveranciers gevonden, die schone en kwalitatief goede kikkererwten leveren.” De kikkererwten worden 12 uur geweekt en daarna gekookt. Vervolgens worden ze fijngemalen in een uit de kluiten gewassen keukenmachine en gaat de rest van de ingrediënten erbij. Het mengsel gaat door naar de verpakkingsmachine, die 60 bakjes per minuut vult. Het productieproces is niet volledig geautomatiseerd. Werknemers sjouwen bakken met kikkererwten van het ene apparaat naar het andere. Dat is bewust zo gedaan, zegt Oberegger. "Het product moet centraal blijven staan. Wij raden werknemers ook aan om tussendoor te proeven." Recent heeft het bedrijf wijzigingen doorgevoerd om het proces schaalbaarder te maken. "Nu kunnen we de productie opschroeven zonder dat we de hummus op een andere manier hoeven te maken. We gaan niet onder druk koken bijvoorbeeld." In de productiehallen in Zaandam bedienen werknemers met witte jassen en blauwe haarnetjes de apparaten. Hygiëne staat voorop om de voedselveiligheid te waarborgen. In het midden van de omkleedruimte staat pontificaal een grote, ronde wasbak met een achttal kranen en antibacteriële handzeep. Wie de werkvloer op wil, moet eerst op een borstel staan om de schoenzolen schoon te poetsen. Vervolgens worden de handen nog een keer gewassen met desinfectiemiddel. In het magazijn is elke levering genummerd. Zodra iets wordt verwerkt, voert een werknemer het nummer in de computer in. Als er een probleem blijkt te zijn met een levering, dan kan Hansel/Maza precies nagaan wanneer ermee is begonnen, in welk product het is verwerkt en waar het heen is gegaan. "Er is gelukkig nog nooit zoiets gebeurd", zegt Oberegger. "Maar we testen het systeem wel regelmatig met een fictieve besmetting bij een leverancier."

Hoe een kleine hummusmaker uit Zaandam opbokst tegen een Europese gigant

  • Herwin Thole
20 feb 2015

Dit verdient de grootste YouTube-ster van Nederland

  • Herwin Thole
11 feb 2015
Vorige 1 … 125 126 127 128 129 … 142 Volgende

Het Beste van Business Insider (ma-za): meld je aan!

Privacy
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Terug naar de homepage
  • Volg Business Insider Nederland op Facebook
  • Volg Business Insider Nederland op Twitter
  • Volg Business Insider Nederland op LinkedIn
  • Volg Business Insider Nederland op Instagram
Terug naar de homepage

Copyright © 2024 Business Insider Nederland. Alle rechten voorbehouden. Registratie of gebruik van deze site vindt plaats onder Algemene Voorwaarden en Privacybeleid.
Algemene voorwaarden | Privacybeleid | Cookie-overzicht | Adverteren | Vacatures