Toen Jaap Korteweg (60) zijn bedrijf voor vleesvervangers de Vegetarische Slager in 2018 verkocht aan Unilever, had hij plots de handen vrij om aan een oude droom te werken: het produceren van melk – en daarmee kaas – uit gras zonder dat daar een koe voor nodig is.

Door met een machine als het ware de buik van een koe na te bootsen en die te vullen met gras, moest zoiets mogelijk zijn, dacht Korteweg.

Samen met zijn oud-compagnon bij de Vegetarische Slager en Eerste-Kamerlid Niko Koffeman richtte Korteweg in 2020 Those Vegan Cowboys op. Ze vonden een manier om caseïne te produceren op basis van gras. Caseïne is het bestanddeel in melk waarmee producenten romige kaas vervaardigen.

Na jaren van laboratoriumexperimenten, was het eind december dan eindelijk zover: Kortewegs bedrijf presenteerde diens eerste stuk ‘koeloze’ kaas gemaakt van caseïne. Een prototype, benadrukt Korteweg als Business Insider hem opzoekt in zijn huis in Etten-Leur. Hoe de kaas smaakt weet Korteweg niet, want nog niemand binnen het bedrijf heeft de kaasklomp geproefd.

Mag nog niet, volgens de ondernemer, want zijn product moet eerst door de Europese Unie op veiligheid worden goedgekeurd als zogeheten novel food, een procedure die minimaal anderhalf jaar aan keuringen in beslag neemt. In 2026 hoopt hij zijn kazen op basis van grasmelk in het winkelschap te hebben liggen.

“Ik verwacht dat we deze zomer al op kleine schaal kunnen proeven”, zegt Korteweg. “Niet voor de markt, maar op eigen risico, een beetje zoals toen met de eerste kweekvleesburger [in 2013, red.].”

Als niemand binnen jullie bedrijf de kaas nog heeft geproefd, hoe weet je dan of het goed smaakt?

Korteweg: “We weten dat het caseïne is, niet iets wat erop lijkt. We hebben sterk de overtuiging dat het dezelfde smaak zal hebben [als dierlijke caseïne].”

Hoe Korteweg zijn kaas precies vervaardigt? De ondernemer vergelijkt het met een bierbrouwerij, waarbij door gisting oftewel fermentatie bier ontstaat. Those Vegan Cowboys werkt met een proces dat Korteweg omschrijft als precisiefermentatie.

Hierbij komt het erop neer dat de startup een stukje nagebootst dna van een koe toevoegt aan een micro-organisme, zoals een schimmel, gist of bacterie. De eiwitten die zo’n micro-organisme vervolgens produceert, lijken sterk op dierlijke caseïne. Het geheel gaat in een bioreactor, waar gras aan wordt toegevoegd. De laatste stap is dat de caseïne met onder meer plantaardig stremsel, vet en water wordt gemengd. Het resultaat is een stuk kaas, waar geen koe voor nodig is.

Zodra hij de techniek kan opschalen, hoopt Korteweg zelfs veel meer melk te kunnen produceren dan de grasgrazers zelf kunnen. “Een koe geeft van nature duizend liter melk voor zijn kalf”, zegt Korteweg. “Tegenwoordig geven ze echter wel tienduizend liter melk. Dat komt door veredelingstechnieken, waarbij boeren steeds de beste koeien selecteerden voor de melk. Daar hebben ze honderden jaren over gedaan, maar wij hopen dat veel sneller te kunnen doen.”

Toch staat Korteweg niet zelf dagelijks met een witte laboratoriumjas aan te klooien met schimmels. Daar heeft hij geen kaas van gegeten, geeft de ondernemer ruiterlijk toe. De productie is in handen van een Gents laboratorium, dat Korteweg en Koffeman in 2020 overnamen met een deel van het geld dat ze met de verkoop van de Vegetarische Slager hebben verdiend.

Het Belgische team zette deze techniek - precisiefermentatie - jarenlang in voor de medische industrie, legt Korteweg uit. “Ze wisten er een medicijn mee te maken dat gebaseerd was op een zoogdiereiwit, zonder dat je er - zoals vroeger gebruikelijk - konijnen voor hoefde te melken. Ze hadden daar ruim tien jaar aan gewerkt en waren op zoek naar een nieuwe klus.”

Een bevriende ondernemer, Wim de Laat van het Bredase The Protein Brewery, kende de Gentenaren en bracht de twee in contact met de eigenaren van het laboratorium.

Na de overname gaven de ondernemers 20 procent van de aandelen in hun startup weg aan het volledige, 25-koppige team in Gent. Startups strooien weleens met aandelencertificaten om de loonkosten in de financieel uitdagende beginjaren lager te kunnen houden. Bij Those Vegan Cowboys doen ze dat niet, zegt Korteweg desgevraagd. “Wij zijn gewoon doorgegaan op het loonniveau waarop zij zaten.”

Korteweg hoopt er de betrokkenheid van zijn medewerkers door te verhogen. “We willen dat er los van je salaris meer te behalen is met je werk, dat je succesvol bent en ervan profiteert.” Volgens Korteweg lukt dat tot dusver aardig. “Ze zijn nu drie jaar voor ons bezig en je ziet ze vorderen. Ze boeken resultaten.”

Toch bezoekt Business Insider Korteweg niet in Gent, maar in een uithoek van het Brabantse plaatsje Etten-Leur, waar de ondernemer woont. Hij heeft hier een groot klimaatneutraal huis laten bouwen met gras op het dak.

Achter zijn huis bevindt zich een ferm landgoed van 30 hectare. Het was ooit een maisland, maar Korteweg heeft het laten transformeren tot natuur, compleet met vennen en een stuk bos. Door de landbouwgrond terug te geven aan de natuur, hoopt Korteweg de lokale biodiversiteit te bevorderen.

Er gaat geen dag voorbij dat hij geen wandeling door zijn landgoed maakt, zegt Korteweg. Want ja, de ondernemer werkt vanuit huis. Was Korteweg tijdens zijn jaren bij de Vegetarische Slager nog eenmaal per week op kantoor in Den Haag, in Gent komt hij slechts drie keer per jaar.

Dat is niet vaak. Vanwaar zo weinig?

Lacht: “Ik ben een ontzettende huismus, bij mij moet het allemaal functioneel zijn. Als ik altijd in Gent zou zijn, zou ik die mensen toch alleen maar voor de voeten lopen. Wat zij doen, daar heb ik echt helemaal geen notie van. Ik heb daar gewoon echt niks toe te voegen. Ik heb er geen verstand van. Af en toe kom ik er weleens langs. Laatst heb ik er nog een mixer omgebouwd. Dat soort praktische dingen, daar kan ik dan wel bij helpen.”

Korteweg spreekt zijn teamleider liever eenmaal per week in een video-overleg. Dan geeft hij zijn strategische inzichten als ondernemer. In de tussentijd werkt de zelfverklaarde huismus thuis, aan de keukentafel in een woonkamer die extra huiselijk aandoet door de vele speelgoedstukken van zijn 4-jarige zoontje, die verspreid door de kamer liggen.

Jaap Korteweg doet in zijn vrije tijd aan boogschieten, in zijn tot natuurland omgetoverde landgoed.
Jaap Korteweg doet in zijn vrije tijd aan boogschieten, in zijn tot natuurland omgetoverde landgoed.
Business Insider Nederland/ Jelmer Luimstra

Tussen het werken door gaat Korteweg vaak boogschieten in zijn eigen tuin, een nieuwe hobby van hem. Met stukken sprokkelhout uit zijn bos vervaardigde Korteweg zijn eigen boog. Hij laat hem zien, als we even later een wandeling maken over de grasvelden van zijn landgoed. “Hartstikke scheef”, lacht de ondernemer.

Toch heeft Korteweg er afgelopen jaar maar mooi een nieuw Nederlands record 'longbow-schieten' mee gevestigd. Hij met zijn zelfgemaakte natuurboog en zijn opponenten met een keurig rechte fabrieksboog. Zelfs in de sport kun je met een groene benadering winnen, wil de duurzaamheidsgoeroe maar zeggen.

Korteweg pakt de boog op en schiet er tweemaal mee op de schietschijf, die hij 25 meter verderop, pal naast een struikje, heeft geïnstalleerd. Beide keren haalt hij net niet de rode stip, ter grootte van een dobbelsteen. Zolang je tijdens zo’n kampioenschap maar raak schiet, lacht de ondernemer, terwijl we teruglopen naar de keukentafel in zijn woonhuis.

Niet dat Korteweg de hele dag door alleen maar aan het boogschieten is op zijn landgoed. De ondernemer gaat vrijwel iedere week het land door om lezingen en praatjes te houden, met als doel mensen te enthousiasmeren over vegetarisch eten. Korteweg vertelt “voor veel geld” te worden ingehuurd door bijvoorbeeld autodealers, banken en zorgverzekeraars. “Veelal bedrijven uit de oude economie, die in transitie zijn. Zij hebben dan een symposium over die noodzakelijke transitie en daar word ik als spreker ingehuurd.”

Deed Korteweg het ten tijde van zijn avontuur met de Vegetarische Slager financieel gezien nog om de bedrijfskas van zijn startup te spekken, tegenwoordig gaat al het geld dat hij verdient met zijn lezingen naar het goede doel. “Dus ik doe het voor mezelf voor niks, maar doe dan meestal een hele forse donatie aan Eyes on Animals [een dierenrechtenorganisatie, red.]. Dat geld wordt dan rechtstreeks overgemaakt aan zo’n organisatie, niet via een stichting van mij.”

Eyes on Animals bevestigt aan Business Insider dat Korteweg geregeld doneert.

Doe je dat om de schijn van Sywert-praktijken te voorkomen?

“Ja, dan is er geen discussie over dat geld en gaat het rechtstreeks naar zo’n goed doel. Dan heb ik er ook geen gedoe meer mee, weet je wel?”

De ontwikkeling van grasmelk kan op zichzelf ook een goed doel zijn. Waarom kies je er niet voor om het geld in je eigen bedrijf te steken?

“Bij de Slager was dat nog wel handig, maar nu is het niet meer nodig. Het zou geen zoden aan de dijk zetten. Dit laboratoriumwerk kost zóveel.” Lacht: “Ik bedoel, ze betalen me veel voor die toespraken, hoor. Maar op wat dit kost, is dat dan weer een schijntje.”

Korteweg loopt naar de keuken, richting een klassieke aan de muur bevestigde koffiemaler, waar hij verse bonen in laat vallen. Na een minuutje malen gaat het bonenpoeder in een filter, die hij vult met gekookt water en verwarmde melk. Veganistische melk, uiteraard. Een paar minuten later wordt de keukentafel niet alleen opgesierd door koppen koffie, ook verschijnen blokjes ‘komijnkaas’ en crackers met ‘kruidenkaas’ op tafel - wederom veganistisch.

Ze zijn van het merk Wild Westland, een ander bedrijf dat Koffeman en hij drie jaar geleden oprichtten. De twee werken hiervoor samen met de meer traditionele kaasproducent Westland Kaas, bekend van Old Amsterdam.

De nagebootste kruidenkaas hebben ze hoofdzakelijk met kokos gemaakt en de veganistische komijnkaas met lupine-eiwit, legt Korteweg uit. Beide producten smaken goed.

Met name de komijnkaas doet sterk denken aan échte - of zoals Korteweg zal zeggen: dierlijke - kaas. Terwijl de kazen uit de labs van Those Vegan Cowboys nog in de testfase zitten, ligt Wild Westland al met meerdere producten in de Albert Heijn en Jumbo. Het merk verkoopt goed, aldus Korteweg.

“We werken eigenlijk op drie sporen”, legt hij zijn achterliggende strategie uit. “Met Wild Westland kunnen we al naar de markt met producten op basis van wat we nu al kunnen met plantaardige ingrediënten. In Gent werken we verder aan processen waarmee we het traditionele kaasproces van de rijping nabootsen met caseïne. Als derde proberen we plantaardige melk te maken en die te laten rijpen tot kaas. Misschien is er voor alle drie een weg, maar misschien ook niet.”

Dus je maakt deze producten ook om je bedrijfsrisico te verkleinen?

Lacht: “Nee, om de kansen te vergroten. Het betekent hetzelfde natuurlijk, maar ik ben niet zo van het denken in kleinere risico’s. Ik vergroot liever de kansen.”

Korteweg is er naar eigen zeggen nog lang niet van overtuigd dat Those Vegan Cowboys een bedrijfssucces zal worden. “Het is zeer de vraag of we het gereed krijgen”, geeft hij aan. “Toen ik begon, gaf ik mezelf 1 procent kans van slagen. Nu 15 procent. Dus we gaan vooruit. We kunnen het wel maken, maar de kans dat het ook echt concurrerend wordt, is dus nog altijd klein.”

Maar goed, ten tijde van de Vegetarische Slager gaf je je bedrijf ook maar 10 procent van slagen. Toch werd dat een groot succes. Schat je de kans op succes bij Those Vegan Cowboys niet stiekem wat hoger in?

Lacht: “Ik hoop het. Maar achteraf is het makkelijk praten. Het is echt makkelijker gezegd dan gedaan.”

Dat Korteweg toch zijn vingers brandt aan deze op het eerste oog heilloze missie, heeft alles te maken met zijn kijk op de veehouderij. De ondernemer komt uit een boerenfamilie en groeide op tussen de melkkoeien. Toen in 1997 onder varkens de pest uitbrak, moesten miljoenen varkens noodgedwongen geslacht worden.

De ondernemer, inmiddels akkerbouwer, kreeg indertijd de vraag om zijn koelhuizen beschikbaar te stellen voor vele tienduizenden kadavers. Het zette hem aan het nadenken over de bio-industrie. Hij bedankte voor de klus en besloot uiteindelijk vegetariër te worden. Inmiddels eet de ondernemer vrijwel volledig veganistisch.

De belangrijkste motivatie voor Korteweg om dagelijks aan Those Vegan Cowboys te werken, is dat hij het niet terecht vindt hoe er in de branche met koeien wordt omgegaan. "De melkveehouderij is heel heftig. De term ‘uitgemolken’ bestaat niet voor niets, het is topsport voor die dieren. Ik heb het laatst uitgerekend. Zo’n koe verbruikt ongeveer net zoveel calorieën als een topsporter, per kilo lichaamsgewicht drie keer zoveel als een normaal mens. Koeien moeten wel dertig keer zoveel eten als een mens, om die enorme topprestatie voor de melkproductie te leveren. Het is een zwaar leven en ze worden niet oud.”

Ook het duurzaamheidsaspect motiveert de ondernemer. Heb je immers minder koeien nodig, dan wordt er bijvoorbeeld minder methaangas uitgestoten. "Als we op onze manier melk kunnen produceren, hebben we maar een vijfde van het land, gras en het energie- en watergebruik nodig. We zijn dus een factor vijf efficiënter dan melkkoeien.”

Als je geen koeien meer nodig hebt voor de melk, komt er veel grasland vrij. Wat zou je met dit vrijgespeelde land kunnen doen?

“We kunnen heel veel land teruggeven aan de natuur, in Nederland maar ook wereldwijd. Bijvoorbeeld gebieden waar van oudsher de veehouderij zit, dat zijn gronden die niet zo geschikt zijn voor akkerbouw. Veenweidegebied, om maar een voorbeeld te noemen. Veen was ongeveer de eerste fossiele energiebron. Dat gebied zou je terug kunnen brengen naar zijn oorspronkelijke staat, zodat er weer veen gaat groeien.”

"Je zorgt dan weer voor vernatting, want je hebt het niet meer nodig voor de voedselproductie. Er kan weer veen gaan groeien en we kunnen CO2 beginnen vast te leggen op een natuurlijke manier. Dan kunnen we proberen de natuurschade van de afgelopen 500 jaar te herstellen.”

Het lijkt mij dat er dan ook minder boeren nodig zijn. Wat moeten die doen?

“Die boeren kunnen wat anders gaan doen. De arbeidsmarkt is heel positief, er is werk genoeg. Ik ben zelf negende generatie boer en vind het zo bijzonder dat de discussie over stoppen nu zo’n ding is geworden. Ik weet niet beter dan dat in iedere generatie twee van de drie boeren stopt. In 1950 waren er zo'n 400.000 boerderijen, nu zijn daar nog zo'n 50.000 van over. In 70 jaar tijd is het aantal boerenbedrijven dus bijna gedecimeerd.”

“Deze trend zal niet veranderen, denk ik, simpelweg vanwege de technologische ontwikkelingen die er gaande zijn. Het is dus niet zozeer ineens een trendbreuk. Het enige verschil met vroeger is de buitengewoon schadelijke ontwikkeling dat de wereldwijde natuuroppervlakte de afgelopen 70 jaar is gehalveerd. Dat kunnen we weer herstellen.”

Boerenbedrijven zijn wel groter geworden, vanwege de intensivering van de landbouw vanaf de jaren ’60. Komen er daardoor niet juist financiële uitdagingen om de hoek kijken bij het stoppen?

“Nee. Het is nog nooit zo aantrekkelijk geweest om te stoppen. De grondprijzen zijn historisch hoog, die zijn de laatste 20 jaar verdriedubbeld. Dat geldt ook voor de prijzen van productierechten. Daar is dus niet zoveel aan de hand.”

“Maar of er meer boeren moeten stoppen, is een keuze die we in Nederland met elkaar moeten maken. Je kan ook zeggen: we hebben meer boeren nodig, omdat het belangrijker wordt dat agrarische bedrijven kleiner worden en natuurinclusiever. Dan wordt het boerenvak arbeidsintensiever en krijg je meer boeren op een kleinere oppervlakte.”

Eén van de 50.000 boeren die ons land nog altijd rijk is, gaat door het leven onder de naam Jaap Korteweg. Jawel, de ondernemer achter diverse startups heeft op 10 kilometer van zijn woning in Etten-Leur nog altijd een akkerbouwbedrijf. Daar verbouwt hij uitsluitend biologisch geteelde producten, van uien tot kool, van aardappelen tot kruiden en van wortelen tot spinazie.

De boerenstand protesteerde de afgelopen jaren tegen de stikstofcrisis en het land werd gekleurd door omgekeerde vlaggen van boze boeren. Praat je als boer weleens met ontstemde vakgenoten?

“Zeker, maar de gesprekken zijn best constructief. Ik heb nog nooit een vervelende ervaring gehad met een collega, ook niet ten tijde van de Vegetarische Slager. Boeren zijn onderling best wel reëel. Ze zijn het heus niet allemaal met me eens, maar ze vinden het prima dat iemand een andere route bewandelt. Dat zijn ze ook wel gewend. De route in dit vak verandert continu. Ik ken die verhalen ook wel uit mijn familiegeschiedenis. Toen de eerste trekkers kwamen, stond de wereld op zijn kop.”

Heb je het gevoel weleens een positieve invloed te hebben om vakgenoten?

“Dat zou best kunnen, maar dat weet ik eigenlijk niet. Ik merk vooral dat boeren er vrij open instaan. Heel veel boeren hebben al aangeboden dat ze graag gras willen leveren, als ik dat nodig heb. Of andere producten voor mijn plantaardige kaas of vlees, zoals soja of lupine. Die bereidheid is er volop.”

De boerenbelangenorganisaties die zich de afgelopen jaren ontpopten als opponenten van het stikstofbeleid, ziet Korteweg dan ook niet als ware vertegenwoordigers van zijn vakgenoten. “Die organisaties zijn vaak geen afspiegeling van de gemiddelde boer. Die is veel progressiever. Maar bij die belangenclubs zijn het volgens mij vaak conservatieve mensen die daar heel erg hun stem laten horen. Mensen die progressief zijn en kansen zien, doen dat veel minder. Die trekken gewoon hun plan. Die organisaties geven dus niet een goed beeld.”

Ook lijkt er de laatste tijd vanuit wetgevende kant sprake van oppositie tegen de vernieuwing. Zo is de Italiaanse overheid voornemens kweekvlees te verbieden, zodra er vanuit Europa groen licht komt over uit cellen gekweekt vlees. Korteweg is daar geen fan van. “Ik denk dat je open moet staan voor alle mogelijkheden, ze heel kritisch moet beoordelen, maar wel fair.”

Zie je dit soort conservatieve krachten als bedrijfsrisico? In Nederland hebben we sinds kort de BoerenBurgerBeweging, die ook vooral lijkt op te komen voor het traditionele deel van de branche.

“Natuurlijk. Dat is een risico. Als dit soort ideeën worden aangenomen en op een meerderheid kunnen rekenen, dan houdt het op.”

Lacht: “Dan kun je moeilijk iets doen wat niet mag.”

Zijn jullie achter de schermen al mee bezig met pr-strategieën om dit soort bewegingen tegen te houden?

“Heel beperkt. Onze mogelijkheden zijn vrij klein. We werken samen met alle bedrijfjes in Europa op het gebied van precisiefermentatie. We proberen de communicatie een beetje op elkaar af te stemmen, zodat we dezelfde, begrijpelijke taal spreken.”

“Wel merk ik op dat de lobby van de andere kant heel machtig is. Zo zijn we bezig met een programma voor onderwijs op scholen. Een collega was laatst op zo’n onderwijsbeurs. De vleesbranche blijkt daar ruim vertegenwoordigd te zijn, iets wat ik me nooit zo had gerealiseerd. Er was niets op het gebied van plantaardig vlees en zuivel. Niets, terwijl je het omgekeerde zou verwachten.”

Jaap Korteweg: 'Dat de vleesbranche zo goed vertegenwoordigd is op onderwijsbeurzen, verbaasde me.'
Jaap Korteweg: 'Dat de vleesbranche zo goed vertegenwoordigd is op onderwijsbeurzen, verbaasde me.'
Business Insider Nederland/ Jelmer Luimstra

Korteweg benadrukt dat hij vooral graag samenwerkt met meer traditionele bedrijven in zijn branche. Ging hij met de Vegetarische Slager een grote samenwerking aan met vleesproducent Mora, momenteel doet hij – zoals gezegd – zaken met Westland Kaas. “We worden veel benaderd door geïnteresseerde zuivelbedrijven om samen te werken. Het zijn ook hier vooral de lobbyclubs die ze inhuren, die heel erg de conservatieve krachten verdedigen.”

Grote voedselconcerns zijn niet alleen geïnteresseerd, zegt Korteweg, “we hebben zelfs al heel veel aanbiedingen van ze gehad om te investeren”. Ook investeringsmaatschappijen hebben al aangeklopt, volgens Korteweg.

Nee, namen mag hij niet noemen, zegt de ondernemer, “omdat het vertrouwelijk is”. “Maandelijks worden we een paar keer benaderd, omdat het nu wat rustiger is op de investeringsmarkt. In de eerste jaren werden we zelfs iedere week meermaals benaderd.” Toch hapt Korteweg niet.

Waarom ga je niet met hen om tafel?

“Je kunt niet op al die verzoeken ingaan. Dat kost veel te veel tijd, die we niet kunnen steken in de ontwikkeling van onze kaas.”

Met het geld dat hij en Koffeman hebben verdiend aan de Vegetarische Slager, kunnen ze hun nieuwe startup voorlopig zelf wel financieren, stelt Korteweg, die aangeeft geen plan voor winstgevendheid te hebben. Hoeveel miljoenen hij in 2018 aan de Vegetarische Slager heeft verdiend, wil hij niet vertellen aan Business Insider. Net zo min als dat hij wil vertellen hoeveel geld Koffeman en hij in hun nieuwe avontuur hebben gestoken. "Maar een lab met 25 medewerkers jarenlang financieren, geeft een aardige indruk."

“Zo’n investeringsmaatschappij zou inhoudelijk niets toevoegen”, zegt Korteweg, “terwijl je wel met die mensen om de tafel moet over de producten die je maakt. Als we dus zoiets zouden doen, dan eerder met een partij die ook wat inbrengt.”

Terwijl je ook zou kunnen zeggen: met miljoenen van investeerders kun je je activiteiten misschien versnellen. Een bedrijf als Fairphone haalde onlangs bijvoorbeeld ook 49 miljoen euro op om sneller te groeien.

“Dat zou kunnen, inderdaad. We hebben hierover ook gesprekken gehad met onze mensen. Als het echt van toegevoegde waarde was, zouden we het doen. De mensen die er bij ons verstand van hebben, zien er het voordeel alleen niet zo van in. Enorme teams neerzetten en vervolgens heel veel geld verbranden, dat is volgens hen niet zinvol.”

Zou je net als bij de Vegetarische Slager op een dag een overname door een corporate overwegen?

“Bij ons staat de impact voorop. We doen dat nu nog gewoon zelf, net zoals we dat bij de Vegetarische Slager heel lang zelf hebben gedaan. Maar we zullen altijd de afweging maken op welke manier we de meeste impact kunnen hebben. Dat geldt nu weer. Of dat dan uiteindelijk zal leiden tot een samenwerking of een overname, dat weet ik niet. Dat hangt echt van het moment af, van hoe we er dan tegenaan kijken.”

Volgens Korteweg heeft Unilever de “impact” van de Vegetarische Slager sinds de overname behoorlijk vergroot. “De omzet is nu zes keer zo groot als toen. Dat hadden wij niet voor elkaar gekregen.”

Echt niet?

“Nee. Zij zitten over heel de wereld met hun salesteams. Ze investeren er gigantisch veel in, weet je wel? Dat was ons nooit gelukt. Zij hebben daar nog geen cent mee verdiend, terwijl het ze al heel veel geld heeft gekost. Dat alles omdat ze het vizier op de toekomst richten.”

Wanneer zou je Those Vegan Cowboys eventueel willen verkopen?

“Geen idee. We zouden het alleen doen als het ertoe leidt dat we meer impact kunnen maken. Verkopen is geen doel op zich.”

Dat Korteweg de Vegetarische Slager aan Unilever verkocht, was lange tijd nog geen uitgemaakte zaak. Het was slechts één van de opties die het bedrijf overwoog. Korteweg speelde ook met het idee om de Vegetarische Slager naar de beurs te brengen, vertelt hij.

“Dat hebben we serieus overwogen. We zouden dan het eerste niet-vleesbedrijf in de branche zijn geweest dat naar de beurs ging. Maar goed, toen bleek Beyond Meat dat al van plan te zijn. Het eerste bedrijf worden, dat ging dus al niet meer.”

“Het had best een succes kunnen worden”, denkt de ondernemer. “Tegelijkertijd zie je bij Beyond Meat wat de gevaren ervan kunnen zijn. Ze waren in eerste instantie zwaar overgewaardeerd, volgepropt met geld en hadden enorme groeiplannen. Nu zit dat bedrijf in zwaar weer en moeten ze heel erg bezuinigen en afschalen.”

Of hij met Those Vegan Cowboys stiekem op een herkansing mikt? “Ik sluit het niet uit dat het op termijn een keer kan”, zegt Korteweg. “En dat je dan lessen kunt trekken uit wat er mis is gegaan met dit soort bedrijven op de beurs. Dat je een beetje in je achterhoofd houdt dat zo’n waardering heel erg de waan van de dag kan zijn.”

Maar goed. In de tussentijd stop je – vermoedelijk – miljoenen aan eigen geld in een bedrijf dat je zelf slechts 15 procent kans van slagen geeft. Lig je daar niet wakker van 's nachts?

“Nee, dat niet." Met ferme lach: "Misschien komt dat ooit nog, dat zou zomaar kunnen. Weet je, het is eigenlijk hetzelfde verhaal als bij de Vegetarische Slager. Het risico was toen net zo groot. En toen moesten we het toch ook voor een belangrijk deel zelf zien te rooien".

LEES OOK: Lampen van aspergeschillen en verpakkingen van tomatenstengels: tuinbouwers zitten vol circulaire ideeën, maar stuiten op juridische barrières