‘De Vaandeldrager’ van Rembrandt wordt voor 175 miljoen euro verkocht aan de Nederlandse staat. Daarover is overeenstemming bereikt met de bankiersfamilie Rothschild, die het werk tot nu toe in handen had.

De Nederlandse staat betaalt 150 miljoen euro voor het kunstwerk, de Vereniging Rembrandt en het Rijksmuseum Fonds betalen de rest, respectievelijk 15 miljoen euro en 10 miljoen euro.

In 2015 betaalde de Nederlandse Staat samen met de Franse regering al 80 miljoen euro aan de familie voor de aankoop van Rembrandts portretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit.

De familie Rothschild wilde in 2019 De Vaandeldrager al verkopen, maar omdat de Franse staat het als een “nationale schat” bestempelde had het 30 maanden de tijd om het zelf aan te schaffen. Nu Frankrijk daarvan afziet, is het mogelijk voor Nederland om het werk te kopen.

'Een buitenkans voor Nederland'

De Eerste en Tweede Kamer moeten wel nog akkoord gaan met de aanschaf van het werk. Als zij ermee instemmen, is de aankoop definitief. Het werk moet uiteindelijk in het Rijksmuseum komen te hangen.

Volgens Rijksmuseum-directeur Taco Dibbits is Nederland de plek waar het schilderij thuishoort. "Het kunstwerk is zo diep met de Nederlandse geschiedenis verbonden, mede omdat Rembrandt een van de beroemdste schilders van Nederland is, die tot de absolute top behoort", zo zei hij eerder vandaag.

De Vereniging Rembrandt, die 15 miljoen euro inlegt voor het schilderij, ziet de aankoop als een buitenkans. "De mogelijke aankoop van De Vaandeldrager is een kans die maar één keer voorbij komt. Dit schilderij is om vele redenen van groot belang voor het Nederlands openbaar kunstbezit", zegt directeur Fusien Bijl de Vroe.

Zodra de aankoop rond is, gaat het doek op tournee langs alle twaalf provincies. Daarna komt het schilderij te hangen op de Eregalerij van het Rijksmuseum. De Vaandeldrager blijft "voor altijd Nederlands publiek bezit", schreef demissionair minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur) op Twitter.

Vermaarde bankiersfamilie bezit belangrijke Rembrandt

Het, volgens kenners, belangrijkste werk van Rembrandt is nu nog in het bezit van de Franse tak van de vermaarde familie Rothschild, die haar vermogen vooral met bankieren vergaarde.

De Rothschilds komen voort uit een Duits-Joodse bankiersfamilie. De wortels van de Rothschild-dynastie gaan terug tot 1798, toen de 21-jarige Nathan Mayer Rothschild uit Duitsland naar Engeland trok om daar een textielzaak te beginnen. Toen de exporten over Het Kanaal steeds moeilijker werden door de oorlogen die Napoleon voerde, zocht Nathan vanaf 1809 zijn heil in de financiële markten in Londen waar hij fortuin maakte. 

Het huis van Rothschild in Frankrijk is terug te herleiden tot het jaar 1812, toen James Mayer de Rothschild de Franse tak van het bankiershuis vestigde in Parijs. Onder het socialistische bewind van de Franse president Mitterand werd de onderneming genationaliseerd. In 1987 kreeg de familie de bank terug. In 2003 volgde een fusie met de Britse tak van de investeringsbank. Nog altijd is de bank zeer invloedrijk.

In de 19e eeuw begon de Rothschild-familie op grote schaal kunst te verzamelen. De verschillende leden van de familie zouden constant met elkaar de concurrentie aan zijn gegaan bij hun aankopen. De Rothschilds kochten daarom regelmatig hele schilderijencollecties op zodra deze op de markt kwamen. De verzamelingen van de familie bevat daarom enkele van de beroemdste meesterwerken van alle grote Europese schilderstromingen.

LEES OOK: Vignesh Sundaresan kocht Beeple’s cryptokunstwerk voor $69 miljoen, maar waarschuwt nu zelf voor een NFT-hype