De Wet werk en zekerheid zou een mislukking zijn. Gelukkig is dat onzin: de arbeidsmarkt is wel degelijk beter gaan functioneren, schrijft Paul van der Kwast.

De nieuwe wet, die sinds 1 januari 2015 stapsgewijs is ingevoerd, zou het makkelijker moeten maken om mensen zonder enorme ontslagvergoeding te ontslaan. Maar in de praktijk is het juist moeilijker geworden om mensen te ontslaan. Dat schreven althans sommige media de afgelopen tijd.

De reden: van de ontslagaanvragen bij de kantonrechter werd voorheen 15 procent afgewezen; tegenwoordig is dat 35 procent. Ook het UWV wijst minder ontslagaanvragen toe.

Maar, zo schrijft Marius Winter terecht in een ingezonden brief in Het Financieele Dagblad, dat betekent helemaal niet dat de wet niet werkt. Integendeel, de wet werkt juist prima. Alleen is dat minder zichtbaar voor de buitenwereld.

Veel ontslagen vinden namelijk in onderling overleg plaats, aldus Winter, die met zijn bedrijf NextJob Outplacement werknemers helpt bij het vinden van nieuw werk.

Voordelen polderontslag

De opkomst van het polderontslag heeft belangrijke voordelen ten opzichte van de oude situatie, waarbij het ontslag vaker via de kantonrechter of het UWV werd aangevraagd.

  • Meer zekerheid. Als je naar de rechter of het UWV gaat, staat de uitkomst niet van tevoren vast. Het is vaak een gok: the winner takes it all. De werkgever kan als winnaar uit de strijd komen als het ontslag door mag gaan - hij betaalt dan wel een transitievergoeding. Maar als het ontslag wordt afgewezen, is hij de verliezer. Hij kan dan alsnog proberen van zijn werknemer af te komen, maar die zal hij dan een veel hogere afkoopsom moeten betalen.
  • Lagere kosten. Werkgever en werknemer zullen wellicht ook bij een polderontslag juridisch advies willen inwinnen, maar ze hebben geen peperdure advocaten nodig. Die ook nog eens meer verdienen naarmate een procedure langer duurt.
  • Minder immateriële schade. Een ontslagprocedure is voor beide partijen pijnlijk en vervelend. Hoe korter deze procedure duurt, des te beter voor het mentale welbevinden van de ontslagen werknemer en werkgever. Een lange ontslagprocedure schaadt ook de reputatie van de onderneming. En een werknemer zal waarschijnlijk niet erg geprikkeld zijn gemotiveerd naar nieuw werk te zoeken zolang er geen zekerheid is over zijn ontslag en de financiële compensatie daarvoor.

Dat werkgevers en werknemers dankzij de nieuwe wet vaak gedwongen worden er samen uit te komen, past prima in een modern type arbeidsmarkt. Daarbij zijn de werknemers niet bij voorbaat zielig en moeten worden beschermd tegen gemene werkgevers, maar is het uitgangspunt dat beide partijen volwassen en fatsoenlijk zijn. Is de werkgever niet fatsoenlijk, dan ligt alsnog de weg naar de kantonrechter open.

De genoemde transitievergoeding is bij het polderontslag een nuttig smeermiddel. Deze vergoeding is veel lager dan de ontslagvergoeding die vroeger op basis van de kantonrechtersformule werd vastgesteld. Voorbeeld: op basis van de kantonrechtersformule kreeg je met een brutojaarsalaris van 60.000 euro en een dienstverband van vijftien jaar al gauw een kleine ton mee; nu is dat hooguit nog 30.000 euro.

Ondanks de kritische geluiden doet de Wet werk en zekerheid precies waarvoor zij was bedoeld: dat het vechtontslag met een duidelijke winnaar en verliezer via de kantonrechter of het UWV wordt vervangen door het polderontslag. Het legt meer verantwoordelijkheid bij de werkgever en werknemer en dat is alleen maar goed.

Paul van der Kwast is onafhankelijk financieel planner en verdient geen geld aan de verkoop van financiële producten. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl