De lasten voor werkgeversbijdragen aan regelingen voor werknemers stijgen per saldo licht in 2016. Voor individuele werkgevers hangt veel af van de ontwikkeling van de WW- en pensioenbijdragen.

Dat blijkt uit woensdag gepubliceerde berekeningen van salarisverwerker ADP.

Werkgevers hebben grofweg te maken met vier soorten lasten op de salarisstrookjes. Dat zijn respectievelijk bijdragen voor werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, de zorgverzekering en pensioen.

Wat betreft de werkloosheidspremies stijgt de bijdrage voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWF), maar dalen in veel gevallen de sectorpremies voor de WW.

Verder stijgt de WIA-basispremie voor arbeidsongeschiktheid. De werkgeversbijdrage voor de Zorgverzekeringwet (ZVW) valt daarentegen lager uit, net als de meeste pensioenpremies.

Het saldo van de veranderingen, exclusief de pensioenpremies, komt gemiddeld genomen neer op een licht stijging van de werkgeverslasten, blijkt uit onderstaande tabel van ADP.

(klik op tabel voor uitvergroting)

werkgeverslast

Hoe de verandering van individuele werkgeverslasten uitvalt hangt vooral af van de sectorpremies voor de WW en de pensioenbijdrage. Wat betreft de pensioenpremies zijn de verschillen tussen sectoren relatief gering, volgens ADP.

Voor de WW-bijdrage zijn er wel grote verschillen. Dat is bijvoorbeeld te zien in de bouw, waar de daling van het aantal WW-uitkeringen zorgt voor een betere vermogenspositie van de WW-fondsen. Dat maakt een fors lagere premie mogelijk in 2016.

(klik op tabel voor uitvergroting)

sectorpremie ww

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl