• De Nederlandse inflatie is in september doorgestegen naar 2,7 procent.
  • De hoogste variabele spaarrente bedraagt 0,15 procent en op een spaardeposito dat langer vaststaat krijg je maximaal 0,9 procent.
  • Prijzen van goederen en diensten stegen afgelopen maand onder meer doordat energie en brandstof fors duurder werden.

De inflatie in Nederland is in september uitgekomen op 2,7 procent op jaarbasis. Daarmee stegen de prijzen voor goederen en diensten wat harder dan een maand eerder toen het leven voor consumenten in doorsnee 2,4 procent duurder werd. Vooral de energierekening viel hoger uit, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Voor energie moest gemiddeld bijna een vijfde meer worden betaald in vergelijking met september 2020. Dat was in augustus nog krap 14 procent. Naast de rekening voor gas en stroom liepen ook de brandstofprijzen aan de pomp op, wat een verhogend effect op de inflatie had.

Lees ook: Zo hard gaan de prijzen voor stroom en gas omhoog – en de winter moet nog beginnen

Daartegenover betaalden studenten minder voor het volgen van onderwijs, wat weer een drukkend effect had op de geldontwaarding. Vanwege de coronacrisis heeft het kabinet besloten het college- of cursusgeld voor dit schooljaar met 50 procent te verlagen.

Volgens de geharmoniseerde Europese meetmethode waren goederen en diensten in Nederland vorige maand 3 procent duurder dan een jaar eerder, tegen 2,7 procent in augustus. In de eurozone steeg de geldontwaarding naar 3,4 procent, wat het hoogste niveau is sinds september 2008.

Lees ook: Inflatie in eurozone knalt omhoog naar 3,4% en dure energie ondermijnt koopkracht – ECB houdt vast aan idee dat het ‘tijdelijk’ is

In de Europese meetmethode wordt geen rekening gehouden met de kosten van het wonen in de eigen woning. In het inflatiecijfer van het CBS worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren.

Fors gat tussen spaarrentes en inflatie

Spaarders blijven last houden van het rentebeleid van de Europese Centrale Bank, waardoor het niet mogelijk is om met de inkomsten uit spaargeld de geldontwaarding bij te benen.

De ECB houdt tot nog toe vol dat de stijgende inflatie, die zich op Europees niveau voordoet, een tijdelijk fenomeen is en wil daarom het extreem soepele monetaire beleid nog niet aanpassen.

Voorlopig kijken spaarders in Nederland aan tegen een maximale variabele spaarrente van 0,15 procent, zo blijkt uit gegevens van spaarinformatie.nl. Het gaat hierbij enkel om aanbieders die in Nederland een kantoor hebben.

Buitenlandse aanbieders, bij wie je kan sparen via onder meer spaarplatform Raisin, bieden een maximale variabele spaarrente van 0,35 procent, zo toont actuelerentestanden.nl. Houd er wel rekening mee dat je dan ook onder een ander depositogarantiestelsel valt.

Lees ook: De financiële tak van Renault komt met spaarbank in Nederland en biedt 0,35% rente

In beide gevallen ligt de spaarrente een flink stuk onder de inflatie van 2,7 procent, waardoor de reële waarde van het spaargeld een aardige knauw krijgt.

Ook het vastzetten van je spaargeld voor langere tijd blijkt geen zin te hebben. Bij Nederlandse aanbieders bedraagt de hoogste rente voor een deposito 0,9 procent. Je moet je spaargeld dan 10 jaar vastzetten voor een vergoeding die nog steeds onder het inflatieniveau ligt. Buitenlandse tegenhangers bieden 1,5 procent.

Lees ook: Zoveel armer ben je geworden, als je in de afgelopen 5 jaar €25.000 of €100.000 op de spaarrekening liet staan

De inflatie is overigens niet de enige bedreiging voor spaarders. De fiscus rekent in box 3 voor sparen en beleggen met een fictief rendement op vermogen. In 2021 is de eerste 50.000 euro van je vermogen vrijgesteld.

Vervolgens is er een getrapt heffingssysteem, waarbij je voor het vermogen boven de vrijstelling tot een bedrag van 100.000 euro effectief 0,59 procent belasting betaalt, ongeacht het rendement dat je haalt.

LEES OOK: Waarom zou je beleggen? Rendement waarmee je de inflatie verslaat