De inflatie in Nederland is volgens de eigen rekenmethode van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in oktober op jaarbasis licht gedaald tot 14,3 procent, van 14,5 procent in september.

De prijsontwikkeling van energie had afgelopen maand een drukkend effect op de inflatie, terwijl de prijzen voor voeding zorgden voor een verhogend effect.

Eerder werd op basis van de Europese geharmoniseerde methode al bekend dat de geldontwaarding vorige maand wat was afgenomen tot 16,8 procent. In september lag de inflatie nog op een record van 17,1 procent. De inflatie is al tijden erg hoog doordat de prijzen voor gas en elektriciteit sterk zijn gestegen. Maar die hogere kosten voor energie werken ook steeds harder door in de voedselprijzen.

Energie, ofwel gas, elektriciteit en stadsverwarming, was volgens het CBS in oktober 173 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder. In september was energie nog 200 procent duurder. Motorbrandstoffen waren in oktober 7,5 procent duurder dan een jaar eerder. In september was dat 11,4 procent.

Het CBS berekent naast het algemene inflatiecijfer ook wat de inflatie is zonder de sterk schommelende prijzen van energie en brandstoffen. In oktober bedroeg de inflatie exclusief energie en brandstoffen 6,9 procent, tegen 6,5 procent in september.

De prijzen van voedingsmiddelen stegen 14 procent in oktober. In september bedroeg de prijsstijging van voeding 12,8 procent. De stijging kwam met name doordat brood, granen en zuivel duurder werden. Ook kleding had een verhogend effect op de inflatie. Kleding was in oktober 9,4 procent duurder, tegen een prijsstijging van 8 procent in september.

In het eigen cijfer van het CBS worden onder andere de kosten voor wonen bijgehouden, zoals de huurprijzen. De Europese methode laat die buiten beschouwing. De Europese methode is bedacht om de inflatie van verschillende landen makkelijker met elkaar te kunnen vergelijken.

De prijzen van energie worden door het CBS berekend op basis van nieuwe contracten. Dat betekent dat de werkelijke inflatie mogelijk lager ligt omdat lang niet alle huishoudens in september een nieuw energiecontract hoefden af te sluiten. Het statistiekbureau werkt aan een nieuwe methode voor het meten en berekenen van energieprijzen.

Spaarrente stijgt, maar enorm gat met inflatie

Ook spaarrentes beginnen omhoog te kruipen. Zo ligt de hoogste variabele spaarrente bij in Nederland gevestigde banken inmiddels op 0,7 procent. En de hoogste rente voor een 1-jarige spaardeposito bedraagt 2,1 procent, volgens gegevens van de site spaarinformatie.nl.

Ook hier blijft het gat met de inflatie enorm. Dit betekent dat de zogenoemde reële spaarrente, waarbij je een correctie toepast voor de inflatie, fors negatief is. Anders gezegd: de rentevergoeding is veel te laag om ervoor te zorgen dat je bijvoorbeeld met 1.000 euro spaargeld over een jaar evenveel spullen kunt kopen als nu.

FNV broed op looneis 14% voor 2023

Vakbond FNV wil dat de cao-lonen volgend jaar met 14,3 procent verhoogd worden om de koopkracht van mensen op peil te houden. Dat is gelijk aan de inflatie over de maand oktober. "Dit is voor het komend jaar het uitgangspunt voor wat we op tafel leggen", stelt de bond.

De FNV vindt dat automatische prijscompensatie in alle cao’s ingevoerd zou moeten worden, "zodat mensen voortaan standaard kunnen rekenen op behoud van hun koopkracht."

De vakbond stelt dat de inflatie ongekend hoog is en dat daarom "een flinke loongolf bittere noodzaak" is. "Gelukkig kunnen veel bedrijven dat ook betalen." Daarbij wijst de FNV op de schaarste van werknemers. "We hebben momentum: er is schaarste. Mensen lopen weg als ze elders meer kunnen verdienen", vervolgt de organisatie.

LEES OOK: Buitenlandse banken strijden om Nederlands spaargeld: 3% op spaardeposito’s in Frankrijk, Slowakije en Estland