De doldwaze dagen op de huizenmarkt zijn voorbij, denken economen van ABN Amro. Komend jaar stijgen huizenprijzen naar verwachting gemiddeld met nog maar 4 procent.

Dat blijkt uit de nieuwe Woningmarktmonitor van ABN Amro.

Waar huizenprijzen in 2018 met gemiddeld 9 procent stegen, wordt dat dit jaar gemiddeld 6 procent en in 2020 gemiddeld 4 procent.

De lage hypotheekrente en het krappe aanbod blijven de huizenprijs ondersteunen, maar omdat de betaalbaarheid van woningen door de enorme prijsstijgingen van de afgelopen jaren onder druk staat, is de markt over de piek heen.

Daar komt volgens de economen van ABN Amro bij dat de economische groei in Nederland afzwakt. Dat betekent dat er minder banen bijkomen en dit heeft ook invloed op de omvang van de groep mensen die een koophuis kan financieren.

Een voorzichtig teken dat de huizenmarkt piekt is te zien bij de ontwikkeling van de gemiddelde huizenprijs. "De gemiddelde koopsom piekte in januari op 302.000 euro. Het was voor het eerst dat de gemiddelde koopsom boven 300.000 euro lag. De maand erna stond het bedrag op 298.000 euro."

Anekdotisch bewijs voor een afkoeling van de huizenmarkt is er ook Amsterdam, waar prijzen de afgelopen jaren tot astronomische hoogte zijn gestegen. Makelaarkantoor At Home stelt dat de gemiddeld vierkantemeterprijs in Amsterdam voor het eerst in jaren is gedaald, aldus Trouw. Lag die eind 2018 nog op ruim 5.700 vierkante meter, in het eerste kwartaal van dit jaar was dat 2,5 procent minder.

De economen van ABN Amro merken ook op dat de gemiddelde vraagprijs voor koopwoningen inmiddels is opgelopen tot 400.000 euro, waarmee deze dus een ton boven de gemiddelde verkoopprijs ligt.

Gegeven het krappe aanbod en het beperkte budget van veel kopers betekent dit dat het lastiger wordt om een geschikte woning te vinden. Ofwel: vraag en aanbod sluiten steeds slechter op elkaar aan en dat dwingt op den duur een correctie in de markt af: minder woningtransacties en beperktere prijsstijgingen.

Lees meer over de huizenmarkt en hypotheken: