Het aantal horecagelegenheden neemt toe, maar veel cafés, restaurants en lunchrooms hebben ook hun deuren gesloten. Bezorgbedrijven zijn ervoor in de plaats gekomen.

Dat blijkt uit het rapport Stand van de Leisure van ABN Amro. Sinds de start van de coronacrisis werden 468 cafés, 240 lunchrooms en 99 restaurants opgedoekt, blijkt uit cijfers van onderzoeksbureau Locatus. De toename van het aantal horecabedrijven is vooral te danken aan de bezorg- en afhaalrestaurants die sterk in aantal zijn gestegen. Volgens Locatus kwamen er de afgelopen twee jaar 1049 bezorgrestaurants, 149 fastfood-locaties en 47 ijssalons bij.

In Drenthe, Zeeland en Limburg gingen veel cafés dicht terwijl in Utrecht en Gelderland veel lunchrooms verdwenen. In Noord-Brabant kwamen er veel bezorgrestaurants bij. De provincie telt er nu 469.

Met het sluiten van cafés en restaurants en de aanwas van bezorgbedrijven verandert het straatbeeld. Een deel van nieuwe bezorgrestaurants heeft zich gevestigd op een locatie waar eerder bijvoorbeeld een restaurant of lunchroom zat. Dit is lang niet altijd het geval omdat een aantrekkelijke locatie voor bezorgbedrijven minder van belang is. Een deel vestigt zich buiten het centrum.

De omzet van maaltijdbezorgers is het afgelopen jaar gegroeid naar 3,4 miljard euro. Dat is een groei van 19 procent ten opzichte van 2020 en een verdubbeling ten opzichte van 2018. Overigens zijn veel bestaande restaurants door de coronamaatregelen ook overgegaan op afhaal- en/of bezorgen. In transactiedata van ABN Amro komt naar voren dat restaurants de afgelopen twee jaar hun omzet op die manier beter op peil konden houden dan cafés.

Dat betekent niet dat afhalen en bezorgen winstgevend werd voor iedere restauranthouder. Het was ook een manier om in contact te blijven met klanten. Volgens ABN Amro zijn per saldo tienduizenden zittende horecaondernemers disproportioneel hard geraakt door de coroncrisis.

Alleen al de derde lockdown tussen 19 december en 25 januari heeft 1 miljard euro aan omzet gekost en lang niet alle bedrijven komen in aanmerking voor compensatie. Deze is ook nooit volledig.

Herstelperiode in zicht voor horeca

Het duurt volgens de bank vele jaren voordat de financiële schade is ingehaald, maar er gloort wel licht aan de horizon. ABN Amro acht het perspectief van de horeca goed en de restaurants en cafés die de beperkende maatregelen hebben overleefd kunnen rekenen op een herstelperiode, aangezien consumenten staan te popelen om weer uit eten te gaan.

Wat verder in de toekomst, in 2030, rekent onafhankelijk kennisplatform FSIN op een horecaomzet die 25 procent boven die van pre-coronajaar 2019 ligt. Ondertussen blijft ook de markt voor maaltijdbezorging groeien naar een verwachtte 4,9 miljard euro in 2030.

Terug naar het heden geven consumenten door de versoepeling van de coronamaatrgelen weer meer geld uit aan de horeca en reizen. Volgens ABN Amro gaat dit ten koste van de uitgaven bij winkels. De bank voorspelt dat de detailhandel dit jaar met 1 procent groeit.

De toegenomen concurrentie van andere sectoren is overigens niet het enige probleem. Ook de gestegen prijzen van veel producten zorgen ervoor dat consumenten minder vertrouwen hebben en minder bereid zijn aankopen te doen.

Tijdens de coronacrisis zijn daarnaast enkele zwakheden van winkels blootgelegd, zoals de beperkte mogelijkheden om weerstand te bieden aan de opkomst van onlineshoppen. Ook bleken veel winkels te afhankelijk te zijn van een beperkt aantal aanbieders, waardoor ze vatbaarder waren voor verstoringen.

Bovendien zijn er extra onzekerheden ontstaan door de crisis, zoals personeelstekorten en oplopende schulden. De totale belastingschuld van de winkelbranche ging vorig jaar tussen februari en augustus van 1,1 miljard euro naar 1,5 miljard euro. De gemiddelde winkel heeft een belastingschuld van 95.000 euro, rekenen de economen voor.

Binnen de detailhandel zijn er wel grote verschillen. Zo hebben winkels die eten verkopen zoals supermarkten en speciaalzaken de afgelopen twee jaar goede zaken gedaan. Hun omzet krimpt dit jaar waarschijnlijk met 1 procent. Kledingzaken en schoenenwinkels groeien juist met respectievelijk 7 en 4 procent, maar daarmee zijn de omzetverliezen van de afgelopen jaren nog niet goedgemaakt.

Elektronicazaken deden het aan het begin van de coronacrisis goed, maar vorig jaar weer minder. Ook dit jaar krijgen zij het lastig omdat consumenten de wat grotere uitgaven uitstellen.

Lees meer over horeca: