Shell kondigde in de lente één van de grootste overnames in de olie- en gassector van de afgelopen jaren aan. Ook nu olieprijzen verder zijn gedaald is dat een zinnige deal, bezweert topman Ben van Beurden. Beleggers zijn er nog niet helemaal zeker van.

64 miljard euro. Dat is het bedrag dat de Brits-Nederlandse energiereus Shell afgelopen april over had voor zijn Britse branchegenoot BG.

Shell-baas Ben van Beurden praat zich sindsdien de blaren op de tong om de buitenwereld ervan te overtuigen dat er achter het miljardenbedrag een solide strategische logica zit.

Hoofdzakelijk gaat het om drie dingen:

1) BG doet net als Shell veel aan de winning van olie en gas in diepzeegebieden (Brazilië en Australië): daar vallen aantrekkelijke kostenvoordelen te behalen, die juist bij lagere olieprijzen van pas kunnen komen;

2) Shell investeert door de daling van olieprijzen op de korte termijn zelf minder in nieuwe winningsprojecten, maar zorgt met de aankoop van BG dat de olie- en gasreserves toch worden aangevuld;

3) BG is net als Shell sterk in ketens voor de productie en het vervoer van aardgas in vloeibare vorm per schip (LNG). Samen vormen de twee een duidelijke marktleider.

Voortgang overname BG

Shell hoopt de overname in het eerste kwartaal van 2016 af te ronden en wil aandeelhouders van BG deels in contanten en deels met aandelen Shell betalen. Omdat de koers van het aandeel Shell sinds april flink is gedaald, ligt de huidige waarde van het bod op BG overigens niet meer op 64 miljard euro, maar op een kleine 52 miljard euro.

Wat betreft de goedkeuring van toezichthouders moeten nog twee belangrijke hordes worden genomen: de kartelautoriteiten in Australië en China moeten nog hun oordeel uitspreken over de overnamedeal.

Verschil bod Shell en koers BG

Op de beurs wordt het vertrouwen in de overname gevolgd door te kijken naar het verschil tussen de waarde van het bod en de aandelenkoers van BG. Tijdens de paniek van eind augustus steeg dit verschil tot ongekende hoogte: de beurskoers van BG lag in Londen liefst 18 procent onder de waarde van het bod van Shell.

Inmiddels is dit verschil gezakt naar iets minder dan 12 procent, maar dat blijft vrij veel, signaleert zakenkrant The Wall Street Journal. Die tekende uit de mond van niet nader genoemde bronnen op dat Shell-topman Ben van Beurden afgelopen week tijdens een bijeenkomst met beleggers nog eens heeft benadrukt dat alleen een "cataclysme" de deal zou kunnen laten ontsporen.

Op de vraag van een belegger wat Van Beurden hiermee bedoelde, zou de Shell-topman hebben geantwoord: "Als mensen stoppen met het gebruik van energie", aldus de WSJ.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl