Lunchtijd. Barend Raaff (41) slingert de piston onder de espressomachine en zet een kop koffie, terwijl de werknemers van zijn startup een broodje eten aan een lange tafel.

Welkom in het nieuwe kantoor van Harver, het Nederlandse bedrijf dat sollicitatiebrieven overbodig wil maken met software en big data.

Het uitzicht over het Amsterdamse IJ is fraai vanaf de zevende verdieping van een pakhuis op tien minuten lopen van Centraal Station. Dankzij de vele ramen oogt de ruimte licht en ruim.

Binnen zijn verschillende flexwerkplekken ingericht onder het betonnen plafond met een wirwar aan kabels en buizen. Drie schommels, een telescoop en een tafelvoetbalspel zorgen voor een speelse noot.

“Wij hebben hier bijna alles aan moeten verbouwen”, zegt Raaff, die met de kop koffie naar een van de glazen vergaderruimtes loopt. Een half jaar geleden konden de vijftig Amsterdamse werknemers van Harver eindelijk het pand betrekken.

Miljoenen aan financiering

De verhuizing was broodnodig. Harver barstte uit z’n voegen in het oude kantoor, dat ruim twee keer zo klein was. “Het stonk er”, zegt Raaff op serieuze toon. Het personeel zat te dicht op elkaar en er waren geen vergaderruimtes meer over. “De productiviteit ging omlaag. Het was gewoon te klein.”

barend raaff oprichter van harver

Het geeft aan dat het snel gaat met Harver, een van de handvol Nederlandse hr-bedrijven zoals Wonderkind en Impraise die met IT-innovatie de industrie op wil schudden. De zes jaar oude softwareonderneming heeft inmiddels 120 klanten in 20 landen.

Harver helpt bedrijven bij het vinden van geschikt personeel door bij de eerste schifting in sollicitanten gebruik te maken van big data. Grote namen als Booking.com, Netflix, Zappos en Randstad zijn aangesloten op het platform.

In januari haalde Harver 4,2 miljoen dollar aan financiering op, nadat het vorig jaar al 8,1 miljoen dollar kreeg van onder meer Insight Venture Partners. In totaal hebben investeerders 13,8 miljoen dollar in het bedrijf gestoken, omgerekend ruim 11 miljoen euro.

Het geld is bedoeld om sneller te groeien in de Verenigde Staten, waar de startup sinds begin 2017 een kantoor in New York heeft. Ook is er een vestiging in Londen, en werken er programmeurs vanuit Tel Aviv, Kiev en Colombo, de grootste stad van Sri Lanka.

Online assessment voor sollicitanten

Met de software van Harver kunnen bedrijven snel grote groepen sollicitanten doorlichten door ze online tests te laten doen, die variëren van twintig minuten tot wel anderhalf uur. Door te kijken naar kenmerken als werkervaring, taalvaardigheid en persoonlijkheid kan het algoritme voorspellen of een kandidaat geschikt is voor een baan.

“Wij maken een stuk minder fouten dan recruiters die alleen met een cv werken”, zegt Raaff, die benadrukt dat Harver niet de eindbeslissing neemt, maar bedrijven met behulp van data wil helpen om betere keuzes te maken. “Wij zijn eerder een navigatiesysteem dat leert files te ontwijken, dan dat wij zelf het stuur in handen hebben.”

De software werkt goed om bijvoorbeeld geschikte callcentermedewerkers te vinden, volgens Raaff een typische startersfunctie waarin een cv weinig zegt over hoe iemand uiteindelijk functioneert. “En het is ook een functie waarbij sollicitanten niet precies weten wat het werk inhoudt.”

Daar kan Harver bij helpen. Zo krijgen sollicitanten een fragment voorschoteld van een boze klant die opbelt. Harver meet hun reactie door ze een meerkeuzevraag te stellen: wat denk je dat de beste manier is om te reageren en wat is de slechtste manier?

“Door voor meerdere situaties die vraag te stellen ontstaat een patroon”, legt Raaff uit. “Tegelijkertijd kun je als sollicitant ook voor jezelf besluiten: dit werk is niks voor mij. En dat zien wij dus ook.”

Dat is volgens Raaff beter voor de sollicitant en het bedrijf. Bij veel startersfuncties ontdekt iemand na een inwerkperiode van enkele weken pas dat de baan niks voor hem of haar is. Door vooraf een beter beeld te schetsen van de functie is er meer zelfselectie.

Zelflerend algoritme

Na het sollicitatieproces blijft de software data verzamelen, tot een jaar nadat iemand is aangenomen. “Klanten kunnen elke drie maanden laten weten hoe iemand het doet. De meest basale vorm is: zit-ie er nog?”

Die data gaat terug in het zelflerende algoritme van Harver, dat zo voortdurend aangescherpt wordt.

“Met elke sollicitant die erdoorheen gaat en aangenomen wordt, begrijpt het systeem beter welke punten belangrijk zijn en welke niet”, aldus Raaff. “We zien bij bedrijven die al langere tijd klant zijn dat we steeds beter in staat zijn om de juiste mensen voor te selecteren.”

In het komende jaar wil Harver nog een stap verder gaan en afgewezen sollicitanten helpen met het vinden van een baan. “Dan draai je het helemaal om”, zegt Raaff. “We kunnen ze vertellen: hierom ben je het niet geworden. Maar heb je hier weleens over nagedacht? We kunnen sollicitanten wijzen op andere vacatures in de regio die wellicht beter passen.”

Begonnen in callcenters, nu voor het middensegment

Harver richtte zich in het begin uitsluitend op de callcenterbranche. Een bewuste keuze, aldus Raaff, om de software snel door te ontwikkelen. “Als je heel breed bent en iedereen probeert te bedienen, dan raak je nooit de diepte die nodig is voor versnelling.”

Later zijn daar restaurants en winkels bij gekomen. En nu is het product van Harver goed genoeg om ook hoger op de arbeidsmarkt sollicitanten aan bedrijven te koppelen.

Raaff noemt traineeships als voorbeeld, een functie waar veel pas afgestudeerden op afkomen. “Dat is typisch een geval waarbij je nog geen uitgebreid cv hebt. Hoe ga je dan bepalen wie geschikt is voor een baan en wie niet? Daar wordt onze matchingtechnologie nu voor ingezet.”

harver kantoor amsterdam startup

Het middensegment is ook waar Harver snel stappen wil maken in de Verenigde Staten. Bedrijven tussen de paar honderd en duizend werknemers kunnen de sollicitatiesoftware nu inzetten. Daartoe heeft Harver het platform volledig herbouwd.

“Voorheen duurde het een aantal maanden voordat je kon beginnen. Er was een heel consultancy- en programmeertraject”, vertelt Raaff. “Dat is prima als je Booking, Zappos of Netflix heet, maar minder prima als je een kleiner bedrijf bent dat morgen wil beginnen.”

Met het nieuwe platform is die tijd flink verkort. Raaff: “Als je op vrijdag besluit klant te worden, kun je dinsdag starten.” Dat past bij de richting die Harver op wil: software as a service (SaaS), waarbij nieuwe klanten met minimale inspanning aangesloten kunnen worden. Het recept voor schaalbaarheid en snelle groei.

Cultuurverschil tussen Duitsers en Amerikanen

Nu al ziet Harver het aantal klanten het snelst toenemen in de VS, al wil Raaff geen getallen noemen. Op het kantoor in New York werken inmiddels twaalf mensen, die zich bezighouden met sales, marketing en klantondersteuning. “De ambitie is om er elke maand twee mensen bij te plussen”, zegt Raaff.

De manier van zakendoen is in de VS compleet anders. “In Nederland zijn we gewend om met klanten kopjes koffie te drinken. Daar gaat alles via webcalls vanwege de grote afstanden. Zelfs als een potentiële klant 10 kilometer verderop zit, doe je nog steeds een webcall.”

Het kantoor in New York is daar dan ook op ingericht, met veel kamertjes waar werknemers in hun eentje achter een scherm videogesprekken kunnen voeren. Raaff: “80 procent van de Amerikaanse klanten hebben we nog nooit face-to-face gezien.”

Het helpt dat Amerikanen volgens Raaff openstaan voor innovatie: “Ze zijn bereid om dingen een kans te geven.”

Dat was wel anders in Duitsland, het eerste land waar Harver naar uitbreidde. Duitsers zijn volgens de ondernemer behoudender dan Amerikanen, erg hiërarchisch en de strenge wet- en regelgeving hielp ook niet mee.

Harver trok zich dan ook al snel terug. “We benaderen de Duitse markt niet meer proactief. We hebben er wel wat klanten, maar die bedienen we vanuit Nederland”, aldus Raaff. “Ik ben ervan overtuigd dat het cultuurverschil tussen Duitsland en Nederland groter is dan tussen Nederland en de VS.”

Open ecosysteem

De focus ligt de komende jaren op het verder uitbouwen van het softwareplatform. Harver is nu een open ecosysteem, waarbij derden makkelijk zelf tests kunnen ontwikkelen – nog een manier om sneller te groeien.

Qua omzet wil Harver elk jaar verdubbelen. “Tot nu toe ziet dat er erg goed uit voor dit jaar”, aldus de CEO. “En voor 2019 hebben we ook signalen dat dat gaat lukken.”

Heeft hij er zelf nog een beetje lol in? “Ja, het is een groot avontuur”, zegt de 41-jarige Raaff, die naar eigen zeggen houdt van de startup-vibe.

Hoe moet dat dan over een aantal jaar, als er mogelijk duizend mensen werken bij Harver? “Misschien dat ik er dan niet meer ben”, geeft Raaff aan. “Maar dat is ook prima. Dan ga ik gewoon door mijn eigen product heen en kom ik wel weer ergens anders terecht.”

LEES OOK: Zijn recruiters dom? Nee, maar vaak wel jong en onervaren