Jarenlang waren spaarrentes extreem laag. Daarmee werd het financieel aantrekkelijk om spaargeld in te zetten voor een stukje extra aflossing van de hypotheek. Per saldo kon dat schelen in de rentelasten. Maar inmiddels liggen spaarrentes weer op een wat hoger niveau, terwijl hypotheekrentes redelijk stabiel zijn.

Het kan dus interessant zijn om opnieuw te kijken naar de afweging tussen spaargeld aanhouden bij de bank en extra aflossen op de hypotheek. Daarbij zijn een aantal punten van belang. We nemen hieronder de 5 belangrijkste zaken door.

1)Extra aflossen op hypotheek: aflossingsvrij heeft voorkeur

Om te beginnen is extra aflossen op de hypotheek niet bij elke hypotheekvorm even simpel of logisch. Als je bijvoorbeeld een annuïtaire hypotheek hebt, zit er in de maandlasten van de hypotheek al standaard een stukje aflossing. De vraag is dan of je daar bovenop versneld wilt aflossen.

Het simpelste is om extra aflossingen te doen op een aflossingsvrije hypotheek. Daarbij gaat het immers om een schuld die aan het eind van de looptijd nog staat en in één keer afgelost moet worden, of met een nieuwe lening geherfinancierd moet worden.

Tussentijds aflossen op een aflossingsvrije hypotheek kan dus een interessante optie zijn. In de hypotheekvoorwaarden staat doorgaans dat je 10 procent tot 15 procent van een hypotheek boetevrij mag aflossen binnen één jaar. Het is handig om dit te controleren, want als je hogere bedragen tussentijds wilt aflossen, kun je met een boeteregeling te maken krijgen. Van belang daarbij is dan ook of jouw huidige hypotheekrente lager is dan de actuele marktrente voor hypotheken.

2)Spaargeld: let op financiële buffer voor onvoorziene omstandigeheden

Als je spaargeld inzet voor extra aflossing van je hypotheek, stop je in feite eigen vermogen in stenen. Het is dan niet zo makkelijk om dat eruit te halen, tenzij je grote beslissingen neemt door bijvoorbeeld je huis te verkopen.

Het eerste om hierbij te bedenken is dat het slim is om altijd een spaarbuffer aan te houden voor onvoorziene omstandigheden, zoals een lekkend dak of een cv-ketel die kapot gaat. Als je daarbovenop nog overtollig spaargeld hebt, kun je overwegen dat te gebruiken voor extra aflossing op de hypotheek.

3)Spaarrente versus hypotheekrente: let op hypotheekrenteaftrek

De algemene regel is dat als de hypotheekrente hoger is dan de spaarrente, het financieel interessant kan zijn om spaargeld in te zetten voor extra aflossing van de hypotheek. Maar daarbij moet je wel alle relevante factoren meenemen.

Zo is bij de hypotheekrente bijvoorbeeld van belang of je recht hebt op de hypotheekrenteaftrek. Stel bijvoorbeeld dat je een hypotheekrente betaalt van 4 procent voor een aflossingsvrije hypotheek voor 10 jaar vast.

Aangezien het fiscale voordeel van de hypotheekrente sinds 2023 ongeveer 37 procent bedraagt, ook voor hogere inkomens, komt een bruto hypotheekrente van 4 procent dan netto neer op 2,52 procent.

Weet daarbij overigens dat het voordeel van de hypotheekrenteaftrek bij aflossingsvrije hypotheken alleen geldt, als je de hypotheek vóór 2013 hebt afgesloten.

4)Spaarrente versus hypotheekrente: let op belasting op vermogen in box 3

Ook bij de spaarrente moet je opletten, want spaargeld valt fiscaal gezien onder box 3 van de vermogensbelasting. Daarvoor geldt dit jaar een vrijstelling van 57.000 euro per persoon. Voor fiscale partners gaat het om het dubbele van dit bedrag.

Zolang je spaargeld inzet dat onder de vrijstelling valt, kun je rekenen met een reguliere spaarrente. Als die bijvoorbeeld 2,5 procent bedraagt en de hypotheekrente inclusief de renteaftrek is ook 2,5 procent dan wordt het een beetje lood om oud ijzer, of je spaargeld inzet om voor extra aflossing van de hypotheek.

Ontvang je echter maar 2 procent spaarrente of nog minder, dan kan het financieel net wat voordeliger zijn om de lasten van de hypotheekrente te verlagen met de inzet van spaargeld.

Zet je spaargeld in dat boven de vrijstelling in box 3 valt, dan moet je ook opletten. Met deze tool van berekenhet.nl kun je nagaan wat de verwachte belastingdruk op spaargeld dit jaar is. Als je bijvoorbeeld een ton spaargeld hebt, betaal je daarover naar verwachting 159 euro belasting.

Van dit bedrag is 57.000 euro vrijgesteld, dus de belastingdruk op de overige 43.000 euro is ongeveer 0,37 procent.

Wanneer je een deel van de 43.000 euro boven de fiscale vrijstelling inzet voor extra aflossing van de hypotheek en daar bijvoorbeeld 2,5 procent spaarrente voor krijgt, dan gaat het na aftrek van de belasting in box 3 effectief om 2,13 procent rente.

Zet je in dit geval een netto hypotheekrente (inclusief hypotheekrenteaftrek) van 2,52 procent af tegen een netto spaarrente van 2,13 procent, dan kan extra aflossen net weer voordelig zijn.

5)Kijk naar effect inflatie op hypotheek en spaargeld

Tot slot is er nog het effect van de inflatie. In Nederland is de gemiddelde prijsstijging van goederen en diensten in februari iets onder de 3 procent gezakt. Afhankelijk van de spaarrente die je krijgt, erodeert de koopkracht van spaargeld dus meer of minder snel.

Als je een spaarrente van bijna 3 procent krijgt, blijft je spaargeld net waardevast. Maar bij een rente van 2 procent daalt de koopkracht van spaargeld.

Aan de andere kant kan de inflatie ook effect hebben op schulden. Het gaat hierbij vaak om een indirect effect. De druk van de maandlasten van een hypotheek kan bijvoorbeeld afnemen, als je vanwege de inflatie een loonsverhoging hebt gekregen. Als je daarbij netto meer loon overhoudt, gaan de hypotheeklasten bij een vaste hypotheekrente minder zwaar drukken op je maandinkomen.

Het effect van de inflatie op de waarde van je spaargeld en mate waarin een loonstijging ervoor zorgt dat je hypotheekschuld minder zwaar aanvoelt, zijn dus ook factoren die je kunt meenemen.

LEES OOK: Blik op je Geld: benzine duurder, beurs blijft record op record stapelen