Het is bijna tijd voor de Belastingaangifte 2023: vanaf 1 maart kun je die indienen. Business Insider behandelt in een serie artikelen handige aftrekposten waar je gebruik van kunt maken bij de aangifte.

We trapten af met de belangrijke deadlines en enkele handige tips voor de aangifte over 2023. Daarna gingen we in op aftrekbare zorgkosten en in deel drie kwam de vermogensbelasting in box 3 aan de orde.

In het vierde deel bespraken we de kosten voor kinderopvang, partneralimentatie en giften aan goede doelen. In deel vijf gingen we in op de kosten rond de auto van de zaak. En in deel zes keken we naar aftrekbare reiskosten voor werknemers. In deel zeven namen we diverse aftrekposten voor ondernemers door, waaronder de zelfstandigenaftrek.

In dit deel gaan we in op één van de belangrijkste aftrekposten voor huiseigenaren met een hypotheek: de hypotheekrenteaftrek in box 1.

Hoe zitten de regels rond de hypotheekrenteaftrek ook alweer in elkaar? Van belang is op de eerste plaats dat je moet kijken naar het saldo van enerzijds het eigenwoningforfait en aan de andere kant aftrekbare kosten zoals de hypotheekrente.

Zijn de aftrekbare kosten bij elkaar hoger dan het eigenwoningforfait? Dan mag je dat saldo gebruiken om het belastbare inkomen in box 1 te verlagen.

Eigenwoningforfait: bedrag dat je moet optellen bij je belastbare inkomen

Zoals gezegd levert een eigen huis niet alleen maar fiscaal voordeel op. Je krijgt onder andere te maken met het eigenwoningforfait. Dat is een bedrag dat je bij je inkomen moet optellen, omdat de fiscus een eigen woning beschouwt als een vorm van inkomen.

Hoeveel dat is, hangt af van de WOZ-waarde van je huis. Voor de meeste woningen (met een WOZ-waarde tussen de 75.000 tot 1.200.000 euro) bedraagt het eigenwoningforfait 0,35 procent van de WOZ-waarde voor het fiscale jaar 2023.

Is de WOZ-waarde van jouw woning hoger dan 1.200.000 euro, dan moet je 4.200 euro plus 2,35 procent van de woningwaarde boven die 1.200.000 euro optellen bij je inkomen. Dit wordt ook wel villabelasting genoemd.

Let goed op: gebruik de WOZ-waarde van 2022 (en niet 2023)

Een belangrijk aandachtspunt: gebruik voor het vaststellen van het eigenwoningforfait niet de WOZ-waarde die rond deze tijd in je brievenbus valt, maar de waarde die is vermeld op de gemeentelijke belastingaanslag die je vorig jaar hebt ontvangen. Deze heeft als waardepeildatum 1 januari 2022.

Heb je een nieuwbouwhuis gekocht, dan moet je de WOZ-beschikking nemen die de gemeente heeft afgegeven; ook als die alleen nog betrekking heeft op de grond of op een huis dat nog niet volledig is afgebouwd. Heb je nog geen WOZ-beschikking gekregen, dan moet je zelf de waarde schatten.

Aftrekbare hypotheekrente: let op als je een hoger inkomen hebt

Val je in de hoogste schijf van de inkomstenbelasting (met een inkomen boven de 73.031 euro), dan mag je de hypotheekrente helaas niet aftrekken tegen het gebruikelijke belastingtarief (49,5 procent), maar tegen 36,93 procent. Dat laatste staat gelijk aan het tarief voor de inkomstenbelasting dat voor het inkomen tot en met 73.031 euro geldt, als je nog niet de AOW-leeftijd hebt bereikt.

Tijdelijk twee huizen: hypotheekrente van beide woningen onder voorwaarden aftrekbaar

Heb je tijdelijk twee huizen, omdat je nieuwe woning nog in aanbouw is of omdat je oude huis na je verhuizing nog te koop staat? Dan mag je onder voorwaarden de hypotheekrente over beide woningen aftrekken.

Ben je verhuisd en heb je voor je oude woonhuis nog geen nieuwe eigenaar gevonden, dan mag je voor je oude woning de hypotheekrente aftrekken in het jaar waarop je bent verhuisd en de drie daarop volgende jaren. Voorwaarde is wel dat het huis ook echt te koop staat, leeg is, en niet wordt verhuurd.

Heb je al wel een nieuw huis gekocht, maar woon je er nog niet (omdat het huis bijvoorbeeld nog wordt gebouwd), dan geldt een vergelijkbaar regime: de rente is aftrekbaar vanaf het jaar waarin je het huis hebt gekocht tot en met de drie daarop volgende jaren. Je moet dan wel binnen drie jaar na aankoop in het huis trekken en de woning moet leeg staan.

Overige aftrekposten als je een huis koopt of als je de hypotheek oversluit

Naast de hypotheekrente mag je ook de kosten aftrekken die je hebt gemaakt om de hypotheeklening te verkrijgen, mits het om een lening gaat waarbij je maandelijks aflost.

Denk hierbij aan:

  • advieskosten voor de hypotheekadviseur
  • taxatiekosten die nodig zijn om de lening te krijgen
  • notariskosten voor de hypotheekakte
  • afsluitprovisiekosten van nieuwbouwdepot of verbouwingsdepot (zie verderop)
  • eventueel betaalde boeterente (zie verderop)
  • betaalde bouwrente na het sluiten van de voorlopige koopovereenkomst
  • kosten van de aanvraag van Nationale Hypotheek Garantie.

Dit geldt niet alleen voor de aankoop van een huis, maar ook voor het oversluiten van je hypotheek.

Niet aftrekbaar: courtage, overdrachtsbelasting en kosten koopakte

De notariskosten voor de koopakte zijn helaas níet aftrekbaar, want die hebben met de financiering van het huis niets te maken. Hetzelfde geldt voor de courtage voor de aankoopmakelaar en advieskosten voor verzekeringen voor je woning.

Ook betaalde overdrachtsbelasting, rekeningen voor onderhoud of een verbouwing en premies voor je opstalverzekering mag je niet aftrekken.

Premies voor een kapitaalverzekering eigen woning, stortingen op een spaarrekening eigen woning vallen er eveneens buiten.

Als je een deel van de geldlening voor andere doeleinden gebruikt, bijvoorbeeld voor de aanschaf van een auto of als aanvulling op je inkomen, dan zijn de rente en kosten over dat bedrag evenmin aftrekbaar.

Erfpacht: let goed op wat aftrekbaar is

Periodieke betalingen voor erfpacht zijn aftrekbaar. De afkoopsom voor de periodieke betalingen voor erfpacht is dat echter niet. Maar de rente over de lening die je afsluit om de afkoopsom te financieren, mag je meestal wél in mindering brengen op je inkomen.

Verbouwkosten zijn níet aftrekbaar, rente over een verbouwlening wél

Verbouwingen stuiten geregeld op misverstanden. Betaal je de aanleg van een dakkapel, een nieuwe keuken of de schilderbeurt van je huis met je eigen spaargeld, dan zijn die kosten helaas niet aftrekbaar.

Maar sluit je hiervoor een lening af, dan is de rente hierover wél aftrekbaar tot zes maanden nadat je de lening hebt afgesloten. Daarna geldt het restant van de lening als een schuld in box 3: je mag dit bedrag dan aftrekken van je vermogen. De kosten voor het onderhoud of de verbouwing zelf zijn dus níet aftrekbaar.

Fiscaal partner? Maak een slimme verdeling van aftrekposten

Heb je een fiscaal partner, dan mag je de bijtelling voor het eigen woningforfait én de aftrekposten van de eigen woning (waaronder de hypotheekrente) onderling verdelen, op de manier die voor jullie het voordeligst uitpakt.

Vermogensplanner René Bruel van ABN AMRO wijst erop dat het voor fiscale partners die nog werken (en geen AOW ontvangen) belangrijk is om op te letten als de ene partner fors meer verdient dan de andere.

Dat zit zo:

Bij de fiscale behandeling van de eigen woning in box 1 zijn drie zaken van belang voor partners, als de ene partner méér verdient dan 73.031 euro (hoogste belastingschijf, tarief 49,5 procent) en de andere partner daar onder zit (laagste belastingschijf, tarief 36,93 procent).

  1. Eigenwoningforfait: de bijtelling van het eigenwoningforfait wordt voor de partner die meer dan 73.031 euro verdient belast tegen 49,5 procent, terwijl het bij de partner die onder dat bedrag zit om 36,93 procent gaat.
  2. De hypotheekrente en andere aftrekbare kosten leveren in beide gevallen (hogere en lager inkomen) een fiscaal voordeel van 36,93 procent op.
  3. Algemene heffingskorting: dit is een korting op de te betalen belasting die kleiner wordt naarmate je meer verdient. Bij een inkomen boven de 73.031 euro vervalt de algemene heffingskorting.

Over het algemeen loont het om de netto aftrekpost voor de eigen woning (dus als de aftrekbare hypotheekrente en andere kosten hoger zijn dan het eigenwoningforfait) bij de partner met het lagere inkomen onder te brengen.

Dit heeft ermee te maken dat de partner met het lagere inkomen minder belasting betaalt over het eigenwoningforfait (36,93 procent tegen 49,5 procent), terwijl het fiscale voordeel van de hypotheekrente bij beide partners gelijk is (36,93 procent).

Bruel wijst er echter op dat ook de algemene heffingskorting een rol speelt. De partner die méér verdient dan 73.031 euro krijgt sowieso geen algemene heffingskorting.

Maar voor de partner die met het inkomen in de eerste belastingschijf valt, geldt dat een lager belastbaar inkomen ervoor zorgt dat de algemene heffingskorting hoger uitvalt. Door de aftrekpost voor de eigen woning bij de partner met het lagere inkomen onder te brengen, wordt diens belastbare inkomen gedrukt.

Als voorbeeld geeft Bruel een koppel met inkomens van respectievelijk 50.000 euro en 100.000 euro. Ze hebben een huis met een WOZ-waarde van 500.000 euro en dito hypotheek, waarvoor ze 4 procent hypotheekrente betalen.

Als je dit doorrekent dan valt het fiscale voordeel 1.332 euro hoger uit als de aftrekpost voor de eigen woning volledig bij de partner met het lagere inkomen wordt ondergebracht, vergeleken met het toekennen van de aftrekpost aan de partner met het hogere inkomen.

Lees meer over slimme aftrekposten voor je belastingaangifte 2023: