De inflatie in de eurozone bereikt waarschijnlijk over ruim twee jaar het door de Europese Centrale Bank (ECB) nagestreefde peil van net iets minder dan 2 procent. Dat zei ECB-president Mario Draghi zaterdag in de marge van de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF).

Draghi herhaalde de eerdere ECB-prognose dat de inflatie de komende maanden gaat stijgen, om in 2017 uit te komen op 1,6 procent. Vervolgens neemt de inflatie verder toe, zodat het beoogde peil “eind 2018 of begin 2019” wordt bereikt, aldus de centralebankpresident.

In september bedroeg de geldontwaarding in de eurozone nog slechts 0,4 procent. De kerninflatie, de prijsstijging exclusief energie, voedsel en tabak, bleef met 0,8 procent gelijk.

Om op het gewenste niveau te komen moet de ECB wel vasthouden aan zijn bijzonder ruime monetaire beleid, stelde de Italiaan. In de strijd tegen de aanhoudend lage inflatie heeft de ECB de afgelopen jaren rentetarieven tot op of onder het nulpunt gereduceerd. Daarnaast koopt de centrale bank maandelijks voor tientallen miljarden euro’s aan obligaties op en worden extreem goedkope leningen verstrekt aan banken.

Draghi beaamde dat dit beleid neveneffecten heeft, die een risico kunnen vormen voor de financiële stabiliteit. Het ECB-beleid leidt echter niet tot zeepbellen in de markt, stelde hij. "We houden dat in de gaten, maar zien er geen bewijzen voor. Prijzen gaan inderdaad omhoog, maar de mate waarin er met schulden wordt gefinancierd neemt niet toe.''