Er zijn uitdagingen die een nieuw kabinet snel zal moeten aanpakken. De woningmarkt loopt vast, in het onderwijs is er behoefte aan veel extra ondersteuning en in de langdurige zorg stijgen de uitgaven.

Demissionair minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën benadrukte dat donderdag bij de presentatie van de Voorjaarsnota, een tussentijdse stand van zaken over de lopende begroting.

“De begroting is nu in rustig vaarwater gebracht en met deze economische ontwikkeling gaat dat heel snel verder de goeie kant op.” Voor een gezonde begroting maakt het niet zo veel uit of een nieuw kabinet snel aantreedt of het oude nog even blijft zitten, aldus Dijsselbloem.

Mocht het demissionaire kabinet nog de begroting 2018 voor Prinsjesdag moeten opstellen, dan is het “onvermijdelijk” dat er nieuw beleid inkomt, zegt de minister. Er zal extra geld beschikbaar worden gesteld voor knelpunten, bijvoorbeeld om de koopkracht voor bepaalde groepen op peil te houden. “We gaan niet problemen laten ontstaan of laten oplopen.”

Begrotingsoverschot neemt toe

Donderdag werd bekend dat het begrotingsoverschot neemt naar verwachting verder toe naar 1,3 procent in 2021. Dit jaar gaat het waarschijnlijk om 0,2 procent van het bruto binnenlands product. Dat is iets minder dan de 0,4 procent (2,9 miljard euro) vorig jaar, toen er voor het eerst sinds 2008 weer een overschot was. Maar de komende jaren stijgt het overschot weer.

Er zijn dit jaar financiële tegenvallers, maar ook meer extra inkomsten. Er is ruimte voor onder meer een loonsverhoging voor ambtenaren, voor meer geld voor de verpleeghuizen en voor meer marechaussees, meldt Dijsselbloem in de Voorjaarsnota.

In de verpleeghuiszorg stelt het kabinet, naast de eerder aangekondigde eenmalige extra honderd miljoen euro, nog eens honderd miljoen euro beschikbaar om de kwaliteit te verbeteren. Daarnaast komt er tot 2021 in totaal 145 miljoen euro bij om in deze sector extra mensen op te leiden en om- of bij te scholen.

Ook is er 342 miljoen extra vrijgemaakt om de lonen van ambtenaren te verhogen, en daarmee de pijn te verzachten van de hoger dan verwachte pensioenpremie bij het pensioenfonds ABP.

Verder stelt het kabinet structureel 20 miljoen euro extra beschikbaar voor de uitbreiding van de capaciteit van de Koninklijke Marechaussee. Hierdoor kunnen de komende jaren ongeveer tweehonderd extra marechaussees worden ingezet voor grensbewaking op lucht- en zeehavens.

Meer belastingen en premies

Het kabinet verwacht bijna 8 miljard euro meer aan belastingen en premies dan vorig jaar in de Miljoenennota is geraamd, mede doordat de economische groei doorzet. Daardoor dalen ook de uitgaven voor werkloosheid. Verder vallen de uitgaven aan hulpmiddelen in de zorg lager uit verwacht.

Tegenvallers zijn er ook. Naar de begroting voor Onderwijs moet 200 miljoen extra, voornamelijk door meer leerlingen en studenten. Door de inzet van meevallers zijn daar dit jaar geen bezuinigingen nodig.

In de langdurige zorg stijgen de uitgaven met 176 miljoen euro, doordat bepaalde groepen aanspraak hebben op meer zorg, zoals dagbesteding en huishoudelijke hulp. Verder ziet het kabinet af van de invoering van de kostendelersnorm AOW, waarbij de AOW lager zou worden als meer mensen van 21 jaar of ouder op hetzelfde adres wonen. Ook de korting op de scholings- en monumentenaftrek is van de baan.